Reading Online Novel

Dagboek van een beschermengel(87)



Plotseling hoorde ik de woorden van Nan: Denk je nu werkelijk dat je iets te vrezen hebt?

Ik ging verzitten en forceerde een glimlach. Hij glimlachte terug en boog zich naar me toe. Als ik me niet vergis, lag er een zweem van lust in zijn ogen. ‘En?’

‘Je moet me wel een enorme klungel vinden, Grogor,’ zei ik. ‘Ik zal het voor je uitspellen: ik neem het liever op tegen alle inwoners van de hel, dan dat ik nog één seconde in jouw gezelschap verkeer.’

Hij vertrok geen spier. ‘Daar meen je geen woord van,’ zei hij glimlachend, maar in de donkere spiegels van zijn ogen zag ik iemand in de achterruit.

Op dat moment werd het portier opengerukt. Grogor verdween. Er stapte iemand in en de deur werd met een klap dichtgegooid. ‘Wat zullen we… ’ schreeuwde Margot tegen de vrouw die naast haar kwam zitten.

‘Doorrijden.’ Het was Sonya. Een veel dikkere, zwaar opgemaakte Sonya, met oranjerood haar in dreadlocks en haar borsten in een strakke, gothic bustier geperst. De tijd was haar niet goedgezind geweest.

Margot keek haar aan. Ze schakelde haastig naar de eerste versnelling en reed weg.

‘Waar gaan we heen?’

‘Kop dicht en rijden.’

‘Leuk je te zien, Son.’

Stilte. Zo gebeurt het dus, dacht ik. Ze krijgt een ongeluk door Sonya. Tot ik me het visioen nogmaals voor de geest haalde. Sonya was nergens te bekennen tijdens het ongeval. Of wel?

Ezekiel, Sonya’s beschermengel, zat op de motorkap, buitengesloten achter de ruit. Ik dacht diep na en bad nog harder. ‘Zeg me wat ik moet doen…’

‘Wat wil je van me, Son? Ik heb het nogal druk…’ Margot nam de bocht zo scherp dat Sonya tegen het raampje sloeg.

Sonya herstelde zich snel. Ze wendde zich tot Margot. ‘Hoi. Ik dacht, we hebben elkaar zo lang niet gezien, we moesten maar weer eens afspreken om te kijken hoe belabberd onze levens zijn uitgepakt. Misschien kunnen we een wedstrijdje doen.’

‘Daar heb je een goed moment voor uitgezocht, Son. Je bent altijd al zo’n planner geweest.’

‘Weet je, ik dacht vroeger altijd dat ik degene was die jou excuses verschuldigd was. Maar de laatste tijd geloof ik dat het eerder andersom is.’

Margot trapte op de rem voor een rood verkeerslicht, waardoor Sonya tegen het dashboard schoof. ‘Zoals ik het me herinner, verdiende jij olympisch goud voor het verwoesten van huwelijken.’

Sonya zette haar handen tegen de ruit en duwde zichzelf terug in haar stoel. ‘Dat bedoel ik, daar heb ik het over. Ik heb je huwelijk niet verwoest.’ Haar stem trilde. ‘Weet je hoe erg het is om al die tijd met die gedachte te hebben moeten leven?’

Margot viel haar in de rede. ‘O, heb ik soms een “wie is het zieligste”-feestje gemist?’ Ze schakelde naar de eerste versnelling en drukte het gaspedaal stevig in.

Sonya tilde haar hoofd op om Margot aan te kijken. Dikke, zwarte tranen drupten uit haar ogen en stroomden over haar gezicht. ‘Je wilt het nog steeds niet zien, Margie,’ zei ze. ‘Ik heb je vele, vele malen mijn verontschuldigingen aangeboden. Ik heb telkens opnieuw geprobeerd om die avond goed te maken. Ik heb honderden uren in therapie doorgebracht. Maar jij wilt het niet aannemen. Voor jou is het nooit genoeg. Dus nu…’ Ze haalde een klein vuurwapen uit haar zak. Ze stopte het in haar mond.

‘Nee!’ Margot zwenkte uit en botste bijna op de taxi die voor haar reed. Overal klonk getoeter. Ze worstelde om de macht over het stuur te behouden en tegelijkertijd het pistool af te pakken en het voorzichtig uit Sonya’s mond te trekken. Er was een moment waarop ze vreesde dat Sonya de trekker zou overhalen. Ik leunde naar buiten en duwde me stevig af tegen de taxi die naast ons reed, om de auto binnen de lijnen te houden.

Eindelijk wist ze het pistool omlaag te brengen.

‘Ik ga naar de kant,’ zei Margot trillend.

‘Doorrijden,’ zei Sonya; ze pakte het vuurwapen beet en zette de loop tegen Margots slaap. Margot hield zichtbaar haar adem in en ik verstijfde van schrik. Wat moet ik doen? Wat moet ik doen?

Sonya zette haar tanden op elkaar. ‘En nu luister je naar me, schattebout. Ik heb al je arrogante beschuldigingen geslikt, ik heb het gepikt dat je de hoorn op de haak gooide, mijn e-mails wegklikte, en nu flik je Toby dit weer. Jíj bent degene die je huwelijk kapotmaakt, niet ik…’

‘Heb je al die jaren gewacht om dit tegen me te zeggen?’

Sonya zette zoveel kracht op het vuurwapen dat Margots hoofd bijna op haar schouder rustte. ‘Jij bent met de leukste vent van de wereld getrouwd. En verdomme, ja, ik wilde hem ook. Want jij behandelde hem zo belabberd dat ik vond dat je hem niet verdiende. Maar weet je wat er gebeurde? Toen ik hem wilde versieren, zelfs toen je hem zo ver uit dat huwelijk had geduwd dat hij rijp was voor de pluk, zei hij nee. Hij zei nee, Margot. En toch ben je bij hem weggegaan. En nu kom ik je vertellen dat het me spijt. En ik kom je vertellen dat Toby niets heeft gedaan, helemaal niets. Maar ik wil het jou horen zeggen. Zeg het, Margot. Zeg dat je me gelooft. Zeg dat je me vergeeft.’