Reading Online Novel

Gestapo(16)



'En wat zou je er dan van zeggen als jij nog eens zelf krijgsgevangen wordt gemaakt door de Russen en één van hen zijn Nagan ontzekert, nou?'

Woedend deed Heide een forse stoot met zijn schop en wierp een enorme graszode van zich af.

'In de eerste plaats is zo iets ondenkbaar, voor wat het mij betreft; maar nog afgezien daarvan, als het ooit zo ver komt reken ik op dat nekschot. Ik zou het zakken vinden als ze me niet koud maakten. Dachten jullie soms dat ik bang was om eraan te gaan? Ik ben altijd de beste onderofficier van het gehele regiment geweest. Ik ben nu negen jaar soldaat. Ze hebben mij nog nooit gevangen kunnen nemen en ik zal ze: er ook nooit de kans toe geven.' Hij hief zijn voet op.

'Zie je hoe die laarzen glimmen? Zit de vouw volmaakt in mijn broek of niet soms? Als je een centimeter hebt, mag je nameten of mijn das op de reglementair voorgeschreven plaats zit.' Hij nam met een bruusk gebaar zijn helm af. 'Zit mijn scheiding recht? Zit mijn patroontas precies op 18 centimeter van de gesp van mijn koppel, of niet soms? En de plooien opzij van mijn tuniek zijn precies drie centimeter breed. Bij mij is alles in overeenstemming met de voorschriften. En dat is al zo sinds ik tot de overtuiging ben gekomen dat voor mij het leger vader en moeder was. Waarvoor een leger vecht, laat me koud. Als ik er het bevel toe krijg, schiet ik mijn grootmoeder neer. Ik ben soldaat, omdat ik ervan houd soldaat te zijn.'

Daar viel niet veel tegen in te brengen. Heide hield zich altijd volmaakt aan de dienstvoorschriften. Zelfs na de meest verwoede gevechten van man tegen man zag hij eruit alsof hij op het punt stond deel te nemen aan een parade.

'Maar betekent dat nu allemaal dat we die gevangenen maar zonder meer van kant moeten maken?' vroeg Stege.

'Man, wat ben je toch een sufferd,' antwoordde Heide. 'En jij hebt nog wel gestudeerd! Ik ben maar op de lagere school geweest, maar ik ken het gewone leven beter dan jij en je stomme soortgenoten. Heb jij soms niet geleerd om met een bajonet om te gaan? Dacht je dat dat was om beter gevangenen te kunnen maken? Half of helemaal verscholen schieten, nauwkeurig doel en vuurlijn bepalen, de monding van je vlammenwerper zuiver in de richtlijn? Dat hebben ze jou geleerd, Hugo. Je loopt nou toch ook al vier jaar mee, is het niet? En je hebt een goede en harde leerschool gehad. Begrijp je nou waarom zo weinig studenten officier worden? Neem je zelf. Gefreiter... na vier jaar. Daar heb ik zes weken over gedaan. Na zes maanden was ik onderofficier en zodra deze oorlog voorbij is, zal ik in recordtijd officier zijn. Je moet begrijpen waar het om gaat, dat is het hele eier-eten. Je moet lijken verzamelen. Nou, amuseer je en goede jacht.'

'Je hebt zonder twijfel gelijk,' zei Stege.

'Allicht heb ik gelijk en ik zal die zes brave Iwans een kopje kleiner maken zodra ze er vandoor gaan.'

'Dan breng ik je aan bij luitenant Ohlsen,' zei Stege dreigend.

'Dat doe je dan maar,' antwoordde Heide lachend. 'Wat dacht je dat hij daarmee kan beginnen?'

Hij boog zich voorover en we hoorden hoe hij daar onder in zijn dekkingsgat nog mompelde:

'Arme, stomme student, man, ga naar je wieg.'

Ze waren klaar met hun dekkingsgat. Fluitend viel een granaat in hun midden. Een rekruut slaakte een afgrijselijke gil en vloog uit zijn gat.

'Help me! Help me! Ik ben gewond!'

Twee van zijn kameraden kwamen hem te hulp. Samen begonnen ze in achterwaartse richting weg te rennen. Barcelona lachte grijnzend.

'Kameraad, beste kameraad, je bent gewond, wij zullen je wegbrengen, ver, heel ver van hier. We zullen je begeleiden tot de verst naar achteren gelegen verbandpost.'

'Ja, wat een geluk, hè?' zei Heide spottend. 'Net voordat het echt begint. Vechten kunnen die zakken niet, maar dit soort slimmigheidjes kennen ze binnen een paar dagen.'

Onder in een groot gat gegraven voor scherpschutters stond onze drankketel. Hij was zorgvuldig afgedekt zodat er met onze schnaps niets kon gebeuren.

De maan verdween achter het wolkendek. De nacht werd een fluwelen muur.

'Wat is het hier stil,' fluisterde de Ouwe. 'Je zou zeggen dat je erop kon lopen.'

'Gek, hè?' zei Stege. 'Het is zo stil dat je er bang van zou worden.'

We hoorden in de verte een hond blaffen.

'Waar zit Iwan nou?' wilde Barcelona weten.

De Ouwe wees op de hoge dennen die daar stug en stijf stonden als schildwachten op post.

'Die zitten daar achter in hun dekkingsgaten en zijn net zo bang voor de stilte als wij.'

'Als er nou maar eens iemand schoot,' zei Heide. 'Van die stilte zou je gek worden.'

Een satanisch gelach verscheurde de stilte. Dat gelach was zeker op kilometers afstand te horen. Het was Porta. Hij zat te kaarten met Broertje en de reus had zijn twijfel uitgesproken over de eerlijkheid van zijn tegenstander.

Een lichte mitrailleur opende aan de andere kant het vuur. Een van onze machinegeweren antwoordde met twee melancholieke salvo's.