De regels van het spel(22)
Mia was gedwongen zijn hulp te aanvaarden toen hij haar het trapje op hielp met het bruisende ongeduld van een man die vond dat hij het recht had haar voort te duwen.
Die indruk drong als zuur door de lagen van haar huid heen, terwijl ze een zitplaats aan de andere kant van de cabine koos. Ze weigerde hem aan te kijken toen hij zijn lange lichaam in de stoel plooide die het verst van haar verwijderd was – als twee mensen die wilden verklaren dat ze in oorlog waren en die met de keuze van hun zitplaatsen de gevechtslinie markeerde.
De deur schoof dicht. Rotorbladen begonnen te draaien. De boze vlinders die in haar buik tekeergingen, maakten plaats voor angstige tintelingen toen ze de helikopter van de grond voelde komen. Terwijl haar hart schrikbarend zakte, keek ze met grote ogen naar buiten. Binnen enkele seconden, zo leek het, keek ze naar de rivier die als een zilveren lint in de zon glansde.
Hij zei geen woord. Zij ook niet. Ze kon echter wel zijn verhitte stemming voelen die haar door de lege ruimte bereikte. Haar lippen waren nog zo heet van de kus, dat ze het gevoel had dat ze moest proberen ze af te koelen met het puntje van haar tong. Plotseling werd ze zich bewust van zijn smaak in haar mond. Geschokt dat een kus zo’n intiem aandenken achter kon laten, klemde ze haar tong tegen de achterkant van haar tanden en weigerde hem nog te bewegen.
‘Iets drinken?’
Mia dwong zichzelf hem aan te kijken en voelde toen een zwaar gewicht op haar borst neerdalen. Hij zag er weer anders uit – gevaarlijk anders. Met zijn onderuitgezakte houding en zijn lange benen voor zich uitgestrekt, zag hij er kalm en arrogant uit, maar zijn vernauwde ogen waarschuwden haar voor iets nieuws wat binnen in hem op de loer lag, alsof hij in weer een andere stemming was geschoten.
Gepassioneerd verlangen noemde ze het, zonder te weten hoe ze dat kon herkennen. Haar blik zakte naar zijn brede sensuele mond. Zou hij háár ook kunnen proeven?
Hoofdschuddend draaide ze zich om en keek naar de horizon. De volgebouwde stad verdween langzaam uit zicht, terwijl de aarde onder hen langzaam overging in de duizend schakeringen groen van het platteland.
Aan de overkant van de cabine zat Nikos te bellen. Voor haar, verborgen achter een schot, vloog een onzichtbare persoon hen naar… Ze wist niet waarheen omdat ze had vergeten te vragen waar ze zouden overnachten.
Korte tijd later begonnen ze te dalen. Mia zag een reeks leien daken die een groot landhuis vormden te midden van uitgestrekte groene gazons, die afhelden naar een klein meertje.
Toen ze landden op het gras niet ver van het huis, nam ze aan dat het een hotel was. Pas toen Nikos haar voorging door de voordeur en ze hem een chic geklede man met dik grijzend haar hoorde begroeten alvorens naar een haltafel te lopen en een stapeltje brieven te bekijken, besefte ze haar vergissing.
‘Dit is een woonhuis,’ mompelde ze, stilhoudend om de lichte ruime hal te bekijken.
Nikos keek haar aan. ‘Wat had jij dan gedacht?’
‘Een hotel.’
Zijn glimlach was meer een grimas. ‘Dit is mijn huis – althans het huis dat ik in de weekeinden gebruik wanneer ik in Engeland ben.’
‘Sophie heeft er niets over gezegd.’
‘Waarom zou ze?’
Haar blik afwendend van de robuuste trap van warm goudkleurig eikenhout, keek ze hem even aan. ‘Zomaar,’ antwoordde ze. Sophie leek altijd alles te weten, dus het feit dat ze niet wist dat Nikos een landhuis in Hampshire had, leek op zijn minst vreemd. ‘Hoeveel huizen heb je eigenlijk?’ vroeg ze nieuwsgierig.
‘Waarschijnlijk te veel,’ spotte hij. ‘Ik hou niet van hotels. Ik heb liever mijn eigen plek.’
Iets in de manier waarop hij dat zei, verbaasde Mia, en ze bestudeerde zijn gezicht. Daarvan viel niets af te lezen. Hij leek volkomen ontspannen, maar toch…
Op dat moment stapte iemand door de openstaande voordeur naar binnen zodat ze zich omdraaide. Het was de man die Nikos bij aankomst had begroet, en hij had haar weekendtas en kledingzak in zijn handen.
‘Dit is Lukas,’ stelde Nikos hem voor. ‘Lukas zorgt dat het huishouden op rolletjes loopt. Als je iets nodig hebt tijdens je verblijf hier, kan Lukas ervoor zorgen. Miss Balfour, Lukas,’ zei hij.
‘Goedemiddag, Miss Balfour,’ groette Lukas beleefd. ‘Ik zal uw spullen naar uw kamer brengen en dan iets te drinken voor u halen.’
Terwijl hij naar de trap liep, keek Mia hem op haar lip kauwend na. Het was allemaal heel vanzelfsprekend, heel beleefd. Ongeveer zoals ze gewend was geraakt op Balfour Manor, hoewel het er in de verste verte niet op leek. Balfour Manor was gigantisch vergeleken met dit huis, met veel lambriseringen en lange galerijen vol met kostbare schilderijen en schitterend antiek. Dit huis had roomwitte muren en een vriendelijke, meer klassieke sfeer. Ze vond het mooi.