Lokroep(60)
‘Wat zijn dat voor beesten?’ vroeg Alex.
‘Geen idee. Het zijn er belachelijk veel,’ zei Harper. Het gezoem tussen de bomen klonk steeds harder. Zo hard zelfs dat het haar bevreemdde. Ineens zag ze dat het dikke, zwarte vliegen waren. Ze hingen in een zwerm boven de met varens en onkruid begroeide rotsen langs de zee.
‘Bah,’ zei Alex vol walging. ‘En waar komt die stank vandaan?’
‘Geen idee,’ zei Harper met opgetrokken neus. ‘Er ligt hier iets te rotten, denk ik.’
Nu ze erover nadacht, had ze al eerder op het pad iets geroken. Ze had er geen aandacht aan besteed. Op een warme dag als vandaag kwam er wel vaker een walm van rotte vis vanaf de haven.
Maar nu was de stank niet meer te harden.
Harper bleef staan, maar Alex liep nog iets verder voordat ook hij stilhield. Hij sloeg de vliegen, die in steeds grotere zwermen om hen heen zoemden, van zich af.
‘Bah, wat smerig,’ riep Harper uit. Ze kon nog net voorkomen dat er een vlieg in haar mond vloog. ‘Laten we teruggaan. Ik wandel liever in de hete zon dan dat ik door insecten wordt aangevallen.’
‘Goed idee.’ Alex wilde teruglopen naar de plek waar ze stond, maar ineens bleef hij als aan de grond genageld staan.
‘Wat is er?’ vroeg ze.
Hij keek naar iets wat op de grond lag. De vliegen die om hem heen zwermden leken hem niet meer te deren. Hij bukte zich en raapte iets op.
‘Wat heb je daar?’ Harper liep naar hem toe.
Alex veegde het zand van een klein, groen voorwerp af. Zijn handen trilden. ‘Het is een Groene Lantaarn-ring,’ zei hij. ‘Luke had zijn ouders om deze ring gevraagd in plaats van een eindexamenring. Hij had hem altijd om.’
‘Misschien zat hij te los om zijn vinger en is hij eraf gevallen,’ probeerde ze hem gerust te stellen.
‘Hij had hem áltijd om,’ herhaalde Alex. Hij keek om zich heen. ‘Hij moet hier geweest zijn. Er is vast iets ergs met hem gebeurd.’
‘Laten we meteen naar de politie gaan.’ Ze sloeg een vlieg van haar wang.
Een paar meter van het pad af hing een dikke wolk zwarte vliegen boven de grond. Dwars door de brandnetels en bramenstruiken heen liep Alex ernaartoe.
Harper volgde zijn voorbeeld. Vanaf het moment dat ze de ring van Luke had gezien, voelde ze diep vanbinnen een ziekmakende angst.
Alex bleef staan, maar Harper liep nog een paar stappen verder. Wat er ook te zien was, ze wilde het zo goed mogelijk bekijken. Achteraf had ze dat beter niet kunnen doen, want wat ze zag zou haar nog jaren in haar dromen achtervolgen.
Een halve meter van haar vandaan lag iemand op de grond. Aan de rode bos haar te zien kon het niemand anders dan Luke zijn. Op zijn kleren zaten donkerbruine vlekken van geronnen bloed, hier en daar zelfs grote klodders die meer aan opgedroogde jam deden denken.
Zijn gezicht en ledematen, hoewel bedekt met insecten, leken ongeschonden. Uit zijn mond kroop een dikke, witte made en onder zijn gesloten oogleden krioelde het van de kleine beestjes.
Zijn romp was van boven tot onder opengescheurd, alsof er binnen in hem een granaat was ontploft. Al zijn organen leken te zijn verdwenen, hoewel dat niet goed te zien was door de hoeveelheid larven die in hem krioelden.
Vlak naast hem lag nog een lichaam, dat er kennelijk langer had gelegen. Hoewel de parasieten het weefsel voor een groot deel hadden weggevreten, kon Harper zien dat de romp op dezelfde manier was opengereten als die van Luke.
Een paar meter verder stak een been uit de struiken. Als er aan de voet geen Reebok-sneaker had gezeten, had Harper het voor een half vergane tak aangezien.
Gebiologeerd staarde ze naar de lijken en als Alex niet terug naar het pad was gerend, had ze er nog uren kunnen staan kijken.
‘Alex!’ riep ze hem na. Toen ze hem zag bukken en overgeven, voelde ze zich ook misselijk worden, maar ze wist zich snel te herstellen. Ze ging naar Alex toe en wreef over zijn rug. Hij was opgehouden met braken, maar bleef nog even gebukt staan.
‘Sorry,’ zei hij terwijl hij met de rug van zijn hand zijn mond afveegde. Hij kwam overeind. ‘Ik wilde de plaats delict niet besmetten.’
‘Heel verstandig,’ zei Harper. ‘Laten we hulp gaan halen.’
Ze liepen terug over het pad en algauw zetten ze het op een lopen. Alsof de dood hen op de hielen zat renden ze rechtstreeks naar het politiebureau.
19
Uitweg
Ondanks alles wilde Gemma gewoon de dingen blijven doen zoals ze gewend was. Daarom was ze naar de training gegaan. Na de ochtend die ze met Alex had doorgebracht was ze er nog meer van overtuigd geraakt dat ze haar leven nog niet de rug toe kon keren. Ze wilde er zo goed en zo kwaad als het ging iets van maken.
De afgelopen nacht had ze de slaap niet kunnen vatten. De hele nacht had ze liggen woelen en draaien. De zee riep haar. Het had haar de grootste moeite gekost om de lokroep van de golven te weerstaan.