Marcolini broers 01(21)
Met haar kin in de lucht zei ze: ‘Ik kom ermee van A naar B.’ Meestal dan, voegde ze er in stilte aan toe.
Het was duidelijk dat hij boos was, maar hij leek zijn best te doen om zijn woede te onderdrukken. ‘Claire, als het je zo’n moeite kost om rond te komen, waarom heb je dan geen contact met me opgenomen?’ vroeg hij peinzend.
Ze wendde haar blik af. ‘Ik wilde je geld niet. Ik wilde gewoon verder met mijn leven.’
Nee, dacht Antonio, en zijn maag kromp samen. Ze had zijn geld niet willen aannemen, maar het geld van zijn moeder wel. Al zou het hem de volledige drie maanden dat hij hier was kosten, hij moest en zou erachter komen wat ze ermee gedaan had.
Hij wierp haar auto nog een vernietigende blik toe. Het was duidelijk dat ze er niet veel geld aan had uitgegeven. Ze leek in het algemeen nogal een sober leven te leiden. Ze bezat geen eigen huis en werkte hard in de salon. Op zich ging ze goed gekleed, maar als ze al stukken van hippe ontwerpers in haar garderobe had, had hij die nog niet gezien. De zwarte jurk die ze de avond ervoor had gedragen had hij voor haar gekocht in Parijs. Maar iemand die zo mooi was als Claire had ook geen haute couture nodig om er goed uit te zien. Sterker nog, hij kon niet wachten tot hij haar weer zonder kleren zou zien.
‘Ik verbied je om in deze roestbak te rijden,’ zei hij, en voor ze hem kon tegenhouden, had hij de sleutels uit haar hand gepakt.
Boos keek ze hem aan. ‘Geef mijn autosleutels terug!’
Nadat hij ze in zijn zak had gestopt, pakte hij haar hand en leidde haar terug naar de straat. ‘Ik zorg er wel voor dat iemand hem hier weghaalt. En morgen laat ik een nieuwe auto voor je bij het hotel bezorgen.’ Toen ze probeerde zich los te worstelen, verstevigde hij zijn greep.
‘Ik wil geen nieuwe auto. Ik wil helemaal niets van jou!’ riep ze.
Hij wierp haar een strakke blik toe. ‘Als ik een nieuwe auto voor mijn vrouw wil kopen, dan doe ik dat. Dat ding is een gevaar op de weg. Zitten er wel airbags in?’
Haar mond vertrok. ‘Nee, maar –’
Vloekend liep hij verder in de richting van zijn eigen auto. ‘Je doet het erom,’ zei hij, waarna hij het slot van zijn veel luxere voertuig van een afstandje opende.
‘Wat bedoel je daar nou weer mee?’ vroeg ze.
Doordringend keek hij haar aan. ‘Heb je enig idee wat er gebeurt als de pers erachter komt dat jij rondrijdt in een doodskist op wielen? Ik ben hier om andere chirurgen te leren hoe je het letsel herstelt dat mensen oplopen als bestuurder of passagier in onwaardige voertuigen zoals het jouwe.’
‘Mijn auto is geen onwaardig voertuig,’ zei ze. ‘Hij is vorig jaar nog door de keuring heen gekomen.’
Op dat moment kwamen ze bij zijn auto aan. ‘Hoe dan?’ vroeg hij, terwijl zijn lip langzaam opkrulde. ‘Heb je de monteur soms omgekocht, hem ook een zekere keuring aangeboden?’
Haar ogen leken vuur te schieten. ‘Alleen iemand met jouw walgelijke moraal zou zoiets kunnen bedenken,’ beet ze hem woedend toe.
Hij hield het portier voor haar open. ‘Ik ga er verder niet over in discussie. Je gaat er niet meer in rijden, en daarmee basta.’
Toen hij eenmaal achter het stuur zat, zei ze: ‘Als je denkt dat je me je bed weer in krijgt door een flitsende nieuwe auto voor me te kopen, dan verspil je niet alleen een heleboel geld, maar nog tijd ook.’
Daarop keek hij haar uitdagend aan. ‘Ik zou je nu op de achterbank kunnen nemen. En binnen een paar seconden zou je onder me liggen te kronkelen van plezier.’
Ze voelde dat ze een verhit gezicht kreeg, en onder in haar buik voelde ze iets verraderlijk kloppen van verlangen. ‘Dan zou je me eerst bewusteloos moeten slaan,’ zei ze spottend.
Hardop lachend startte hij de motor. ‘Ik verheug me nu al op het moment waarop je die woorden terugneemt, tesoro mio.’
Met een opstandige trek om haar mond zat ze naast hem, maar vanbinnen rilde ze bij de gedachte weer intiem met hem te zijn. Als hij haar alleen maar aankeek voelde het al alsof ze in vuur en vlam stond. Het irriteerde haar dat ze zo zwak was. Had ze het nu nog niet door? Hij gebruikte haar gewoon om te zorgen dat ze niet aan zijn geld kon komen. Hij gaf geen moer om haar, en dat had hij nooit gedaan. Hoeveel bewijs had ze nodig? Had ze het diep vanbinnen niet altijd al geweten? Hoe graag ze ook wilde dat hij van haar hield, ze wist dat het nooit zou gebeuren. Toen niet, en nu ook niet. Nooit.
Enkele minuten later reed Antonio de parkeerplaats van het hotel op. Een van de parkeerhulpen hield het portier voor Claire open, terwijl een andere Antonio’s plek achter het stuur overnam.
Antonio pakte Claires hand en leidde haar het hotel in, naar de liften. Onderweg naar boven zei hij niets, maar Claire was zich erg bewust van de spanning die tussen hen in hing. Hij had haar hand stevig vast. De warmte en sensuele kracht van zijn vingers brandden in haar huid.