Gestapo(100)
De commandant vroeg de lijsten van de gevangenen te zien. "De Verrader" sloeg zijn hakken drie maal tegen elkaar toen hij ze overhandigde. De commandant klemde zijn monocle in het oog, een truc die hem slechts zelden gelukte. Glimlachend vroeg hij: 'Hoeveel nieuwelingen zijn er, Stabsfeld? En hoeveel worden er op transport gesteld?'
'Zeven nieuwen, commandant!' riep "De Verrader". 'Een luitenant-kolonel, een ritmeester, twee luitenants, een sergeant en twee soldaten. Veertien gaan hier weg, allemaal naar Torgau: een brigadegeneraal, een kolonel, een overste, twee kapiteins, een ritmeester, twee luitenants, een sergeant, drie korporaals, een matroos, een soldaat. Er bevinden zich vier ter dood veroordeelden in de gevangenis die op de voltrekking van hun vonnis wachten. Gratieverzoeken zijn afgewezen. De begraafplaats is gewaarschuwd. De kisten zijn bij de timmermanswinkel van het bataljon besteld.'
'Goed zo, Stabsfeld'. Het doet me genoegen dat alles hier zo keurig in orde is. Jij bent voor je taak berekend. Het is hier niet zo'n geklungel als in de gevangenis van Lübeck. Hier loopt alles als gesmeerd, Stabsfeld'! Je moet alleen zorgen dat je ongelukken vermijdt. Ik bedoel dodelijke ongelukken. Of die kerels eens een been breken, kan me niet schelen, maar als ze doodgaan bezorgt ons dat altijd werk. Op het bureau aan de Stadthausbrücke werkt tegenwoordig Kriminalrat Bielert en dat is een vreselijke snuffelneus, die veel te veel belangstelling heeft voor onze gevangenis. Daar houd ik niet van. Je ontmoet hem overal. Dezer dagen zat hij tot twee uur in de nacht bij ons in het casino. In de tijd van de keizer zou dat onmogelijk geweest zijn. Toen was hij weggehoond. Een luitenant die hem niet kende, zag hem voor een pastoor aan. Een mooie pastoor,' zei de commandant zuchtend. 'De dag daarop is ons gezegd die luitenant naar een marsbataljon te sturen. Dat ging zo maar even telefonisch. Die Bielert is een vriendje van Heydrich geweest. Houd hem goed in het oog, Stabsfeld'. Geef hem niet de kans hier iets verdachts te ontdekken. Dan ontmoeten wij elkaar over enkele dagen in de bossen bij Minsk. Je kunt de gevangenen gerust afrossen; Stabsfeld'. Maar doe het zo dat er geen sporen van achterblijven. Dan riskeer je niets. Ik zal het je straks bewijzen als ik de gevangenen inspecteer. Er zitten hier zeker wel een paar kerels die je best kunt missen en die we om een voorbeeld te stellen naar een marsbataljon kunnen sturen? Door dat op gezette tijden te doen, houd je iedereen tevreden. Goed, laten we beginnen. We hebben haast.'
In de gang stonden een aantal gevangenen opgesteld. In de eerste plaats de nieuwelingen. Een luitenant van achtenvijftig, die wegens het niet opvolgen van een bevel zat, hield de behandeling precies drie minuten en vier seconden vol. Toen werd hij wankelend, ondersteund door twee soldaten, weggevoerd. Er was geen druppel bloed te zien.
Stever grijnsde triomfantelijk en gaf de luitenant nog een stomp in zijn maag.
'Wat ben jij kinderachtig! Maar drie minuten. Je had de Feldwebel moeten zien die we hier eens hebben gehad. Die hield het twee uur vol. De commandant moest ophouden, omdat hij moe werd.'
Luitenant Ohlsen bevond zich in de gang met de anderen die aan de commandant zouden worden voorgesteld. Ze stonden allemaal met het gezicht naar de muur, hun neus en de punten van hun schoenen tegen de groengeverfde wand, de handen gevouwen in de nek.
Twee zwaarbewapende cipiers liepen in de gang heen en weer. Ze hielden hun pistoolmitrailleurs in de aanslag, gereed om te vuren. Het was een enkele maal voorgekomen dat een gevangene zijn zelfbeheersing volkomen verloor en de commandant naar de keel probeerde te vliegen. Van degenen die zo'n poging hadden gedaan, was niemand in staat na te vertellen waarom hij niet was geslaagd. Ze werden dood weggesleept uit het bureau en naar de strafcel in de kelder gebracht met een label aan hun voet.
'Gedetineerde Bernt Ohlsen, reserve-luitenant!' brulde Stever. 'Binnenkomen en snel. De commandant heeft haast.'
Luitenant Ohlsen sprong naar voren en sloeg zodra hij binnen was zijn hakken tegen elkaar, terwijl hij recht voor zich uit staarde. Hij hield zich zelf voor dat hij goed moest opletten. Eén verkeerde beweging en het zou al mis zijn. Met de vingers langs de naad van zijn broek hield hij zich zo, recht als een bezemsteel.
De commandant troonde achter het bureau. Voor hem lag zijn lange rijzweep. "De Verrader" stond vlak achter hem met een gummiknuppel waaraan geronnen bloed kleefde.
Stever posteerde zich achter Ohlsen.
'Heil Hitler,' zei de commandant.
'Heil Hitler, commandant,' riep luitenant Ohlsen.
De commandant glimlachte en bladerde in Ohlsens dossier.
'Het ziet er slecht voor je uit. Ik geloof dat ik al kan voorspellen wat er met jou zal gebeuren. Je wordt ter dood veroordeeld. Als je pech hebt, word je onthoofd. Ik denk wel dat je pech zult hebben. Mocht je boffen, dan kom je voor het executiepeloton. Onthoofden is weerzinwekkend en oneervol. Ik vind het verschrikkelijk om die hoofden in de mand te zien rollen en het is ook wel erg bloederig. Heb je nog klachten? Heb je iets te vragen?'