Reading Online Novel

Nachtster(15)



Het is een veelbetekenende blik, waardoor ik me begin af te vragen hoeveel ze van mij weet.

Net als ik daar verder in wil duiken, in haar hoofd wil kijken om daar antwoord op te krijgen, draait ze zich weg. Meneer Borden vraagt mij iets voor te lezen en ik kruip in de rol van de ambitieuze leerling die er nog even in moet komen op de eerste dag van het schooljaar.



‘Hé, Ever, wacht even!’

Het komt achter me vandaan, maar ik loop gewoon door en volg mijn instinct om het te negeren.

Dan roept ze nog een keer en ik blijf staan en draai me om. Het verbaast me niet dat Honor zich haast om me in te halen, al blijft het gek om haar in haar eentje te zien, zonder Stacia naast zich. Het is net alsof ze een arm of been mist, of een ander belangrijk deel van zichzelf.

‘Ze is naar de wc,’ zegt ze. Haar bruine ogen bestuderen mijn gezicht en ze beantwoordt de vraag die ze daar ziet. ‘Haar make-up opnieuw aanbrengen, de fruitsmoothie uitkotsen die ze met de lunch naar binnen heeft geslurpt of nieuwe manieren bedenken om de cheerleaders te chanteren – ach, wie weet wel alle drie.’ Ze haalt haar schouders op en wiegt de stapel boeken in haar armen. Ze bekijkt me kalm van mijn lange, blonde haren tot aan mijn roze gelakte teennagels.

‘Daarom vraag ik me af waarom jij al die moeite doet,’ zeg ik, haar eveneens in me opnemend, van haar lange, donkere haren met de nieuwe, roodgeverfde plukken erin, langs haar zwarte spijkerbroek, de kniehoge, platte, zwarte laarzen en het dunne, gebreide vestje dat tegen het topje eronder geplakt zit. ‘Ik bedoel, als je al zo’n hekel hebt aan haar, waarom smeed je dan al die plannen? Waarom laat je het niet los? Ga verder met je eigen leven.’

‘Dus je kunt mijn gedachten inderdaad horen.’ Ze glimlacht en houdt haar stem zo zacht en laag dat het lijkt alsof ze in zichzelf praat in plaats van tegen mij. ‘Misschien kun je me dat ooit nog eens leren.’

‘Lijkt me niet.’ Ik zucht en kom sterk in de verleiding in haar hoofd te kijken, om te zien waar dit naartoe gaat. Maar ik zeg tegen mezelf dat het verkeerd is, dat ik geduld moet hebben. Het komt vanzelf wel.

‘Misschien doet Jude het dan wel.’ Ze trekt een wenkbrauw op en staart naar me alsof het een test is – misschien zelfs een nauwelijks verborgen dreigement.

Ik pers mijn lippen op elkaar en kijk om naar mijn kluisje, waar ik graag alle boeken wil dumpen die ik al heb ‘gelezen’, zodat ik naar Damen toe kan, die op me wacht in zijn auto. ‘Reken er maar niet op,’ zeg ik, al denk ik liever totaal niet aan Jude op dit moment. Afgezien van af en toe een sms’je om te checken of alles goed is en hij nog leeft en dat Haven nog niet bij hem langs geweest is, hebben we elkaar niet meer gesproken sinds de avond waarop hij Roman vermoordde.

De avond waarop ik in de vreemde positie gedwongen werd juist die ene persoon te beschermen op wie ik zo kwaad ben dat ik hem zelf nog iets aandoe.

‘Voor zover ik weet, is dat niet een van zijn gaven,’ ga ik verder terwijl ik mijn tas over mijn andere schouder hang. Ik kijk haar aan met een blik die wil zeggen: Ik weet niet wat je van me wilt, maar als je iets wilt zeggen, schiet dan een keer op!

Waarop zij haar schouders ophaalt en wegkijkt, naar niets in het bijzonder. Ze laat haar ogen door de gang glijden en vraagt: ‘Wil jij dan niet dat ze haar lesje leert na alle rotstreken die ze heeft uitgehaald?’ Ze draait zich weer om en kijkt me vol ernst aan. ‘Ik bedoel, als je kijkt naar de hel die jij hebt doorgemaakt dankzij haar – je schorsing, het filmpje op YouTube, Damen...’ Ze laat voor het effect een stilte vallen en hoopt op een reactie. Maar ze kan pauzeren wat ze wil, ik vertrek geen spier. ‘Nou ja,’ vervolgt ze gehaast, nu ze mijn uitdrukking begrijpt en beseft dat ik er zo vandoor ga, ‘ik ben nogal verbaasd dat je niet wilt meedoen. Ik had verwacht dat je de eerste zou zijn – goed, de tweede dan, vlak na mij.’

Ik haal diep adem. Het liefst zou ik weglopen en verdergaan met de leukere momenten van mijn dag, maar ik neem even de tijd om te reageren. ‘Nou, weet je, Honor, als je het zo bekijkt, dan moet je toch toegeven dat jij ook niet echt aardig tegen me bent geweest.’ Bijna onmerkbaar verandert er iets in haar houding, wat mij aanmoedigt om door te gaan. ‘Sterker nog, je hebt ertoe bijgedragen dat ik werd geschorst, en laten we niet vergeten dat jij naast haar stond die dag bij Victoria’s Secret toen ze het filmpje maakte dat vervolgens op internet terechtkwam. Zelfs als het niet jouw idee was, als je er alleen maar bij stond en toekeek, dan nog komt dat in feite op hetzelfde neer. Je bent er niet minder schuldig door. Nee, je bent zelfs medeplichtig. Want als je niets doet om een pestkop tegen te houden, zelfs met haar blijft omgaan, dan ben je net zo schuldig aan alles wat die pestkop doet waar jij bij bent. En toch val ik jou niet lastig en ben ik niet uit op wraak. Wil je weten waarom niet?’ Ik wacht even en merk dat haar interesse eerder verslapt dan toeneemt, maar ik ben nog niet klaar. ‘Het is het niet waard. Het is mijn tijd en energie niet waard. Daar heb je karma voor, om alles in evenwicht te brengen. Echt hoor, je moet nog maar eens goed nadenken over dat hele plan van je. Het is een stom idee en zonde van je tijd. Want zo onschuldig ben je zelf ook niet, om eerlijk te zijn. En dit soort dingen hebben vaak een boemerangeffect, zonder dat je het ziet aankomen.’ Ik knik, maar wil niet zeggen dat ik spreek uit zeer recente, persoonlijke ervaring.