Reading Online Novel

Daniel, Zoon Van De Wind(34)





De man die hij vanaf nu Vader moest noemen lag met slechts één oog open naar hem te kijken.



'Die satanse stad', zei hij.



Daniël knikte. Hij begreep de woorden niet. Maar het was iets waar Vader niet van hield. Daniël was altijd op zijn hoede wanneer Vader met zijn mond begon te hakken als een bijl tegen droog hout. Sprak hij over hem of tegen hem? Daniël wist het nooit helemaal zeker.

Die ochtend kostte het Vader veel tijd om uit bed te komen. Daniël zat op zijn stoel te wachten. Nadat ze hadden ontbeten nam Vader hem mee de stad in. Het was warm en Daniël droeg de schoenen in zijn hand om zich makkelijker te kunnen bewegen. Ze stopten bij een huis dat vlak bij het hotel lag. In een raam stonden afbeeldingen van mensen. Ze staarden Daniël recht aan. Vader opende de deur. Er rinkelde een belletje. Binnen was het donker, net als op de handelspost van Andersson of aan boord van een schip. Blanke mensen leven in schemerige kamers, dacht Daniël. Overal zijn deuren die open en dicht moeten, muren die de



mensen belemmeren te kijken, plafonds die zwaar als rotsblokken boven hun hoofd hangen.



Ze kwamen in een kamer waar een verlaten tafel en stoel voor een grijze wand met geschilderde bloemen stonden. Vader ging op de stoel zitten en posteerde Daniël naast zich. De man die hen ontving verdween onder een zwarte lap die aan de achterkant hing van iets wat op een kanon leek. Daniël had er een gezien een jaar voordat Kiko en Be en de anderen gedood werden. Ze hadden door de woestijn gelopen en blanke soldaten gezien die zulke wapens lieten voortslepen door ossen. Daniël wierp een blik op Vader. Was het de bedoeling dat ze zouden sterven ? Vader voelde zijn onrust.



'We worden alleen maar gefotografeerd', zei hij.



Vader glimlachte en zei iets tegen de man onder de lap, die vervolgens begon te lachen. We gaan niet dood, dacht Daniël. Ik moet dit alles zien te doorstaan terwijl ik wacht op een mogelijkheid om naar huis terug te keren. Ik moet aan de antilope denken, die zich ieder moment van de rots kan losmaken om een prooi te worden die we kunnen doden en opeten. Ik moet wachten tot ik dezelfde sprong als de antilope kan maken. Of tot er vleugels uit mijn rug groeien.



Het bliksemde. Daniël kromp in elkaar. Maar Vader glimlachte. Heel even vreesde Daniël dat Vader zijn gedachten kon lezen. Maar hij was al van de stoel opgestaan en sprak met de man die zich onder de lap had verstopt om een schot af te vuren dat niet raak was geweest.



Laat in de middag gingen ze terug naar de winkel. Ze bleven voor het raam staan. Daniël zag zijn eigen gezicht daarbinnen. Het staarde recht in de kanonloop.



Dit ben ik niet, dacht hij. Mijn ogen zijn van een ander mens. De man onder de lap heeft een schot op me afgevuurd net zoals toen Kiko's hoofd kapotgeschoten werd.



Ik ben ook dood.

Ik heb het alleen nog niet gemerkt.





Het duurde even voordat Daniël begreep dat het verschrikkelijke oord waar ze beland waren de plaats op aarde was waar Vader geboren was. Nadat ze de stad verlaten hadden waar de kanonloop op zijn gezichtgericht was, trokken ze drie weken lang door oneindige bossen. Vader had een paard en wagen gekocht, maar het werd Daniël al snel duidelijk dat hij niet wist hoe hij met het paard moest omgaan, dat vooral deed waar het zelf zin in had. Het regende bijna de hele weg. De wagen was open en Daniël lag onder iets wat op een zeildoek leek, samen met de kisten waarin Vader zijn insecten, boeken en instrumenten bewaarde. Door de vele regen had Vader koorts en een zware hoest opgelopen. Hierdoor waren ze genoodzaakt tien dagen in een stad te blijven die Vaxjö heette en waar Vader in bed heftig lag te zweten in een huis dat hij 'herberg' noemde. Daniël bette zijn voorhoofd, gaf hem water en meerdere malen was hij ervan overtuigd geweest dat Vader dood zou gaan. Een medicijnman in een donkere jas kwam hem onderzoeken en bekeek Daniël met grote nieuwsgierigheid. Hij gaf Vader een flesje waaruit hij moest drinken wanneer de hoest te heftig werd. Iedere keer wanneer hij Vader bezocht vroeg hij Daniël zich helemaal uit te kleden. Vervolgens kneep hij in zijn lichaam, keek in zijn mond, telde zijn tanden en knipte een stukje van zijn haar af.





Daniël raakte in de tussentijd bevriend met het paard. Als Vader zou sterven was het paard het enige wat hij had.

In de periode dat Vader ziek was gebeurde er iets eigenaardigs. Vader had zwaar liggen ijlen van de koorts, maar voor de eerste keer had Daniël begrepen wat hij zei. Van de taal waarvan hij eerder maar een enkel woord had kunnen identificeren begreep hij nu ineens hele zinnen. Wanneer Vader ijlde begreep Daniël wat hij zei. Het was alsof hij in Vaders onrustige dromen kon kijken en de woorden daar betekenis kregen.



Hij had nog steeds moeite met zijn nieuwe naam. 'Daniël'.