Reading Online Novel

Krijgsraad(122)



'Het was anders een knap vrouwtje,' zegt de Ouwe zacht, terwijl hij opstaat.

'Ik had het zó niet bedoeld,' gromt Tiny. Hij slingert zijn Mpi om zijn schouder. 'Altijd moeten jullie mij hebben! Nou ja, binnenkort ben ik toch vertrokken en dan kunnen jullie je verdomde oorlog winnen op de manier die jullie leuk vinden!'

'Verdomme, jij grote idioot,' explodeert de Ouwe met dikke stem, 'nog één zo'n geintje en ik schiet jou ter plekke neer! Nou ga jij deze twee netjes begraven en zet een kruis boven hun graf. Waar je het hout vandaan haalt kan me geen moer verdommen! Maar een kruis zal ze hebben!'

'Krankzinnig,' verweert Tiny zich. 'Wat moeten zij nou met een kruis? Het zijn toch communisten, of niet soms! Zij geloven geen barst van alles waarover die zwartrokken preken!'

'Ik zei dat ze een kruis krijgen!' buldert de Ouwe woedend. Dan laat hij zich in een kuil in de sneeuw vallen en trekt zijn capuchon over zijn hoofd om wat te slapen.

Tiny graaft een kuil en schuift de lijken erin. Midden in de sneeuw hamert hij iets in elkaar dat met een massa fantasie voor een kruis kan worden aangezien.

'Die Ouwe mag voor mijn part in zijn hoed schijten,' vertrouwt hij Barcelona toe. 'Hij is moeilijk in de omgang, niet? De volgende keer dat ik een van de buurjongens tegenkom, zal ik vragen of hij zolang wil blijven staan terwijl ik even naar de Ouwe loop om te vragen of hij het erg vindt als ik hem doodschiet!'

'Hou toch je klep,' gromt de Ouwe van onder uit zijn kuil.

'Dat verdomde leger,' zucht Tiny, terwijl hij naast Porta in de sneeuw gaat zitten. 'Je mag niet eens meer praten en je moet in drievoud een verzoek indienen als je een van de buurjongens de lamp wilt uitblazen. Het leven is bescheten en niet de moeite waard om het te leven!'

We hebben het gevoel dat er nog maar een paar minuten voorbij zijn gegaan, als de Ouwe weer begint te brullen.

'Vooruit,' jaagt hij ons vol ongeduld op, 'pak je rotzooi en breng je kont in beweging, voordat Iwan komt om hem eraf te schieten!'

'Kan dat verdomde leger iemand dan nooit met rust laten!' brult Porta. 'Als ik in de naaste toekomst ooit weer burger ben, moet ik de kerel nog zien die mij ooit nog uit m'n nest kan commanderen!' We hebben pas een paar kilometer afgelegd als we door een wilde schietpartij bovenop een hoge sneeuwheuvel tot staan worden gebracht.

Bij het geluid van het eerste schot laat ik me in de sneeuw vallen en zie een gedaante boven de sneeuwheuvel opduiken, maar mijn Mpi weigert. Het slot is bevroren. Woest hamer ik er op los totdat de grendel loskomt. Ik vuur een heel magazijn leeg en de gedaante verdwijnt uit het gezicht.

'Terug, terug, ga terug!' buldert de commandostem van de Ouwe. Om ons heen slaat een kogelregen in, waardoor de sneeuw hoog in de lucht opspat.

'Dekkingsvuur, verdomme!' brult de Ouwe woest, als de sectie zich in wanorde terug begint te trekken. 'Stelletje laffe lamstralen! Ik heb jullie niet bevolen om terug te trekken!'

Heide komt aanrennen, hinkend als een gewonde haas. De mitrailleur begint te blaffen. Met korte sprintjes banen we ons man voor man een weg naar voren.

Het schieten van de Russen bovenaan de heuvel wordt zwakker en komt al spoedig helemaal tot zwijgen.

Hijgend, kreunend en kwaad komen we boven. Ondanks de ijzige kou transpireren we alsof we in een sauna vertoeven.

De Russen zijn nog maar met vier man, van wie er een op het punt staat te sterven. De anderen steken hun handen op en doen hun uiterste best om ons te vertellen hoe ze naar de komst van hun Duitse bevrijders hebben uitgekeken.

'Waar is de rest gebleven?' vraagt de Ouwe, verwonderd om zich heen kijkend.

'Die zijn 'm als de bliksem naar Moskou gesmeerd,' zegt Porta grijnzend, wijzend naar de voetsporen in de sneeuw.

'Blijkbaar verlangen ze lang niet allemaal naar hun bevrijders,' lacht Gregor.

Tiny duwt de loop van zijn Mpi tegen de nek van een krijgsgevangene en doet alsof hij hem gaat liquideren.

'Njet bolsjewik,' jammert de gevangene, die zich in doodsangst op zijn knieën laat vallen.

'Een verdomde polittroek, dat ben je!' buldert Tiny beschuldigend, waarbij hij de gevangene zo'n harde duw geeft dat hij op zijn gezicht valt.

'Njet polittroek, njet commissar!' bezweren ze alle drie in koor. 'De polittroek verstopt zich in "De rode engel" – daar kunt u hem vinden!'

Met de drie nazi-bekeerlingen als gids voorop marcheren we het dorp binnen, dat letterlijk in de sneeuw begraven is. Voorzichtig verplaatsen we ons van het ene huis naar het andere, de deuren opentrappend om een Mpi-salvo in de donkere kamers af te vuren. Als we een schreeuw horen blijven we schieten totdat het stil wordt.

In doodsangst komt een kudde rendieren door de hoofdstraat stormen, zodat de kluiten sneeuw ons om de oren vliegen.

Dicht bij een van de huizen ligt een man die een rode band om zijn mouw draagt. Hij is stervende. Hij staart ons met wijd opengesperde angstogen aan en probeert van ons weg te kruipen. Zijn bontjas zit onder het bloed. Hij mompelt iets onverstaanbaars en blijft verder van ons wegkruipen. Hij lijkt een man die op het strand is aangespoeld en probeert weg te kruipen van de vloed, die meedogenloos dichterbij blijft komen.