Reading Online Novel

Drift(100)



                ‘Goedemiddag, dames en heren,’ begon hij. Journalisten gingen zitten, videocamera’s snorden en fotocamera’s klikten en flitsten. ‘Als iedereen zit, kunnen we beginnen.’

                De gesprekken verstomden en de journalisten schoven niet meer met hun stoelen.

                ‘Deze persconferentie gaat over de dood van Lodewijk van Asselt, Esmeralda van Zuilen, Kirsten Konings en Ted Kroese. We volgen een strikt programma, waarvan ik niet af zal wijken. Straks geef ik eerst het woord aan commissaris Leo Kraayenkamp, die u de stand van zaken zal vertellen. Daarna krijgt forensisch psycholoog Sylvia Wittenberg het woord. Dan volgt een vragenronde, waarin ook de meest betrokken rechercheurs, Lone Telander en Simon Kraus, vragen zullen beantwoorden. Overigens geven we geen antwoord op vragen die het onderzoek kunnen belemmeren. Dan geef ik nu het woord aan Leo Kraayenkamp.’

                De commissaris tikte op een microfoon en gaf een samenvatting van de gebeurtenissen vanaf vrijdag. Hij sprak weloverwogen. De afdeling communicatie had haar werk goed gedaan. Na een kwartier begon Wittenberg met haar betoog, dat kort en krachtig was: ‘De dader is hoogstwaarschijnlijk een hoogopgeleide man van rond de vijftig. Hij is een psychopaat, met naar alle waarschijnlijkheid de volgende kenmerken: een antisociale persoonlijkheid en een niet of nauwelijks ontwikkeld geweten. Hij kan zich niet inleven in de ander en is manipulatief. Hij misbruikt mensen om zijn doelen te verwezenlijken en houdt van een groot podium. Bovendien is hij sterk controlerend. Het kan zijn dat hij licht gehandicapt is. We gaan ervan uit dat hij handelt uit wraak. Iets moet hem getriggerd hebben om gewelddadig te worden. Overigens weten we niet helemaal zeker dat het om één dader gaat. Meer wil ik op dit moment niet zeggen.’

                Jan Nieborg nam direct over: ‘Als u een vraag wilt stellen, steekt u uw vinger op. Ik wijs aan wie er aan de beurt is. Als u door elkaar gaat praten of schreeuwen leg ik de persconferentie stil. Als ik u aangewezen heb, zegt u eerst aan wie u de vraag wilt stellen.’

                Een halfuur lang stelden journalisten van dagbladpers, de publieke en commerciële omroepen vragen. Sommige waren erg kritisch, zoals de vraag van het NOS Journaal: ‘Commissaris Kraayenkamp, u geeft een groot team tot uw beschikking en na drie dagen is er bedroevend weinig informatie over de dader bekend. De seriemoordenaar kan dus zomaar nog een keer toeslaan?’

                ‘U stelt eigenlijk meerdere vragen tegelijk. De dader heeft inderdaad verschillende moorden gepleegd en zou nog een moord kunnen plegen. Dat weten we echter niet. U heeft gelijk: de zaak is zo complex en er komt zoveel informatie in korte tijd op het team af, dat onze mensen meer tijd nodig hebben om de zaak grondig te onderzoeken, maar gelooft u mij: we doen er alles aan om de dader zo snel mogelijk op te pakken.’

                ‘Is het team wel competent genoeg om deze zaak aan te kunnen? Moet u geen hulp inroepen van Amerikaanse deskundigen die meer verstand hebben van seriemoordenaars?’

                ‘Mevrouw Wittenberg is opgeleid in de Verenigde Staten,’ zei Kraayenkamp, ‘maar ik sluit niet uit dat we in een later stadium van het onderzoek extra hulp inroepen.’

                ‘Dus u geeft toe dat het team niet voldoende gekwalificeerd is?’

                ‘Zeker niet. We hebben uiterst ervaren rechercheurs.’

                ‘Die niet in staat zijn de dader te stoppen.’

                Nieborg greep in: ‘U insinueert dat wij incompetent zijn, wat totaal misplaatst is. Wie wil een andere vraag stellen?’

                ‘Is de dader een seriemoordenaar of een spree killer?’ vroeg een journalist van de Volkskrant.

                ‘Dat lijkt me een vraag voor Sylvia Wittenberg,’ zei Nieborg.