Reading Online Novel

Nacht in Parijs(81)



Volgens het naambordje woont een zekere T. H. G. Greeven op de tweede etage. In het internetcafé in de straat om de hoek heeft hij de naam gegoogeld. T. H. G. Greeven is schrijver, journalist en nog zo het een en ander, en woont inderdaad op de Overtoom nummer 334. De foto’s laten een wat oudere man zien, een dikkig intellectueel type met een brilletje. De telefoonnummers op internet heeft Milos alle twee geprobeerd. Het vaste nummer wordt niet beantwoord. Het mobiele wel. ‘Tom Greeven…’ Op de achtergrond waren cafégeluiden te horen, in ieder geval een hoop drukte.

T. H. G. Greeven is dus niet thuis. Er bestaat apparatuur om te peilen waar de gsm van de man zich bevindt, maar Milos heeft de apparatuur niet bij zich en weet dat het ook geen zin heeft om zich daarover te ergeren. In plaats daarvan observeert hij het huis aan de overkant. Naomi gedraagt zich als een dier in een kooi, onrustig. Dan verschijnt ze weer voor het raam op de derde etage, dan weer voor het raam van de tweede etage, en steeds kijkt ze naar buiten, alsof ze doorheeft van welke kant het gevaar dreigt. Ondertussen passeren er voortdurend hordes fietsers, de meeste richting centrum. Jonge mensen, bruin verbrand, alsof ze de hele dag in het park hebben gelegen. Meisjes met korte rokjes en blote benen, jongens met shorts en ontbloot bovenlijf. Met het mooie weer zal het lang duren voor iedereen naar bed is. Eigenlijk wilde hij ’s nachts toeslaan, wanneer het donker is, maar misschien is het beter om eerder in actie te komen.

Opnieuw tuurt hij naar het huis. Vanaf de straat kan hij alleen een stukje achter de ramen zien. Wat gebeurt daarachter? Hij was niet van plan om nog een keer naar het balkon te gaan, maar de situatie laat hem geen andere keus. Dus loopt hij voor een tweede keer het revalidatiecentrum binnen. Niemand lijkt hem op te merken. Een bezoeker, zoals er zoveel bezoekers zijn. Hij groet een verpleegster en doet net alsof het doel van zijn bezoek zich boven bevindt. Ze knikt, nietsvermoedend. Hij snelt de trap op, blij dat hij het kaartje niet heeft weggegooid, en opent de deur van het balkon.

Hij ziet haar staan, voor een kast waar ze iets uithaalt. Iets roods. Een blouse. Ze neemt het kledingstuk van de hanger en buigt zich voorover. Hij stelt zich voor hoe ze op bed de blouse opvouwt. Wanneer ze zich opricht, kijkt ze naar buiten. Even is er oogcontact. Milos voelt een rilling over zijn rug gaan. Maar dan draait ze zich om en loopt terug naar de klerenkast. Ze is aan het pakken. Straks verlaat ze het huis, op reis, god weet waarheen. In ieder geval gaat ze zo naar buiten, de straat op, waar het vergeven is van de mensen en waar het alleen maar moeilijker wordt om iemand om te leggen. Hij heeft geen tijd te verliezen. Geen getwijfel. Actie. Nu.



‘Dit is de voicemail van Tom Greeven…’

Het was behoorlijk confronterend om zijn stem te horen. Haar leermeester, haar lichtend voorbeeld, haar… Onwillekeurig dacht Chantal terug aan die nacht in Utrecht. Eén nacht, nog niet eens, maar met vergaande consequenties. Kon ze de klok maar terugdraaien, dan.

De pieptoon deed haar opschrikken.

‘Hoi,’ begon ze met een kikker in haar keel. ‘Met Chantal. Chantal Zwart.’ Toen ze merkte hoeveel moeite het haar kostte om rustig te blijven, besloot ze het kort te houden. ‘Wil je me terugbellen? Het is dringend.’ Zodra ze haar mobiele nummer genoemd had, hing ze op.

En nu? Ze had Jarre naam en adres van haar bron gegeven. Hij zou zijn Nederlandse collega’s onmiddellijk waarschuwen, had hij beloofd. Had hij dat gedaan? Over een halfuur begon de persconferentie in het stadhuis van Saint-Denis. Jarre had ongetwijfeld een hoop andere dingen aan zijn hoofd. In gedachten nam ze haar Amsterdamse adressenbestand door. Wie woonde er in de buurt van de Overtoom en kon ze met goed fatsoen vragen om te gaan kijken of op nummer 334 alles in orde was. Ze nam haar laptop en tikte opnieuw ‘Tom Greeven’ in. Natuurlijk. Tom had zijn eigen website. Haar ogen vlogen over de menubalk. Behalve ‘artikelen’, ‘boeken’ en ‘bio’ was er ook een knop met ‘in de media’. Tom was een ijdele man. Zijn fans zouden eens een optreden van hem kunnen missen. Ze klikte de rubriek aan. Verdomd, daar stond het: een live radiouitzending vanuit De Balie met als hoofdgast Tom Greeven. Ze keek op haar horloge. De uitzending liep al. Binnen een paar tellen had ze het telefoonnumer gevonden.

‘Met De Balie.’ Het meisje moest schreeuwen om boven het cafélawaai uit te komen.

‘Ik ben op zoek naar Tom Greeven.’

‘Wie?’

‘Tom Greeven!’ schreeuwde Chantal terug.

‘Die zit in de uitzending.’

‘Ik moet hem spreken.’

‘Sorry, maar ik kan hem lastig uit de uitzending halen.’

‘Het is een zaak van levensbelang.’