Reading Online Novel

Gestapo(125)



Een kwartier later kwam de kleine stoet weer te voorschijn, maar zonder de oude dame.





DE VERJAARDAG VAN BERNHARD DE ZUIPLAP


Een enorm lawaai drong naar buiten uit de kroeg 'De Drie Hazen' in de Davidstrasse. Het was zelfs in het ziekenhuis aan de Bernhard Nocht Strasse te horen. De hele sfeer deed aan een kermis denken. Boven de deur waren guirlandes gespannen die doorliepen tot de straatlantarens. Lampions fonkelden als juwelen.

De eigenaar, Bernhard de Zuiplap, vierde zijn verjaardag in het zaaltje van het pand. Hij had alleen zijn beste vrienden uitgenodigd.

Broertje kwam als een van de eersten vroeg op de middag. Hij trof de Zuiplap in de keuken aan, bovenop een trap, van waar hij de voorbereidingen voor het feest van die avond leidde.

'Ik heb horen vertellen dat je jarig bent,' begon Broertje.

'Dat is zo,' bromde de Zuiplap.

'Nou, gefeliciteerd dan,' prevelde Broertje, terwijl hij zijn mutsje achterop zijn hoofd schoof.

'Dank je,' antwoordde Bernhard en hij riep een meisje toe waar ze enkele kratten bier moest neerzetten.

'Je viert het toch zeker wel zo'n beetje?' vroeg Broertje terwijl hij zijn oor met zijn pink schoonmaakte.

'Dat doe ik ieder jaar.' Bernhard de Zuiplap snoot zijn neus met zijn vingers. Er viel wat slijm op het vlees dat in een bak lag.

'Dat is voor de ragoût,' legde hij uit. 'Het hindert niet of het een beetje meer wordt. Vorige week heeft een van de meiden er koffiedik in gegooid, maar niemand heeft het opgemerkt. Ik reken maar 1 mark 20 per portie. Het is een van de schotels die ik alleen uit liefdadigheid aanbied. Ik verlies erop.'

'Dat moet af en toe wel,' zei Broertje, de flessen opnemend die langs de muur stonden. 'Wat een flessen! Wie moet die allemaal opdrinken?'

'Mijn vrienden.' antwoordde Bernhard en hij spuwde uit het raam.

Broertje wist niet precies wat hij daarop moest antwoorden. Hij kreeg de neiging om ruzie te zoeken, maar bedacht dat het verstandiger was Bernhard op een dergelijke dag niet in het harnas te jagen.

'We gaan binnenkort weg,' zei hij even later, zijn mond afvegend.

'We gaan weer naar het front. Ons marsbataljon is bijna voltallig. We hebben ook nieuwe tanks. Dat mag ik tegen niemand zeggen, maar dat ik het jou vertel hindert niet. Jij vertelt het alleen door aan wie het moet weten.'

'Natuurlijk,' zei Bernhard kort. Hij ondervond moeilijkheden bij het bevestigen van een guirlande. De trap wankelde op een enerverende manier. Bernhard was te vroeg begonnen met bier drinken.

'In de grond van de zaak heb ik je altijd een fijne vent gevonden,' hield Broertje vol. 'Hoeveel jaar loop jij nu al rond?'

'Tweeënveertig. Je kunt een flesje bier nemen en op mijn gezondheid drinken.'

Broertje stak zijn hand uit en nam een flesje. Hij wilde de capsule juist met zijn tanden verwijderen toen Bernhard hem met een dwingend gebaar een hand voorhield.

'Je hebt toch wel een cadeautje meegebracht?'

'Ach, verdikkeme,' zei Broertje. 'Dat was ik vergeten.' Hij diepte een in roze vloeipapier gewikkeld pakje uit zijn zak op.

Bernhard maakte het geïnteresseerd open. Er verscheen iets waardeloos: een kurketrekker.

'Wat een zakken zijn jullie toch, niemand heeft een origineel idee!' riep hij verontwaardigd. 'Dit is de tiende die ik vandaag krijg!'

Broertje beet in de capsule en dronk met gretige teugen.

'Je krijgt op een verjaardag bijna nooit wat je het liefst zou willen hebben.' zei hij melancholiek.

Er kwamen meer gasten om de caféhouder te feliciteren. Iedereen begaf zich naar het zaaltje dat voor het feest gereed was gemaakt.

Broertje begon aangeschoten te raken. Hij had ervoor gezorgd dat hij bij iedere toast kon meedrinken.

In het feestgewoel dook de gele hoge hoed van Porta op.

'Dag Zuiplap, wel gefeliciteerd met je tweeënveertig jaar. Heb je mijn cadeau ontvangen?'

Bernhard herinnerde zich niet dat hij iets van Porta had gekregen.

'Heeft Broertje je dan geen kurketrekker gegeven in de vorm van een vrouw?'

'Ja, dat snertding heb ik gekregen,' bromde Bernhard.

'Goed, dan is alles toch in orde? Het was een gemeenschappelijk cadeau van Broertje en mij. Sleep eens wat te zuipen aan, ik ben zo droog als een woestijn.'

Bernhard klapte in de handen.

'Lui, we gaan aan tafel. Iedereen is present.'

Er ontstond een enorm gedrang, er werd gemopperd en gestompt, maar ten slotte had iedereen een plaatsje gevonden.

Tien meisjes in zwarte Franse dessous met schortjes ter grootte van een postzegel reikten de schalen aan. Porta werd onmiddellijk ondernemend.

'Helga!' brulde hij, 'Broertje zegt dat jij je net scheert als een Franse hoer. Mag ik eens zien of het waar is?'

Helga zette een grote schaal met kool voor hem neer en deed alsof ze niets had gehoord.

Porta hinnikte als een brouwerspaard dat bier ruikt.

In de loop van de maaltijd werd de stemming steeds uitgelatener. Iemand stelde voor iets te zingen ter ere van Bernhard. Het werd een lang en obsceen lied, waarvan het refrein luidde: