Reading Online Novel

Krijgsraad(48)



'Ga op je gemak staan en luister goed,' brult de majoor de natte sneeuw in. 'We gebruiken doelmarkeringen, ook al zijn ze overbodig. De reden waarom we ze gebruiken is dat ik moeilijkheden heb gehad met een paar vuurpelotons die ze niet gebruikten. Dus luister goed: ik wil alle twaalf kogels in die roos zien, begrepen! God sta jullie bij als ik ergens anders gaatjes vind! Gisteren raakten twee stommelingen het geslachtsorgaan van de man. Dat is je reinste slampamperij! Afzwaaiers zullen jullie het een en ander gaan kosten. Drie weken lang dag en nacht schietoefeningen!' Hij veert op en neer door zijn knieën en staat ons met gemene oogjes op te nemen. 'Ik wil jullie vandaag perfect werk zien leveren,' vervolgt hij met schrille stem. 'Er zullen toeschouwers bij aanwezig zijn! Niet de gebruikelijke nageboorte van de krijgsraadsautoriteiten, maar hoge partijleden, de pers en de burgerregering. Ze hebben ons verzocht erbij aanwezig te mogen zijn. Ze willen bloed zien, de perverse schoften. Er worden twee SA-pelotons aan de sectie toegevoegd en niemand, zelfs de Reichsmarschall in eigen persoon, mag binnen de veiligheidszone komen. Ik wil niet meer lijken dan nodig zien rondslingeren. Jij, opperwachtmeester,' blaft hij, naar de Ouwe wijzend, 'bent ervoor verantwoordelijk dat er alleen ter dood veroordeelden worden geëxecuteerd. Zodra ik hier weg ben en niet langer verantwoordelijk kan worden gesteld voor wat er hier gebeurt, mag je ze wat mij betreft allemaal neermaaien. Daar is toch niks aan verloren. Maar als je ook maar één waarnemer laat raken terwijl ik verantwoordelijk ben, bij God, dan zal ik je darmen gebruiken als schoenveters – van jullie allemaal! We zijn hier om een bevel uit te voeren en dat zullen we op een behoorlijke manier doen. Ik hoop dat er geen zwakkelingen bij zijn die flauw gaan vallen. Mocht een van jullie zwak in z'n knietjes worden, nou, dan zal ik me persoonlijk met hem bezighouden als dit karwei achter de rug is: ik schop hem z'n stuitje recht onder zijn schedeldak! Wat sta jij daar verdomme aan je helm te prutsen?' brult hij kwaadaardig tegen Tiny, die zijn helm zover achterover heeft geschoven dat het ding op een Joods kalotje lijkt. 'Hoe heet jij?'

'Creutzfeldt,' antwoordt Tiny, met zijn ogen knipperend tegen de sneeuw.

'Generaal Creutzfeldt, misschien?' brult de majoor geërgerd.

'Nog niet, Herr Major,' antwoordt Tiny, terwijl hij een halfgesmolten dot sneeuw van zijn gezicht veegt.

'Ben jij soms stapel-krankzinnig, soldaat? Blijf met je smerige klauwen van je gezicht als je in de houding staat! Op rapport met die vent!'

De Ouwe waggelt naar Tiny en maakt de verplichte bewegingen.

'De propaganda-mensen zullen foto's van de lijken willen nemen,' vervolgt de SA-majoor geïrriteerd. 'Maar ik wil niemand door dat cordon zien breken voor de echo van het schot is weggestorven.

Dat is al eens voorgekomen. De een of andere idioot vuurt na het peloton en schiet de een of andere toeschouwer neer. Als ik er niet voor verantwoordelijk was zou ik erom kunnen lachen!'

Heide en ik moeten de slachtoffers aan de paal binden, het ergste baantje bij een executie. We kijken elkaar ongelukkig aan, terwijl we de korte eindjes touw op onze handen wegen. Dan lopen we naar de executiepalen. Er zullen er twee gebruikt worden, heeft de majoor ons verteld.

De touwen moeten door de palen – oude spoorbiels – worden gehaald. Je kunt de gaten waar de railbouten hebben gezeten nog zien. Twaalf van deze biels zijn in een rij opgesteld en het is duidelijk dat hier zo nodig een groot aantal executies binnen korte tijd kan worden afgehandeld.

Huiverend van de kou staan we voor de executiepalen. Even later krijgen we toestemming in te rukken, maar we moeten vlakbij klaar blijven staan.

Niemand van de bijzondere waarnemers is nog gearriveerd. Er is meer dan genoeg tijd. De veroordeelden komen altijd minstens een half uur te laat. De ooggetuigen zijn er inmiddels al.

Tot ons genoegen zien we dat ook zij staan te huiveren van de kou. Somber slaat een kraai ons gade vanuit een kromgewaaide boom. Over de hele lengte van de aarden wal stuurt de wind natte sneeuw en regen. De touwen aan de palen wapperen alsof ze de veroordeelden willen wenken.

'Wat een pestweer om in te sterven,' zucht de Ouwe gedeprimeerd. Tegen alle voorschriften in zet hij zijn kraag op.

'In elk geval beter dan zonneschijn,' meent Gregor. 'In die kou hier is alleen al de gedachte aan een lekker warm graf een troost.'

'Waarom schieten ze verdomme niet een beetje op, zodat wij achter die wijven aan kunnen gaan?' zegt Tiny, de sneeuw van zijn jas kloppend. Hij gooit een rotte appel naar Heide, die bliksemsnel bukt zodat de vrucht langs hem heen zeilt en de SA-majoor precies tussen de ogen raakt.

Iedereen kijkt zwijgend naar de majoor, als deze de resten van de rotte appel van zijn gezicht veegt. Hij neemt de blinkende privé-helm van zijn hoofd en blijft er een poosje met samengeknepen ogen naar kijken. Ook de helm zit onder de stukken rotte appel. Hij komt weer tot leven. Met wijd opengesperde ogen en zijn korte borstelhaar recht overeind als de nekharen van een dolle hond loopt hij onder het uitbraken van een regen van vloeken en bedreigingen op Tiny af.