De nanny's 01(38)
‘Is er iets, Maggie?’
Geschrokken draaide ze zich om. Ze ontdekte Jason aan tafel, verborgen in de schaduwen. ‘Mijn hemel, je laat me schrikken.’ Ze drukte een hand tegen haar borst. ‘Ik had je niet gezien.’
‘Is alles goed met je? Met Brady?’
‘Die slaapt sinds een paar minuten. Volgens mij krijgt hij tandjes.’ Ze leunde tegen het aanrecht.
‘Weet je dat niet zeker? Jij bent de baby-expert.’
‘Ja, maar baby’s zijn onvoorspelbaar en kunnen ons niet vertellen wat er aan de hand is. Ik ben specialist in de eerste zes weken. Daarna ben ik altijd weg.’
‘Tot ik je overhaalde om te blijven.’
‘Ja.’ Ze wisten allebei waarom ze hier was en daar wilde ze het nu niet over hebben. ‘Wat doe jij hier in het holst van de nacht? Wakker geworden van Brady?’
‘Nee.’ Hij nam een slok uit een glas. Daar zat vast geen kamillethee in. ‘Bedankt dat je je bed uit kwam voor hem. Het is het immers je vrije dag.’
Brady zag ze echter allang niet meer als werk. Ze was dol op hem en hij had haar nodig om getroost te worden. Misschien was het maar goed dat ze zich had laten ompraten om niet in Good Shepherd te blijven. ‘Dat deed je handig, zuster Margaret aan jouw kant krijgen. Twee tegen een was niet eerlijk.’
‘Je bent koppig en ik had een goede medestander nodig.’
Ze lachte. ‘Dat zou ze leuk vinden om te horen.’
‘Leuke vrouw. Je had geluk dat je haar had tijdens je jeugd.’
‘Klopt.’
‘Ze heeft het hart op de goede plaats en volgens mij heb je een en ander van haar opgestoken.’
Iets in zijn stem stoorde haar. Er lag een rauwe ondertoon in, en ze vermoedde dat dat niets te maken had met Brady en tandjes krijgen. Nadat ze een theezakje in het hete water had gegooid, ging ze bij hem aan tafel zitten. Gelukkig zat zij nu ook in schaduwen gehuld, want ze zag er niet uit in haar pyjama. Hij droeg zijn kleren nog. Ze merkte dat zijn voeten naakt waren. Vreemd dat dat zo intiem aanvoelde. Erger nog: zo opwindend. ‘Wat is er mis, Jason?’
Hij keek geamuseerd op. ‘Zo, zijn we even Ms. No-nonsense vanavond?’
‘Je zei het zelf al: ik heb een goede leermeester gehad. Zuster Margaret is de koningin van de no-nonsense. Dus probeer maar niet van onderwerp te veranderen. Iets houdt je bezig, anders lag je al lang in bed.’
Hij keek haar zo lang aan, dat het er even op leek dat hij niet zou antwoorden. Tot hij een zucht slaakte. ‘Het komt door wat ze zei over die drie deugden.’
‘O ja, dat liefde de grootste deugd is.’ Ze keek hem aan. ‘En toen je zei dat liefde ook veel verdriet veroorzaakt, zag ik die blik in je ogen.’
‘Wat voor blik?’ De spanning in hem was bijna voelbaar. ‘Wat zag je dan?’
‘Dat iemand je heel erg gekwetst heeft. Wie was het, Jason?’
‘Moet ik kiezen?’
Hij probeerde luchthartig te zijn, maar ze liet zich niet afleiden. Ze had hem in de tang en het was tijd dat ze de vraag stelde waarop ze het liefst antwoord had. Een vraag die hij echter naar alle waarschijnlijkheid niet zou beantwoorden. ‘Heb je ooit van iemand gehouden?’
‘Ja.’
Om de een of andere reden verraste haar dat. Niet alleen dat hij antwoordde, maar ook dat hij toegaf dat hij echt van iemand had gehouden. Ze wist wel dat hij dat kon, vanwege Brady, maar dat hij van een vrouw had gehouden kwam toch onverwacht. ‘Wie?’
‘April Petersen.’
Ze wachtte, maar er kwam niets meer. Kennelijk moest ze het uit hem trekken. ‘Wanneer?’
‘In mijn eerste studiejaar. Ik was bijna negentien.’
Inmiddels begreep ze wel dat ze het verhaal er vraag voor vraag uit moest trekken. ‘Wat is er gebeurd?’
‘Hoezo moet er iets gebeurd zijn? Het kan toch ook dat het niet lekker liep?’
Ze schudde nee. ‘Je gezicht zegt iets anders. Er is iets gebeurd en dat was beslist niet leuk.’
‘Er was een derde bij betrokken.’
‘Heeft ze je bedrogen?’ vroeg ze, boos voor hem. Wie zou het in zijn hoofd halen om liefde en een prachtige toekomst met hem in de waagschaal te stellen?
‘Nee, dat was het niet, voor zover ik weet.’ Hij glimlachte, maar zonder humor.
‘Dan begrijp ik het niet. Wat liep er dan niet?’
‘Mijn vader heeft haar een flinke smak geld betaald om uit mijn leven te verdwijnen.’
Verbaasd knipperend keek ze hem aan. Eigenlijk wachtte ze tot hij zei: ‘Grapje.’ Zodra ze zijn strakke blik echter zag, wist ze dat hij geen grapje maakte. ‘Dat is belachelijk!’
Nu glimlachte hij oprecht. ‘Dat zal ik zeker tegen Hunter zeggen.’
‘Ik zal hem met liefde vragen wat hij zich in zijn hoofd haalde. Waarom zou je vader zoiets doen? Kon hij niet wachten tot de liefde vanzelf overging? Dat gebeurt toch altijd?’ Dat had die jongen op wie zij verliefd was geworden wel bewezen.