Dodenschip(11)
Even later trilde de Nomad toen Linda het vaartuig op de zanderige zeebodem liet zakken. ‘Alle niet-noodzakelijke systemen uitgeschakeld. We wachten op jullie teken.’
‘En wat zeg jij, dikke man?’ vroeg Cabrillo aan Lincoln.
‘Laten we gaan.’
Juan zette zijn helm op en hij controleerde of de afdichting met het droogpak goed was. Daarna controleerde hij de zuurstoftoevoer uit de duikfles. Cabrillo wachtte tot Linc het duikerssignaal ‘oké’ gaf, voordat hij de inlaatkleppen weer opende. Het waterpeil steeg snel tot aan het plafond van de sluis. Cabrillo doofde het licht en drukte op een schakelaar om de sluis te openen.
Het luik zwaaide open en er ontsnapten wat luchtbellen. Omdat de golven schuimend braken tegen de kade was er geen gevaar dat het opgemerkt zou worden.
Juan werkte zich uit de sluis en pauzeerde op het dek van de onderzeeboot. Zonder verlichting was het water inktzwart. Cabrillo was opgegroeid in Californië en hij had zich zo lang hij zich kon herinneren altijd aangetrokken gevoeld tot de zee. Van snorkelen was hij overgestapt op scubadiving en toen hij een tiener was van bodyboarding naar surfen. In het water was hij in zijn element en hij was een uitstekend zwemmer. De duisternis versterkte nog het kalme gevoel dat hij onder water altijd kreeg.
Lincoln kwam even later uit de Nomad naar boven. Juan sloot het luik en ze wachtten tot Eddie en Max ook door de sluis kwamen. Toen de vier mannen allemaal uit de onderzeeboot waren knipte Cabrillo een waterdichte zaklantaarn aan, en schermde met zijn hand het schijnsel naar boven af.
Het Iraanse dok voor onderzeeboten was gemaakt door eerst een tweehonderd meter lange en dertig meter brede geul te graven in oostelijke richting van zee naar de woestijn. Daarboven was van gewapend beton een dak gebouwd dat meer dan twee meter dik was en een voltreffer tijdens een bombardement kon doorstaan. Het dok was gebouwd voor de Amerikaanse invasie in het buurland Irak, en de Iraniërs zouden nu wel beseffen dat moderne Amerikaanse wapens deze bunker met een enkel projectiel konden verwoesten. Aan de zuidkant en de noordkant van het droogdok waren de grote kades van de marinebasis, en een eind verder landinwaarts waren de kantoren, de werkplaatsen en de barakken van het complex.
Aan de zeezijde van het dok waren twee grote deuren die met hydraulische pompen naar buiten konden zwaaien. De kier tussen de onderkant van de deuren en een drempel op de zeebodem werd met opblaasbare buizen afgedicht, zodat het dok niet volstroomde. De metalen deuren waren alleen met explosieven te forceren of door urenlang met snijbranders te werken.
Cabrillo zwom weg van de deuren en leidde zijn team naar de naargeestige omgeving. Telkens knipte hij met tussenpozen even zijn zaklantaarn aan om de met schelpen begroeide zeewering voor de basis te beschijnen. Na twintig meter verscheen in de lichtbundel waar hij naar zocht: er was een opening in de muur, ruim een meter breed. Door dit gat kon het water uit het dok gepompt worden. Hij schermde het licht zo veel mogelijk af en inspecteerde het metalen rooster dat in de opening was aangebracht om te verhinderen dat iemand naar binnen kon zwemmen. Het metaal was maar weinig geroest en het beton was stevig. Na nog een minuut speuren vond Cabrillo de draden die aan de bovenkant en onderzijde van het metalen rooster bevestigd waren. Om te voorkomen dat er aan het metalen rooster gemorreld werd konden er bewegingsmelders aangebracht worden, maar in de Perzische Golf zwemmen zoveel nieuwsgierige vissen dat het alarm onophoudelijk af zou gaan. Het was eenvoudiger om het rooster onder stroom te zetten, en als de spanning onderbroken werd zouden de bewakers meteen begrijpen dat er iets gebeurde bij het rooster.
Juan maakte Linc attent op de draden. Linc was de specialist in infiltreren. Hij werkte vooral op de tast om met draad en klemmen een omleiding aan te leggen, zodat de stroom niet onderbroken werd. Daarna haalde hij twee tubes uit zijn duikertas. Hij draaide de schroefdop van een tube en kneep zodat wat grijze emulsie bij de uiteinden van de metalen tralies achterbleef. Daarna voegde hij een even grote hoeveelheid toe uit de andere tube.
De chemische stoffen waren stabiel als ze niet met elkaar in contact kwamen, maar vormden eenmaal vermengd een agressief bijtend zuur. Binnen een minuut was het metaal onder de pasta zo ver weggevreten dat Linc de staven los kon trekken. De bedrading die hij eerder had aangelegd zorgde ervoor dat de stroom niet werd onderbroken en het alarm niet werd geactiveerd. Linc plantte de afgebroken metalen staven in het zand, ervoor zorgend dat hij de uiteinden met de bijtende stof niet aanraakte. Hij hield de elektriciteitsdraden opzij, zodat Max, Eddie en Juan door de opening naar binnen konden en zelf volgde hij als laatste.
Nu waren ze onzichtbaar voor spiedende blikken en Juan knipte zijn zaklantaarn weer aan. De witte lichtcirkel streek over de kromme wanden van de brede buis voor hen uit.