Krijgsraad(128)
In de voorste slede blaft een mitrailleur. Lichtspoorkogels ploegen de sneeuw over de hele lengte van de hoofdstraat om.
'Smerige zwijnen,' zo luiden Sjenta's laatste woorden, als ze doorboord door de kogels uit het machinegeweer in de sneeuw valt. Op de top van de dichtstbijzijnde heuvel komen de sleden tot stilstand. Een brullende stem verscheurt de ijzige stilte – eerst in het Russisch en daarna in het Duits.
'Iedereen naar buiten! Handen boven het hoofd!'
'Wat nu!' snikt manke Misja, terwijl hij onder een bank kruipt, zijn geliefkoosde schuilhoek als er ergens gevaar dreigt.
'Kom dood, o kom...' neuriet de Legionair terwijl hij de Maxim-mitrailleur klaarmaakt.
'Die machinegeweren zullen ons aan stukken rijten,' fluistert Gregor angstig, als hij een zak handgranaten naar zich toe trekt.
'We hebben niet veel keus,' antwoordt de Ouwe ironisch. 'Als ze ons levend te pakken krijgen zullen ze ieder botje in ons lijf aan gruzelementen slaan!'
'On les emmerdent,' lacht de Legionair. 'Laten we ze met handgranaten bestoken.'
'Die hebben ons al neergelegd nog voor we in hun buurt zijn,' zegt Heide somber.
'Waar zijn Porta en Tiny voor de duivel?' vraagt de Ouwe nijdig.
'In de rendierstal, bij dat ouwe kanon,' antwoordt Gregor. 'Zij hebben net die aardappelkuil in puree veranderd.'
'Voor de laatste keer: naar buiten, met jullie handen boven je hoofd!' brult de stem door een spreektoeter.
'Zouden jullie er niet verstandiger aan doen om met je handen omhoog naar buiten te lopen?' vraagt de Ouwe aan de Russen, die zich in doodsangst tegen de muren persen.
'Nitsjewo – Nooit!' antwoordt Fjedor met een vermoeid glimlachje. 'Als ze ons niet op het eerste gezicht neerknallen zullen ze dat verzuim wel goedmaken zodra ze erachter komen dat we ons met jullie hebben verbroederd.'
'Wat moeten jullie dan later als wij vertrokken zijn?' vraagt de Ouwe.
'Er komt helemaal geen "later",' zegt Fjedor fatalistisch. 'Het is beter om samen met jullie te sterven dan dat we ons als koeien laten afslachten.'
'Je leur pisse au cul!' snauwt de Legionair, de kolf van de Maxim tegen zijn schouder drukkend.
Langzaam ronken de motorsleden de heuvel af, onder een regen van in de sneeuw exploderende granaten.
'Ze gebruiken exploderende kogels,' roept Gregor opgewonden, wegduikend achter de tapkast.
'Wat dacht jij dan dat ze zouden gebruiken?' vraagt de Ouwe sarcastisch. 'Aan gewone kogeltjes zouden ze weinig hebben!'
De drie in de rendierstal zijn zwetend en vloekend in de weer met het antieke kanon. Tiny werkt als een paard. Het kanon is zwaar en laat zich moeilijk verplaatsen, maar eindelijk slagen ze erin om het in positie te krijgen.
'Nou zullen we die lamstralen ervan laten lusten,' kankert Tiny moordlustig, terwijl hij de loop laat zakken. Hij grijpt een van de glanzende koperen granaten die de oude naar hem toerolt.
'Verdomme, de slaghoedjes!' zegt Porta dringend.
Tiny rommelt in een paar oude kisten en ontdekt er een paar.
De oude laat zich op zijn knieën zakken en drukt zijn oren stevig dicht. De lange loop van het kanon zakt irriterend langzaam, maar is tenslotte op de achterste slede gericht.
'Schiet verdomme een beetje op,' fluistert Tiny, 'anders zal ik het zélf wel doen!'
Porta drukt zijn oog tegen het vizier, dat van aanzienlijk latere datum is dan het kanon zelf. 'Vuur!' brult hij.
Tiny trekt met zoveel kracht aan het vuurkoord dat het wordt losgetrokken.
Het kanon braakt een angstaanjagende mondingsvlam uit en davert zo hard dat de rendierstal in elkaar dreigt te zakken. Een seconde later is de achterste motorslede weggevaagd.
Uit het openstaande mangat wordt een in leer gehulde gedaante weggeslingerd, die als een kanonskogel door de lucht schiet.
Tiny trekt het staartstuk open en gooit de lege granaathuls op de grond. Vlug drukt hij een nieuwe granaat in de kamer.
Staal slaat op koper en met een klap wordt het staartstuk dichtgesmeten.
'Vuur!' brult Porta.
Tiny trekt opnieuw aan het weer bevestigde vuurkoord.
De voorste motorslede wordt de lucht in geslingerd en valt in rechte lijn terug in de sneeuw. Ze horen de doffe klap van een inwendige explosie en zien aan weerskanten van het voertuig gele steekvlammen naar buiten schieten.
Een zware granaat valt door het dak van de stal en boven hun hoofden breekt krakend een dakspant. Een langwerpige stroom lichtspoorkogels snelt door de lucht, maar de kogels slaan met geweld tegen het frontpantser van het kanon te pletter.
Porta heeft zijn oog alweer tegen het vizier. Langzaam zakt de loop van het kanon omlaag.
Tiny en de oude man rukken zwetend aan de steunpoten. Het kanon kan niet zijdelings draaien, dus moeten ze het hele geval verplaatsen.
'Vuur!' roept Porta, zodra hij de volgende motorslede in het vizier heeft.
'Zeg maar dag met je handje, stelletje schijtluizen!' roept Tiny, als hij aan het vuurkoord trekt.
Het zware kanon springt omhoog en slaat terug. De derde slee slaat in de sneeuw over de kop en raakt de slede die ervoor staat. Samen rollen en glijden ze de beijsde helling af, met de rupsbanden omhoog.