Reading Online Novel

De vergeten tuin(187)



Het volgende dat Linus hoorde, was dat de zeeman dood was. Een ongeluk, zei Mansell. Op zijn gezicht tekende zich geen enkele emotie af. Een hoogst onfortuinlijk ongeluk.

Die middag was Linus ten prooi geweest aan een merkwaardig gevoel. Iemands leven was beëindigd omdat hij dat wilde. Hij voelde zich machtig; hij was in staat om zijn wil aan anderen op te leggen. Hij kon wel zingen.

Hij had Mansell een ruime vergoeding gegeven, waarna de man afscheid had genomen en op zoek ging naar Georgiana. Linus was vervuld van hoop, want blijkbaar waren er geen grenzen aan wat Mansell voor elkaar kon krijgen. Zijn baigneur zou binnen de kortste keren weer thuis zijn, dankbaar om door haar broer te zijn gered. Dan zou alles weer zijn als vroeger…

De zwarte rots zag er nijdig uit vandaag. Linus voelde zijn hart een sprongetje maken bij de herinnering hoe zijn baigneur daarbovenop had gezeten. Hij haalde de foto uit zijn zak en streek er zachtjes over met zijn duim.

‘Baigneur.’ Half gedacht, half gefluisterd. Hoe Mansell ook had gezocht, hij had haar niet gevonden. Hij had het vasteland van Europa afgezocht, had aanwijzingen dwars door Londen gevolgd, maar alles was vergeefs. Linus had tot eind 1900 niets gehoord, toen hij bericht kreeg dat er in Londen een kind was gevonden. Een meisje met rood haar en de ogen van haar moeder.

Linus wendde zijn blik af van de zee en keek omhoog naar de top van het klif dat de linkerkant van de inham afsloot. Vanwaar hij stond, kon hij nog net het hoekje van de nieuwe stenen muur zien.

Wat was hij blij geweest met het nieuws over het kind. Hij was te laat om zijn baigneur terug te halen, maar dit meisje maakte dat weer goed.

Maar de dingen waren niet gegaan zoals hij had verwacht. Eliza had zich tegen hem verzet; ze had nooit begrepen dat hij haar had laten halen en hierheen had laten brengen om hem te leren kennen. Dat ze van hem was.

En nu werd hij gekweld door haar afwezigheid, door het feit dat ze in dat verrekte huisje was buitengesloten. Ze was zo dichtbij en toch… Vier jaar was het al. Vier jaar sinds ze één voet aan deze kant van de doolhof had gezet. Vanwaar die wreedheid? Waarom wees ze hem keer op keer af?

Door een plotseling windvlaag voelde Linus hoe zijn hoed van zijn hoofd dreigde te vliegen. Instinctief greep hij ernaar en terwijl hij dat deed, liet hij per ongeluk de foto los.

Linus moest hulpeloos toezien hoe zijn baigneur werd weggeblazen op de wind die over de heuvel aan kwam zetten. Hij vloog op en neer, fladderend op de wind, wit blinkend in het licht van de wolken, kwam tergend dicht in de buurt voordat hij weer verder werd geblazen. Uiteindelijk daalde hij op het water en werd meegenomen naar open zee.

Linus was hem kwijt. Ze was hem opnieuw door de vingers geglipt.



Sinds het bezoek van Eliza had Rose zich zorgen gemaakt. Haar hersens maakten overuren toen ze zich een uitweg uit het dilemma zocht. Toen Eliza opeens uit het hek van de doolhof was gekomen, had Rose de merkwaardige schok gekregen van iemand die opeens beseft dat hij gevaar loopt. Erger nog, van iemand die zonder het te beseffen al een hele poos gevaar loopt. Ze had zich opeens duizelig voelen worden van paniek. Er was opluchting omdat er tot nu toe niets was gebeurd, en de angstige zekerheid dat dit geluk geen stand kon houden. Toen Rose alle mogelijkheden overwoog, had ze één ding zeker geweten: mama had gelijk, er moest afstand worden geschapen tussen hen en Eliza.

Rose trok de draad voorzichtig door het oog van haar naald en sprak op een volstrekt nonchalante, maar ingestudeerde toon: ‘Ik heb nog eens nagedacht over het bezoek van de Schrijfster.’

Nathaniel keek op van de brief die hij schreef. Vlug joeg hij de bezorgdheid uit zijn blik. ‘Zoals ik al eerder heb gezegd: denk er niet meer aan, lieverd. Het zal niet weer gebeuren.’

‘Dat kun je niet zeker weten, want wie kon ons het meest recente bezoek voorspellen?’

Nu klonk hij wat ernstiger. ‘Ze komt niet meer.’

‘Hoe weet je dat?’

Nathaniels liep rood aan. De verandering was maar gering, maar Rose was het niet ontgaan. ‘Wat is er, Nate?’

‘Ik heb met haar gesproken.’

Rose’ hart sloeg over. ‘Heb je haar ontmoet?’

‘Ik moest wel. Voor jou, liefste. Je was zo van streek door haar bezoek, dat ik heb gedaan wat ik kon om te voorkomen dat het nog een keer zou gebeuren.’

‘Maar het was niet mijn bedoeling dat je haar zou opzoeken.’ Dit was erger dan Rose zich had kunnen voorstellen. Ze voelde een golf onderhuidse hitte toeslaan en ze werd vervuld van de zekerheid dat ze weg moesten. Allemaal. Dat Eliza voorgoed uit hun leven moest verdwijnen. Rose vertraagde haar ademhaling en dwong haar gezicht zich te ontspannen. Nathaniel mocht niet denken dat ze ziek was, dat ze beslissingen nam zonder reden. Ze moest zo rustig mogelijk overkomen. ‘Met haar praten is niet voldoende, Nate. Nu niet meer.’