Reading Online Novel

Dagboek van een submissive(76)



Even voor de duidelijkheid, we waren niet ineens een Siamese tweeling of zo. Ik bezocht Ella en Thomas, ging naar huis voor het verjaardagsweekend van mijn vader en draaide een aantal diensten waarbij ik ook hele weekeinden achter mijn bureau zat. Maar terwijl ik druk bezig was mijn onderbewuste ervan te overtuigen dat het nog niet voor een nieuwe relatie doorging, liep ik de hele dag als een verliefde puber aan James te denken. Dat ging zelfs zo ver dat ik hem als eerste belde of sms’te als ik mijn dag wilde doornemen of als er iets leuks was gebeurd dat ik wilde delen. Zes weken lang stonden we eigenlijk constant met elkaar in verbinding, altijd op de rand van contact.

En toen moest ik op reis voor mijn werk.

Terwijl The-wonder-boven-wonder-niet-op-een-drama-uitgelopen-Big Project™ nog vers van de pers was, werd ik gevraagd om voor een week langs te gaan bij een andere vestiging van de krant, die zich in een ander gedeelte van het land bevindt, om hen te helpen iets soortgelijks te lanceren. Dit hield op zijn journalistieks in: lange dagen en late avonden, wat weer inhield dat ik James lang niet zoveel sprak als ik in de afgelopen paar weken had gedaan. Ik miste hem – niet alleen voor het vunzige werk, alhoewel mijn dagen zo vol zaten dat ik merkte dat ik door zijn afwezigheid vooral ’s nachts in bed naar hem smachtte, als ik mijn gedachten eindelijk de vrije loop kon laten. Maar goed, ik had het zo druk dat ik hem dus niet veel sprak, laat staan dat ik de kans had om mijn expliciete fantasieën over wat we zouden doen op de eerste avond dat we weer herenigd waren op papier te zetten. Hoewel ik wel beloofd had hem die te e-mailen als ik weg zou zijn. Eerlijk gezegd droeg tien uur per dag voorovergebogen aan mijn laptop op een flexplek werken niet bij aan de stemming om iets sexy te schrijven tegen de tijd dat ik terugkwam in mijn hotelkamer – steevast na een paar glazen rode wijn en wat oorlogsverhalen en roddels met collega’s over vrienden van vrienden in de incestueuze wereld van de journalistiek. En toen de laatste avond van mijn verblijf was aangebroken, dacht ik dat het voldoende was dat ik hem binnenkort weer zou zien en we in levenden lijve herenigd zouden worden. Vooral omdat hij, nadat hij er een paar keer over de telefoon en via sms naar had gevraagd, er verder niet meer over was begonnen.

Hij belde niet lang nadat ik terug was uit de kroeg. Ik was fris gedoucht en had mezelf in bed genesteld met de televisie zacht op het late nieuws toen zijn naam op het display van mijn telefoon oplichtte. Ik beantwoordde zijn telefoontje met een glimlach in mijn stem die enigszins afzwakte toen ik de toon van zijn stem hoorde. Terwijl hij antwoordde op mijn vraag hoe zijn dag was geweest, mij over de laatste streken vertelde die zijn katten hadden uitgehaald en beleefd vroeg naar mijn lancering, klonk hij nogal nors waardoor ik mij op de een of andere vage manier niet op mijn gemak voelde.

Ik kwam er algauw achter waarom.

Normaal gesproken vielen er geen ongemakkelijke stiltes in onze gesprekken, maar nu – de statische elektriciteit op de lijn echode in mijn oor en ik wachtte totdat hij iets zou zeggen – kon ik niets bedenken waarmee ik het vacuüm kon vullen. Het was duidelijk dat hij het over iets specifieks wilde hebben anders zou hij niet hebben gebeld, maar deze stilte ‘in afwachting van’ was ondraaglijk. Tijdens de lange seconden die ik wachtte, maakte een misselijk gevoel zich van mijn maag meester. In korte tijd was hij een belangrijk deel van mijn leven gaan uitmaken en ik vroeg me af hoe ik zou omgaan met het verdriet van het verlies van deze onuitgesproken relatie, als dat was waar hij op aanstuurde. Aan de andere kant, hoe kon hij er een eind aan maken? We hadden nog niet eens vastgesteld wat we hadden, verdomme.

Eindelijk sprak hij. ‘Is er iets wat je me wilt vertellen?’

Mijn wereld stond even stil en opeens werd ik door een schuldgevoel overvallen. Belachelijk natuurlijk. Voor zover ik kon nagaan had ik niets verkeerd gedaan, maar ik had nog steeds een onbestemd gevoel. Wat dacht hij dat ik hem moest vertellen? Wat had ik gedaan? Ik was een van de meest saaie mensen die ik kende. Het enige ‘soort van’ geheim dat ik met me meedroeg, was het D/s-aspect in mijn leven, maar daar was hij van op de hoogte. Mijn hart bonsde, maar ik had geen idee wat ik geacht werd te zeggen en ik voelde me compleet machteloos, bewust van mijn onwetendheid – en niet op de manier die mijn hart normaal gesproken sneller zou doen slaan.

‘Nou?’ Zijn stem had niet geïrriteerder kunnen klinken.

Ik haalde diep adem en maakte aanstalten om iets te zeggen, maar echt, er kwam niets. Ik blies wat adem uit en probeerde ten minste kalm te klinken toen ik zei: ‘Wat bedoel je? Is alles in orde?’

Seconden tikten voorbij. ‘Geloof je zelf dat alles in orde is, Sophie?’