Reading Online Novel

Geen tijd voor een kus(21)



‘De chirurg wil vanavond nog opereren zodra de operatiekamer beschikbaar is.’ Een jongeman kwam binnen en tegelijk dook Meg weer op. Buiten was het gehuil van de sirene van de ambulance te horen, die door de stoplichten op de heuvel reed en de komst van een nieuwe patiënt aankondigde.

Een verpleegster die Sam nog niet had ontmoet stelde zich voor als Annabel Cromer. Ze vertelde dat ze de vroedvrouw was en stelde de verloskundige voor, Matt Carter.

Samen met Annabel en Matt wachtte Sam tot de nieuwe patiënt de operatiekamer in was gereden. Daarna liep hij terug naar Riley, waar Meg aan Sarah vertelde dat er geld van een vereniging beschikbaar was voor operaties als die van haar zoon.

‘Heb je tegen die vrouw gelogen over het geld?’ vroeg hij even later, terwijl ze een oogje op het schoonmaken van de SEH hield. Riley had maar een zwakke pijnstiller gehad en wachtte in een kamertje naast de operatiekamer tot hij aan de beurt was. De zwangere vrouw was ingeschreven. Gelukkig hadden medicijnen haar weeën, althans tijdelijk, gestopt.

‘Nee, er is geld om het te betalen,’ zei ze. Iets in haar stem deed hem vermoeden dat zij degene was die met het geld op de proppen kwam.

‘Kun je het je veroorloven zulke dingen te doen?’ Onschuldig keek ze hem aan. ‘Welke dingen?’

‘Betalen voor de operatie van die jongen,’ zei hij. ‘Dat is niet erg verstandig, want je schept een precedent. Het is onmogelijk voor elke armlastige die wordt opgenomen een bedrag op te hoesten.’

‘Het komt uit het fonds,’ verklaarde ze, maar haar blos verried haar. Met een uitdagend hoofdgebaar voegde ze eraan toe: ‘Er wordt wel weer geld in het fonds gestort, het hoeft niet van één vereniging te komen. Soms schenken grote projectontwikkelaars een substantieel bedrag. Iedereen kan geven!’

‘Zelfs jij?’

Woedend keek ze hem aan. ‘Als ik zou willen!’

Rustiger vervolgde ze: ‘Hoe dan ook, ik ga wat projectontwikkelaars en verenigingen bellen. Er is vast wel iemand die wat voor de zoon van Barry Jensen wil geven. Ze weten niet dat we geen geld meer hebben.’

Ze liep weg, maar kwam snel weer even terug om de verpleegster eraan te herinneren de voorraden van beide trolleys en van de traumakamer aan te vullen.

Sam was blijven staan.

Na een korte aarzeling zei ze: ‘Er is nog iets anders.’ ‘Laat me raden. De staf is al uren op de been in de operatiezaal en je vroeg je af of ik misschien genoeg ervaring heb om vanavond bij Rileys operatie te assisteren.’

Hij lachte zo zelfingenomen dat ze hem het liefste een klap had gegeven, maar ze hield zich in. Bovendien was een frisse arts alleen maar goed voor Riley.

‘Je hoeft het niet te doen, hoor. Als Kristianne teruggaat naar Zuid-Afrika, wil ze zich specialiseren in chirurgie. Ze is altijd bereid een extra dienst te draaien, maar ze staat al zeven uur in de ok, en dat is inderdaad lang. De anesthesie levert geen problemen op, daar zijn alle artsen in getraind. Degene die vanavond dienst heeft, kan het doen.’

‘Ben jij er ook vanavond?’

Ze knikte. ‘Ik ken de Jensens. Na zijn pensionering ging mijn vader er vaak op uit met de boot van Barry Jensen. Ik vind dat ik erbij moet zijn.’ En uitdagend voegde ze eraan toe: ‘Bovendien werk ik graag in de ok, ik heb hier niet vaak gelegenheid het te doen.’

Zijn stilte maakte haar wantrouwig, maar zijn gezicht vertoonde geen enkele uitdrukking.

Toen legde hij glimlachend zijn hand op haar schouder. ‘Je was altijd al veel te teerhartig, Megan Anstey. En je hebt me meer dan eens bij je reddingspogingen betrokken.’ Zijn hand gleed onder haar haar.

Even was ze bang dat hij haar zou kussen, hier, in het felle licht van de SEH. Maar na een kneepje in haar nek liet hij haar los.

‘Mijn chirurgische kwaliteiten zijn misschien een beetje roestig geworden, maar onder leiding van een expert moet het lukken. Je kunt dus op me rekenen. Zullen we samen een hapje gaan eten in de kantine? We moeten toch wachten.’

Het kostte haar moeite zich te herstellen van zijn aanraking. De huid waar hij haar had aangeraakt stond in brand.

Samen gaan eten leek haar geen goed idee.

‘Ik kan beter die telefoontjes gaan plegen, dan hebben we geld om die man te betalen,’ zei ze, maar voor ze kon ontsnappen, had hij haar pols gepakt.

‘Elke telefonische verkoper kan je vertellen dat mensen het haten om deze tijd gebeld te worden; óf ze zitten net te genieten van een drankje na het werk, óf ze zijn aan het koken. Die man hoeft niet vanavond betaald te worden. Het is veel verstandiger morgen te bellen.’

‘Morgen heb ik misschien geen tijd.’

Sam glimlachte. ‘Kom op. Het is nu je plicht om mij te helpen. Bill heeft me tijdens de rondleiding weliswaar de kantine laten zien, maar ik betwijfel of ik hem terug kan vinden. En zelfs als ik hem vind, hoe moet ik weten wat ik het beste kan eten?’