Reading Online Novel

De Vuurdoop(121)



Hij gooide zijn halve hotdog in de afvalbak toen Erik wegliep en weer voor in de Volvo plaatsnam. Lars reed en sloeg links af de Odengatan in. Erik deed zijn ogen dicht en masseerde opnieuw het gebied tussen zijn ogen. Hij zuchtte wat hoofdpijn weg, keek met half dichtgeknepen ogen tegen het daglicht in.

‘En die verpleegster, hoe gaat het daarmee? Denk je dat ze iets weet?’

‘Nee,’ antwoordde Lars.

‘Waarom niet?’

‘Omdat niets daarop wijst. Ik heb eindeloos geluisterd... Geen enkele aanwijzing.’

‘Weet ze dat we haar afluisteren?’

Lars draaide zich om naar Erik.

‘Hoe zou ze dat moeten weten?’

‘Ik weet het niet, we krijgen immers niets van haar.’

‘Misschien heeft ze ons niets te bieden?’

Erik haalde zijn schouders op.

Ze parkeerden de auto voor Carlos’ appartement in de Karlbergsvägen op een plaats waar een stopverbod gold.

Voordat Erik het portier opende, draaide hij zich om naar Lars en keek hem even onderzoekend aan. De onderzoekende blik ging over in een zwijgend en langgerekt staren.

‘Wat is er?’ mompelde Lars.

Erik leek de situatie niet ongemakkelijk te vinden. Integendeel, hij leek ervan te genieten.

‘Je bent een rare snuiter, Lars Vinge, weet je dat?’

Lars reageerde niet. Hij zat nog in een pillenroes. Dat maakte hem altijd wat zelfverzekerder. Hij kon de blik in Eriks ogen weerstaan. Maar Erik snoof verachtelijk.

‘Doen we nu wie het eerst wegkijkt?’

Lars sloeg zijn ogen neer.

Erik kuchte. Dat klonk niet best en hij moest een paar keer hoesten. Hij hapte naar lucht.

‘Gunilla zei dat je je blik wat wilde verruimen, dat je andere taken wilde. Dit is er zo een, ben je er klaar voor?’

Lars knikte.

‘Weet je het zeker?’

‘Ja.’

‘Oké, bek dicht en ogen open. Dat eerste is het belangrijkst.’

Hij verliet de auto. Lars bleef zitten, haalde diep adem en volgde hem toen.

De lift was defect. Carlos woonde op de derde verdieping. Ze begonnen de trappen op te lopen.

Erik steunde en hijgde. Op de tweede verdieping bleef hij staan, hield de trapleuning stevig vast en ademde moeizaam. Hij had een knalrood gezicht. Hij wuifde geïrriteerd met zijn hand dat Lars moest doorlopen.

***

Erik zat met een koptelefoon op te luisteren naar het geluid uit het doosje dat Hasse en Anders bij hun vorige bezoek hadden achtergelaten.

‘Dit is toch niks? Alleen onzin en ruis!’

Hij keek Carlos aan.

‘Waarom?’ ging hij verder.

Carlos likte zijn lippen.

‘Weet ik veel. Ik had dat ding bij me, maar Hector praatte niet met mij.’

Lars ging op een keukenstoel zitten en volgde het allemaal.

‘Straks gaat hij onderuit en dan ga jij met hem mee. Ik geef je een kans, Carlos. Een mogelijkheid om als een vrij man uit deze hele ellende te komen. Maar dan moet je ons helpen. Begrijp je dat?’

Eriks toon was neerbuigend, alsof hij het tegen een kind had. Lars keek naar de blauwe plekken op Carlos’ gezicht.

‘Heb je klappen gekregen?’ vroeg hij.

Carlos keek Lars met een vragende uitdrukking op zijn gezicht aan.

‘Hou je kop, Lars,’ zei Erik.

Erik hield de microfoon weer omhoog.

‘Deze moet je altijd dragen. We zijn over twee dagen terug, dan willen we een hele hoop informatie hebben... Alsjeblieft.’

Carlos keek naar de microfoon die Erik hem wilde aangeven en daarna naar de grond, alsof hij naar een alternatief zocht.

‘Pak aan,’ zei Erik.

Carlos schudde zijn hoofd, Eriks geduld raakte op.

‘Pak aan, man!’ Eriks stem sloeg over.

Lars stond op.

‘Zijn we klaar?’

Erik draaide zich naar hem om.

‘Ik zei toch dat je je kop moest houden.’

Lars glimlachte spottend naar Erik.

‘Jij moet zelf je kop houden. Je kunt immers niks. Vind jij dit de goede aanpak?’

Erik keek Lars verbaasd aan. Zijn bloeddruk steeg, hij kreeg een rode kop.

‘Vuile homo,’ zei hij zacht en hij wilde verdergaan toen hij opeens zijn evenwicht verloor. Hij mompelde iets onverstaanbaars. Zijn stem was dik en dof. Lars en Carlos keken verbaasd naar de man. Erik probeerde iets te zeggen, hij kneep zijn ogen tot spleetjes alsof het licht opeens te fel voor hem was. Erik ging met zijn hand over zijn voorhoofd, knipperde met zijn ogen, wankelde en pakte de rug van een keukenstoel vast.

‘Ik kan niet goed zien,’ zei hij.

‘Wat?’

Eriks linkerarm begon te trillen, hij keek er verbaasd naar.

‘Wat is dit?’ fluisterde hij stil bij zichzelf.

Hij keek van zijn eigen trillende arm naar Lars en daarna naar Carlos. Hij stootte een compleet onbegrijpelijk keelgeluid uit en gaf opeens over. Hij zakte door zijn ene been en viel naar links, nam de keukenstoel mee en landde met een harde klap op de vloer. Daar bleef hij in zijn eigen braaksel liggen, knipperend met zijn ogen.