Reading Online Novel

Krijgsraad(45)



'Waarschijnlijk heb je nog gelijk ook, Porta. Jij en ik kunnen een varkensdief op een mijl afstand ruiken. Weiss stinkt gewoon naar bedorven onschuld en okselzweet!'

'Ik hoop dan maar dat jouw gevoel voor humor deze aanblik kan verdragen,' grinnikt Porta, met een triomfantelijk gebaar de drie koningen op tafel smijtend.

'Van hetzelfde,' glimlacht Wolf gelukzalig. Hij legt twee azen en een vrouw op tafel, zijn hand uitstekend naar Porta's inzet.

'Eventjes wachten,' brult Tiny op langgerekte toon. Hij smijt twee azen en een koning op tafel. Razendsnel heeft hij een boer verruild voor een van de twee azen waarop hij zit.

'Jij speelt toch niet vals hè?' vraagt Porta, Tiny strak aanstarend.

'Nooit van mijn leven!' blaft Tiny beledigd.

Porta kijkt de tafel rond. Hij weet dat Tiny de zaak beduvelt. De drie waarop hij zélf zit en die hij zo juist heeft omgeruild voor een koning voelt gloeiendheet aan en hij twijfelt er geen seconde aan dat Tiny op een kaart zit die hij zoëven heeft omgeruild. Natuurlijk kan hij eisen dat Tiny opstaat, zodat hij hem aan de kaak kan stellen, maar indien Tiny een van zijn zeldzame heldere ogenblikken heeft zal hij op zijn beurt eisen dat iedereen opstaat en zal ook Porta zich bloot moeten geven. Aan de andere kant zullen er vermoedelijk nog anderen zijn die kaarten zitten te verwarmen. Dat zou betekenen dat het spel helemaal opnieuw moet worden overgespeeld en dat alle winsten moeten worden terug betaald. Bliksemsnel rekent hij uit het hoofd een en ander uit en besluit het er bij te laten zitten. Met zijn tachtig-procents leningen en winsten is zijn dag goed. Maar hij besluit Tiny in de gaten te houden als een herdershond een gestolen kluif.

Porta wint de volgende vijf spelletjes.

Weiss trekt zich terug uit het spel en verdwijnt in de kelder om brood met suiker te gaan eten. Hij heeft gehoord dat suiker energie levert. Porta verstrekt hem een nieuwe lening, maar ditmaal moet Weiss vijftig kilo koffie als onderpand geven. Waar de compagnie morgenochtend koffie vandaan moet halen interesseert Weiss geen zier. Het duurt nog heel lang voor er moet worden ontbeten en in die tijd kan er heel wat gebeuren.

Met een klap vliegt de kantinedeur open. Staf-kwartiermeester Sieg komt binnenmarcheren, met een grote, dreigend uitziende zwarte aktentas, verfraaid met de Reichsadler, onder de arm. Hij laat zijn dikke, kwabbige lichaam in een wrakke leunstoel zakken.

Weiss' gezicht krijgt een vaalgroene kleur.

'Wat wil jij hier, voor de duivel?' vraagt Wolf, zonder pogingen te doen zijn walging over dit onverwachte bezoek te verhullen. 'Tut-tut, tut-tut,' zegt Sieg met een verwaand gezicht. Hij smijt de aktentas op tafel, waar hij de onheilspellende indruk maakt van een tijdbom.

'Je zou er verstandiger aan doen je wat meer gedeisd te houden, dacht je ook niet?' Hij knipt met zijn vingers en ontbloot een rij door tabak verkleurde tanden in een onaangename grijns.

'Misschien zou jij daar zelf ook verstandiger aan doen,' grijnst Wolf op een manier waarmee hij zijn naam eer aandoet en die weinig goeds belooft voor Sieg.

Sieg kijkt Wolf met samengeknepen oogjes aan.

'Al is het het laatste wat ik ooit zal doen,' sist hij, 'ik zal ervoor zorgen dat jij en Porta vol kogelgaten zitten vóór deze oorlog voorbij is!'

'De arme stakker,' grijnst Porta arrogant. Hij pakt het volle glas wodka dat Sieg voor zich heeft staan en drinkt het in één lange gelukzalige teug leeg. Dan vist hij een dikke sigaar uit Siegs borstzak en vraagt hem op z'n dooie gemak om een vuurtje.

Verbaasd houdt Sieg hem zijn gouden aansteker voor.

Porta neemt de tijd voor het aansteken van zijn sigaar, maar tenslotte is de operatie gelukt. Hij blaast reusachtige rookwolken naar het plafond en steekt de aansteker in zijn zak.

'Dat was verdomme geen cadeautje!' protesteert Sieg zwakjes.

'Je zei toch alsjeblieft, of niet soms?' snoert Porta hem de mond, verachtelijk op hem neerblikkend. 'En nou zeg ik dank je wel! Geschenken zijn altijd welkom.'

'Dit pik ik niet!' brult Sieg woest. 'Ik slinger je op rapport, Porta, tenslotte ben ik staf-kwartiermeester, dát ben ik!'

'Je bent een grote kaffer,' constateert Porta. 'Blijf zo nog even doorgaan en ik schop je zo hard tegen je reet dat je tegen het plafond vliegt!'

Razend van woede springt Sieg op en slaat Gregors bierpul om. Het bier stroomt over tafel.

Gregor kijkt hem verwijtend aan.

'Pas op dat je jezelf niet wegspoelt, ouwe jongen,' waarschuwt hij. Dan begint hij het bier op te dweilen met Siegs officierssjaal.

'Mijn sjaal!' brult Sieg witheet.

'Mijn bier,' grijnst Gregor en smijt hem de drijfnatte sjaal voor de voeten.

'Wat denken jullie verdomme wel?' brult Sieg, zijn vuisten ballend in machteloze razernij. 'Dat zal ik jullie betaald zetten! Ik ben jullie ouwe makker niet meer. Ik ben nu kwartiermeester! En ik heb vrienden die machtig genoeg zijn om jullie allemaal als luizen te verpletteren!'