De Orsini broers 03(26)
‘Falco…’
‘Vijf minuten,’ klonk het bars. ‘Dan vertrekken we.’
Deze man was onmogelijk. Het ene moment kon hij zo gevoelig overkomen, en het andere was hij ineens zo kil. Ze wist dat ze zijn trots had gekrenkt. Nu ze enkele minuten had om na te denken, dacht ze te begrijpen wat er was gebeurd. Ze was bang geweest, en haar reactie was even primitief geweest als deze man zelf.
Hoewel, Falco was eigenlijk niet primitief, al was hij wel net zo gespierd, snel en intelligent als een roofdier. Hij zou echter geen misbruik maken van de emoties van een vrouw. Dat had hij niet nodig.
Even later stond ze onder de lauwe douche, en ze dacht na. Welke speling van het lot had hem in haar leven gebracht? De echte vraag was hoe ze hem er weer uit kreeg. Die arrogante man durfde gewoon te beweren dat hij de verantwoording voor haar veiligheid had. Mooi niet! Dat had zij, en zij alleen. Aan de andere kant… Wat als hij er de vorige avond niet was geweest om haar angsten weg te nemen?
Haar ogen sluitend, liet ze het water over haar gezicht stromen. Die nepkat had haar meer angst aangejaagd dan de bewerkte Bon Soir-advertentie en het briefje. Het was haar knuffel geweest, of anders was het er een die er sprekend op leek, en hij was aan de muur van een huisje gespijkerd waarvan niemand het bestaan wist…
Vanaf het begin had ze geprobeerd te doen alsof ze niet wist waarom deze dingen gebeurden en wie haar dit aandeed, maar ze hield zichzelf voor de gek. Ze had zo haar vermoedens. Dat kon ze voor zichzelf niet langer ontkennen, maar verder mocht niemand het weten.
Er werd op de deur van de badkamer geklopt. ‘Eén minuut nog, Bissette. Het ontbijt slaan we wel over.’
Elle kneep haar ogen samen. Falco Orsini gevoelig? Hij was een dictator, en hij mocht zijn neus niet in haar zaken steken. Eenmaal weer op bekend terrein, zou ze hem een cheque geven voor zijn moeite en afscheid van meneer de bodyguard nemen. En dan nog dreigen dat ze het ontbijt zouden overslaan ook… Haar maag knorde. Dacht hij echt dat hij haar bang kon maken met die onzin? Ze rolde met haar ogen, draaide de kraan dicht en pakte een handdoek.
Haar beroemdheid baarde Falco zorgen. Het laatste wat hij wilde was dat bekend werd dat Elle Bissette zich ophield in hoe dit gat ook heette. Zodra ze weer in zijn huurauto zaten, pakte hij de zonnebril van het dashboard. ‘Zet deze maar op,’ zei hij kortaf.
Ze keek ernaar alsof ze nog nooit een zonnebril had gezien. ‘Die heb ik niet nodig,’ zei ze, ‘dank je.’
Tegen wil en dank voelde Falco een grijns opkomen. Aan haar toon hoorde hij dat ze eigenlijk iets heel anders had willen zeggen in plaats van dat ze hem bedankte. Deze dame had wel lef, dat moest hij haar nageven. ‘Zet hem toch maar op.’
‘Ik zei toch –’
‘Wil je wat eten? Of wil je herkend worden door een vrachtwagenchauffeur die dan de plaatselijke pers belt?’
Duidelijk geïrriteerd dat hij haar slimmer af was, griste ze de zonnebril uit zijn vingers.
Beter, maar niet voldoende, dacht Falco, en hij stopte bij een benzinestation. Na het tanken liep hij het kleine gebouw binnen om te betalen. Even later kwam hij naar buiten met een rood petje met het logo van de oliemaatschappij. ‘Verberg je haar maar onder deze pet.’
Haar huiverende blik zou nog veel erger zijn geweest als ze de kerel had gezien die het petje zojuist nog had gedragen en het voor twintig dollar aan Falco had overhandigd. Maar ze maakte een paardenstaart en zette het petje op.
Duidelijk een verbetering. Haar prachtige neus, mond en kin waren nog te zien, maar hij wist dat de enige die haar nog als Elle Bissette zou herkennen, de man was die haar vannacht in zijn armen had gehouden, veel eerder dan zij wakker was geworden en zich had afgevraagd wat er zou gebeuren als hij deze slapende schoonheid met een kus zou wekken. Wat een idioot was hij toch ook.
Hoewel ze nog geen honderd meter van het eethuisje verwijderd waren, trapte hij het gas diep in voordat hij de auto op de parkeerplaats tot stilstand bracht. ‘Ik weet dat je beter gewend bent,’ zei hij, ‘maar we moeten allemaal wel eens concessies doen.’
‘Weet jij veel waaraan ik gewend ben,’ zei ze scherp.
Ze was uitgestapt voordat hij kon zeggen dat hij dat wel wist, en dat hij ook niet gewend was aan derderangs motels, smerige eettenten en verwaande vrouwen.
Wat er die ochtend in hem was omgegaan, was normaal voor een man die duidelijk opgewonden wakker werd. Er had een mooie vrouw in zijn armen gelegen, al had hij haar vanaf het begin niet gemogen. Hoe meer tijd hij met haar doorbracht, hoe overtuigder hij van zijn gelijk raakte. Wat een onzin, dat ze niet aan seks zou doen. Dit was een vrouw die wist hoe ze mannen moest gebruiken. Eerst een beetje verleiden, en dan trok ze zich terug. Zo hield ze mannen aan het lijntje.