Gestapo(99)
Op een dag richtte de kat, die het opnieuw had gewaagd in het hoofdkwartier door te dringen, gruwelijke verwoestingen aan op de tafel. Ze had de brutaliteit gehad precies ter hoogte van heuvel 25 een stel jongen ter wereld te brengen. Alle tankjes en kanonnen stonden kriskras door elkaar heen; het was alsof er een bom was geëxplodeerd. De poes had al een heel ongelukkig moment gekozen, want er waren juist collega's uitgenodigd om de oefening bij te wonen.
De brigadegeneraal was woedend en eiste dat de kat voor de krijgsraad zou verschijnen. Dat was geheel in de geest van het spel. Twee Feldwebels vingen het dier op en hielden het tijdens het proces vast. Het werd ter dood veroordeeld, omdat het de opleiding van de officieren had gesaboteerd, Maar de dag daarop kreeg poes gratie. Ze moest in het vervolg alleen in de buurt van de schoorsteen blijven. De ordonnans van de generaal kreeg opdracht als bewaker te fungeren.
Op een dag rapporteerde hij dat de kat verdwenen was. In werkelijkheid had hij haar cadeau gegeven aan een bakker in de wijk Sankt-Georg. De brigadegeneraal vond het zo spijtig, dat hij opdracht gaf een nieuwe kat te kopen.
In het hele garnizoen heerste vredige rust. De macht van commandant Rotenhausen nam met de dag toe. Want de brigadegeneraal was dol op Franse cognac en de commandant kon hem die leveren. Het bezoek van kolonel Greif, dat nu al twee jaar geleden had plaatsgevonden, raakte vergeten.
Toen de commandant zich naar de gevangenis begaf, deed hij dat dan ook met zelfverzekerde stap. Hij droeg een lange rijzweep onder zijn arm. Niet dat hij ooit paard reed: dat vond hij griezelig. Maar hij gebruikte de zweep voor mensen. De gevangenen van de garnizoensgevangenis.
Hij groette hooghartig "De Verrader", die telefonisch was gewaarschuwd dat hij op bezoek zou komen. Obergefreiter Stever was opgehaald van de Reeperbahn, waar hij juist zat te genieten van een uiterst erotische film die clandestien in de 'Grosse Freiheit' werd gedraaid. Hij kreeg nog net de tijd zijn koppel om te gespen toen de commandant verscheen.
"De Verrader" sprong in de houding en riep:
'Detachement van de garnizoensgevangenis, geeft acht!'
Stever, die voorman was, controleerde de opstelling.
'Gefreiter Schmidt, een tikje naar voren. Schütze Paul, buik intrekken. Obergefreiter Weber, de linkervoet iets naar voren.'
Stever liep terug naar zijn plaats op de linkervleugel.
'Geeft acht, hoofd naar links!' brulde "De Verrader". Met stijve passen liep hij naar de commandant toe, sloeg zijn hakken tegen elkaar en riep: 'Commandant, Haupt- und Stabsfeldwebel Stahlschmidt tot uw orders met het detachement van de garnizoensgevangenis: vijftien onderofficieren, vijfentwintig soldaten, drie zieken in het hospitaal, een onderofficier met verlof, een Gefreiter gedeserteerd, twee soldaten bevinden zich in arrest bij het 12de regiment cavalerie te Elmstedt. De garnizoensgevangenis van Hamburg-Altona bevat honderd vijf gevangenen. Geen zieken. Overal heerst orde. Geen bijzonderheden te melden. De gevangenis is schoongemaakt en gelucht.'
De commandant controleerde de opstelling, wierp een lange blik op de weldoorvoede soldaten die daar in de houding stonden, knikte tevreden, verschoof iets aan de holster van een Gefreiter en informeerde bij een ongehuwd Obergefreiter hoe het met zijn vrouw ging. Zonder het antwoord af te wachten draaide hij zich om. Hij groette met zijn twee vingers aan de klep van zijn pet en zei tegen "De Verrader":
'Ik ben tevreden, Stabsfeld, maar ik heb zoals je weet haast en laten we dus snel afwerken.'
Ze liepen naar het bureau waar alles onberispelijk was. Op de tafel waren alle voorwerpen precies volgens de voorschriften gerangschikt. Wie hierin zin mocht hebben, kon het nameten en dat deed de commandant dan ook. Met een metalen meetlint stelde hij vast dat de afstand van de tafelrand tot de stapel dossiers precies tien centimeter bedroeg. Met een passer mat hij de rode strepen op de handdoeken naast de wastafel. In de toiletten vroeg hij om de sleutel waarmee de afvoerbuis werd geopend. Hij stond ermee in zijn handen en constateerde met enige teleurstelling dat hij glimmend gepoetst was.
Daarna ging hij over tot de inspectie van de wc's, maar daarop viel ook niets aan te merken. Nergens krassen in de verf, nergens een spoor van roest. Hij probeerde met zijn zakmes wat vuil te verzamelen langs de rand van de closetpot. Het gelukte hem niet zijn teleurstelling te verbergen. Alles blonk.
"De Verrader" grijnsde achter de rug van de commandant triomfantelijk naar Stever, alsof hij wilde zeggen: 'Wat is de ouwe nog naïef. Hij moet heel wat sluwer zijn om ons erin te luizen.'
Ze keerden naar het bureau terug. "De Verrader" dacht bij zich zelf: 'En dan te denken dat zo'n idioot officier wordt! Ik had al lang iets bedacht waarover ik keet kon schoppen. De sukkel kent niet eens het trucje van de lucifer die je ergens verstopt en dan later ontdekt.'