Reading Online Novel

Nacht in Parijs(85)



Ze moest iets wegslikken. ‘Mijn condoleances.’ Er viel een dodelijke stilte. ‘Ik heb je gisteren nog proberen te bereiken,’ zei ze haastig. ‘In De Balie.’

‘Ja, ik vond een boodschap op mijn voicemail.’

‘Vervolgens heb ik de politie gebeld. Als het goed is, waren die al eerder door Parijs verwittigd.’

‘De politie kwam te laat,’ sprak Tom bitter. ‘Een paar minuten eerder en…’

Chantal zweeg, niet wetend wat ze moest zeggen. Natuurlijk was hij bitter. Naomi had nog in leven kunnen zijn. De inspecteur die Chantal gisteren aan de lijn had gehad, had verteld hoe weinig het scheelde. Een van de agenten van de eerste auto die met loeiende sirene was komen aanrijden, meende de schutter zelfs te hebben gezien. In ieder geval iemand die zich nogal opvallend had gedragen. Een man van een jaar of veertig – kort donker haar, jeans, een zwart leren jasje en een zwart rugzakje – die zich met afgewend gezicht richting centrum had gespoed. Het was een signalement van niets, maar bij gebrek aan beter had de Amsterdamse politie meteen de zoektocht opgestart.

‘Waarom heb je niet eerder aan de bel getrokken?’ vroeg Tom verwijtend.

‘Ik eh…’ Ze begon spontaan te hakkelen. ‘Ik had Naomi anonimiteit beloofd. Zonder haar toestemming kon ik niets doen. Gisteren heb ik Naomi de hele dag proberen te bereiken om haar te waarschuwen. Ik heb haar gemaild, ge-sms’t, gebeld. Echt waar, Tom.’ Waarom stond haar mobiel verdomme uit? Waarom werd jullie vaste nummer niet beantwoord? Waar waren jullie gisteren in hemelsnaam mee bezig?

‘Je had mij eerder moeten bellen,’ zei hij op dezelfde verwijtende toon.

‘Dat kon ik niet, Tom.’

‘Waarom niet?’

‘Naomi was mijn bron,’ riep ze. ‘Weet je nog? BRON! Ik heb alles volgens het boekje gedaan. Zoals we op school hebben geleerd.’ Zoals jij ons hebt geleerd. ‘Zelfs toen ik tegenover de Franse politie Naomi’s identiteit onthulde, had ik nog het gevoel dat ik iets deed wat niet mocht. Het spijt me, Tom. Ik kan het niet helpen. Maar nogmaals… mijn condoleances.’

Er viel opnieuw een stilte.

‘Wat is er in Parijs gebeurd?’

Het klonk alsof hij haar probeerde te begrijpen.

‘Wil je het echt weten?’ vroeg Chantal.

‘Ja.’

‘Naomi is met een foute meneer mee naar huis gegaan en nu is een of andere crimineel bezig om alle getuigen van die avond te vermoorden.’

‘Ik begreep dat die foute meneer een bekende Fransman was.’

Onwillekeurig moest ze glimlachen. Als journalist kon Tom het niet nalaten om het naadje van de kous te willen weten. Belde hij daarom? Misschien was het wel zijn manier van rouwverwerking.

‘Het was een bekende politicus,’ zei ze.

‘Wie?’

‘Guy Lavillier.’

‘Nee!’

‘Je kent hem?’

‘Ik ken zijn standpunten.’ Er volgde een diepe zucht. ‘Hoe kan ze nou met zo iemand zijn meegegaan?’

Een goede vraag. Domheid, onwetendheid, frustratie, lust? Ze herinnerde zich hoe uitdagend gekleed Naomi die avond was geweest. Zag ze er vaker zo uit? Hoe was de relatie tussen Tom en Naomi eigenlijk? In plaats van te vragen vertelde Chantal hoe Guy Lavillier in een vuilcontainer was gevonden en wat daar – volgens haar – voor smerig politiek spel achter stak.

‘Ga je er over berichten?’

‘Natuurlijk,’ antwoordde ze. Dit is een wereldverhaal. Vanochtend was een verdachte aangehouden. Saimir Bezun, een vijfentwintigjarige Roma. Ze stelde zich voor dat hij – als hij inderdaad de dader was – in opdracht van Ortola had gehandeld. Een pion in een vuil politiek spel. De zaak stonk aan alle kanten, maar zij ging het tot op de bodem uitzoeken. Ze kuchte. ‘Maar ik beloof je om Naomi overal buiten te houden. Geen naam, geen initialen, zelfs niet de minste verwijzing.’

Aan de andere kant van de lijn viel een zucht van verlichting. ‘Dank je, Chantal,’ zei Tom. ‘En ook bedankt dat je me hebt gebeld.’

Opnieuw stilte.

Ze kuchte opnieuw. ‘Sterkte, Tom.’

‘Jij ook. En kijk uit.’

‘Doe ik.’

Ze wachtte tot hij de verbinding had verbroken. Was er aanleiding om uit te kijken? In gedachten zette ze iedereen die ze had gesproken naar aanleiding van Lavilliers dood op een rijtje. Ook al had ze niet met visitekaartjes gestrooid en zo min mogelijk haar naam genoemd, ongetwijfeld had ze sporen achtergelaten. Het idee dat zij het volgende doelwit zou kunnen zijn, had desalniettemin iets onwerkelijks.



De Fiat Panda 5D komt uit de green collection van Hertz. Een onopvallende auto, niet te groot en niet te klein, precies wat Milos zoekt. Een bijna geruisloze airco zorgt dat het binnen niet boven de eenentwintig graden komt. De juiste temperatuur om na te denken. Er moet veel worden nagedacht om niet nog meer fouten te maken. Gisteren ging het bijna mis. Hij was net op straat toen de eerste politieauto kwam aanstormen. Iemand moet de politie hebben gebeld. Misschien wel de oude man in de leunstoel, die alleen maar deed alsof hij sliep, maar het kan net zo goed iemand uit het revalidatiecentrum zijn geweest of een tramconducteur die voor de zoveelste keer langsreed terwijl hij weer niet instapte. Milos realiseert zich dat hij veel te veel risico heeft genomen door zo lang op dezelfde plek te blijven staan. Maar goed, de flikken hebben hem nog niet te pakken. Hij denkt aan de agent in de eerste politieauto. Had de man hem gezien? Heeft de politie een signalement en wordt er inmiddels overal naar hem gezocht? Daarom was het verstandig om vanochtend een auto te huren en geen trein te nemen. En zeker geen Thalys, waarop toch al zoveel gecontroleerd wordt.