Reading Online Novel

Kurt Wallander 04(139)



Het werd stil in de kamer. Per Åkeson zat aan zijn bovenlip te plukken terwijl hij nadacht.

‘Martinsons vraag’, zei hij. ‘Daar heb je geen antwoord op gegeven.’

‘Hij wilde niets in ruil’, loog Wallander.

‘Wat wil jij eigenlijk dat hij doet?’

Wallander knikte naar Nyberg, die zwijgend naast Ann-Britt Höglund zat.

‘Sten Torstensson werd omgebracht met kogels die waarschijnlijk gelost werden uit een wapen van het merk Bernadelli. Nyberg heeft gezegd dat dat een weinig voorkomend wapen is. Ik wil dat Kurt Ström onderzoekt of een van die lijfwachten zo’n wapen heeft. Dan kunnen we het kasteel ingaan om een aanhouding te verrichten.’

‘Dat kunnen we toch wel doen’, zei Åkeson. ‘Bewapende personen, ongeacht welk wapen ze hebben, die illegaal in het land verblijven; dat is voor mij genoeg.’

‘En dan?’ zei Wallander. ‘We pakken ze. We zetten ze uit. Dan hebben we op één paard gewed en dan gaat het paard dood. Voordat we die mannen als mogelijke daders kunnen aanwijzen, moeten we op z’n minst weten of een van hen een wapen heeft dat het juiste kan zijn.’

‘Vingerafdrukken’, zei Nyberg opeens. ‘Dat zou mooi zijn. Die kunnen we dan via Interpol en Europol checken.’

Wallander knikte. Vingerafdrukken was hij vergeten.

Per Åkeson bleef aan zijn bovenlip plukken.

‘Is er niets anders waar je aan denkt?’ vroeg hij.

‘Nee’, zei Wallander. ‘Op dit moment niet.’

Hij wist dat hij op een koord balanceerde waar hij elk moment van af kon vallen. Wanneer hij te ver ging, zou Per Åkeson alle verdere contacten met Ström stopzetten. Verdere discussies zouden op zijn minst betekenen dat ze ernstige vertraging opliepen. Daarom koos Wallander ervoor niet zijn hele gedachtegang uiteen te zetten.

Terwijl Per Åkeson doorging met nadenken, ving Wallander de blik van Nyberg en Ann-Britt Höglund. Ze glimlachte. Nyberg knikte bijna onzichtbaar naar hem. Ze hebben het begrepen, dacht Wallander. Zij weten wat ik eigenlijk denk. En ze staan achter me.

Åkeson was het ten slotte met zichzelf eens.

‘Dit keer’, zei hij. ‘Maar alleen nu. In het vervolg geen contacten meer met Kurt Ström zonder dat ik ervan op de hoogte ben. Ik wil weten wat jullie van plan zijn hem te vragen voordat ik nog meer hulp van de kant van die man goedkeur. Jullie moeten er ook rekening mee houden dat ik dan waarschijnlijk nee zeg.’

‘Natuurlijk’, zei Wallander. ‘Ik weet niet eens zeker of er nog wel een volgende keer zal komen.’

Toen het overleg voorbij was, nam Wallander Nyberg en Ann-Britt Höglund mee naar zijn kamer.

‘Ik kon aan jullie zien dat jullie mijn gedachtegang konden volgen’, zei hij toen hij de deur had dichtgedaan. ‘Omdat jullie niks hebben gezegd, ga ik er ook van uit dat jullie het met mij eens zijn dat we nog een stapje verder gaan dan ik tegen Åkeson heb gezegd.’

‘De plastic container’, zei Nyberg. ‘Als Ström nog zo’n exemplaar op het kasteel zou kunnen vinden, zou ik hem dankbaar zijn.’

‘Precies’, zei Wallander. ‘Die plastic container is het belangrijkste wat we hebben. Of het enige wat we hebben; het is maar hoe je ’t bekijkt.’

‘Hoe kan hij die dan meenemen?’ vroeg Ann-Britt Höglund.

Wallander en Nyberg keken elkaar veelbetekenend aan.

‘Als het juist is wat we denken, dan werd de plastic container die we in de auto van Gustaf Torstensson vonden omgeruild’, zei Wallander. ‘Ik had gedacht dat we hem opnieuw zouden kunnen omruilen.’

‘Dat had ik moeten snappen’, zei ze. ‘Ik denk te traag.’

‘Soms denkt Wallander gewoon te snel’, zei Nyberg fijntjes.

‘Ik heb hem over een paar uur nodig’, zei Wallander. ‘Ik zie Ström om drie uur weer.’

Nyberg vertrok. Ann-Britt Höglund bleef nog hangen.

‘Wat wilde hij?’ vroeg ze.

‘Dat weet ik niet’, zei Wallander. ‘Hij beweerde dat een getuigschrift dat hij eigenlijk geen slechte politieman was geweest, voldoende was. Maar er zit meer achter.’

‘Wat dan?’

‘Dat weet ik nog niet. Ik heb mijn vermoedens. Het kan ook zijn dat ik me vergis.’

‘Wat die vermoedens zijn, wil je natuurlijk niet onthullen?’

‘Liever niet nu. Niet voordat ik het weet.’

Even na tweeën kwam Nyberg met de plastic container op Wallanders kantoor binnen. Hij had hem in een zwarte vuilniszak verpakt.

‘Vergeet de vingerafdrukken niet’, zei Nyberg. ‘Wat ze ook maar in handen kunnen hebben gehad: glazen, kopjes, kranten.’

Om halfdrie droeg Wallander de plastic container naar zijn auto. Hij zette hem op de achterbank en reed naar Sandskogen. De regen was toegenomen en kwam in buien opzetten vanuit zee. Toen hij uit de auto stapte, had Ström de deur al geopend. Wallander zag dat hij in uniform was. Wallander droeg de plastic container het rode huis binnen.