De vergeten tuin(66)
MOUNTRACHET, Lord, Linus Saintjohn Henry. Geb. 11 januari 1858, z.v. Lord Saintjohn Luke Mountrachet en Margaret Elizabeth Mountrachet, geh. 31 augustus 1888 m. Adeline Langley. Eén d. Rose Elizabeth Mountrachet, geh. m. Nathaniel Walker.
Rose was dus met Nathaniel Walker getrouwd. Betekende dat niet dat hij haar vader was? Ze las de tekst opnieuw. Wíjlen Rose en Nathaniel. Dus ze waren allebei voor 1935 overleden. Was ze daarom bij Eliza geweest? Was Eliza soms als voogdes aangewezen omdat haar ouders allebei dood waren?
Haar vader – dat wil zeggen Hamish – had haar in 1913 op de kade van Maryborough gevonden. Als Eliza na de dood van Rose en Nathaniel tot voogdes was benoemd, wilde dat toch zeggen dat ze voordien waren overleden?
Als ze Nathaniel Walker eens in Who’s Who van dat jaar opzocht? Die zou zeker vermeld staan. Nog beter was om zich rechtstreeks tot Who Was Who te wenden als haar theorie klopte en hij in 1913 niet meer leefde. Ze haastte zich langs de rij met schappen en trok Who Was Who 1897-1915 tevoorschijn. Met trillende vingers bladerde ze terug van het eind. Z,Y,X,W. Daar had je hem.
WALKER, Nathaniel James, geb. 22 juli 1883, overl. 2 september 1913, z.v. Anthony Sebastian Walker en Mary Walker, geh. m. Rose Elizabeth Mountrachet, 3 maart 1908. Eén d., Ivory Walker.
Daar keek Nell van op. Eén dochter was juist, maar wat betekende dat kruisje? Ze was niet dood, ze was springlevend.
Nell werd zich plotseling bewust van de verwarming in de bibliotheek, ze had het gevoel dat ze geen lucht kreeg. Ze waaierde zich koelte toe en duwde het haar uit haar nek. Ze keek weer naar de tekst.
Wat kon dat in hemelsnaam te betekenen hebben? Hadden ze zich misschien vergist?
‘Gevonden?’
Nell keek op. Het was de vrouw van de balie. ‘Staan hier ooit fouten in?’ vroeg ze. ‘Kunnen ze het wel eens mis hebben?’
De vrouw tuitte peinzend haar lippen. ‘Het zijn misschien niet de meest betrouwbare naslagwerken. Ze worden samengesteld uit informatie die door de vermelde mensen zelf wordt aangedragen.’
‘En als een vermelde dood is?’
‘Pardon?’
‘In Who Was Who zijn alle vermelde personen overleden. Wie zorgt er dan voor de informatie?’
Ze haalde haar schouders op. ‘Ik neem aan de nabestaanden. Ik denk dat ze de meeste informatie gewoon overschrijven van het laatste formulier dat de vermelde heeft ingevuld. Voeg de overlijdensdatum toe en klaar is Kees.’ Ze veegde wat pluis van de bovenste plank. ‘We gaan over een uur dicht. Laat maar weten als er nog iets is waarmee ik u kan helpen.’
Men had zich vergist, anders niet. Dat gebeurde natuurlijk wel vaker; tenslotte kende de drukker de vermelde mensen niet persoonlijk. Het kon toch best zijn dat de zetter even met zijn gedachten ergens anders was geweest, en dat hij het kruisje per ongeluk had toegevoegd, zodat een vreemde in de ogen van het stilzwijgende nageslacht een vroegtijdige dood was toebedacht?
Het was niets anders dan een zetfout. Ze wist dat zij het vermelde kind was en ze was heel beslist niet dood. Ze hoefde alleen maar een biografie van Nathaniel Walker te zoeken, en dan kon ze aantonen dat de vermelding onjuist was. Nu had ze een naam; ooit had ze Ivory Walker geheten. En als die naam niet vertrouwd voelde, als die niet direct als gegoten zat, dan was dat maar zo. Het geheugen was een onbetrouwbare grootheid en je wist maar nooit welke dingen bleven hangen en welke niet.
Opeens moest ze denken aan het boek dat ze had gekocht toen ze de Tate betrad, dat helemaal over Nathaniels schilderijen ging. Er stond vast ook een korte biografie in. Ze haalde het uit haar tas en sloeg het open.
Nathaniel Walker (1883-1913) was geboren in New York als zoon van Poolse immigranten. Zijn vader werkte in de haven, zijn moeder had een wasserij en voedde hun zes kinderen op, van wie Nathaniel de derde was. Zijn kinderjaren waren getekend door armoede. Twee van de andere kinderen stierven aan verschillende ziekten en Nathaniel was voorbestemd om in de voetsporen van zijn vader in de haven te treden, toen een tekening die hij in New York op straat had gemaakt de aandacht van een voorbijganger trok. Dat was Walter Irving jr., erfgenaam van het oliefortuin van de Irvings, en hij gaf Nathaniel opdracht zijn portret te schilderen.
Onder de vleugels van zijn schutspatroon werd Nathaniel een bekend lid van de ontluikende beau monde van New York. In 1906 leerde hij op een van Irvings feesten Rose Mountrachet uit Cornwall kennen, die op bezoek was in New York. Het jaar daarop trouwden ze op Blackhurst, het landgoed van de Mountrachets in de buurt van Tregenna in Cornwall. Nathaniels bekendheid werd na zijn huwelijk en verhuizing naar Engeland nog groter, en het hoogtepunt van zijn loopbaan was de opdracht in de eerste maanden van 1910 om een portret van koning Edward VII te schilderen, dat het laatste schilderij van de vorst zou blijken.