Crossfire - 2 Begeerd door jou(85)
‘Je had mij even kunnen bellen in plaats van er gewoon maar vandoor te gaan.’ Zijn stem was laag en hij klonk kwaad.
Ik werd ook kwaad. ‘De laatste keer dat ik belde, had je het veel te druk om me meer dan een minuutje van je tijd te geven.’
‘Ik moet dingen regelen, Eva. Dat begrijp je toch wel?’
‘Tuurlijk. Ik begrijp het maar al te goed.’ Ik hing op en liet mijn telefoon in mijn tas vallen.
Hij begon onmiddellijk weer af te gaan, maar ik negeerde hem. Ik kookte van woede. Toen de Bentley een paar minuten later naast me kwam rijden, bleef ik gewoon doorlopen. Hij volgde me en het raampje bij de bestuurdersstoel ging omlaag.
Angus leunde naar me toe. ‘Miss Tramell, alstublieft.’
Ik bleef staan en keek naar hem. ‘Ben je alleen?’
‘Ja.’
Met een zucht stapte ik in de auto. Mijn telefoon ging nog steeds over, dus stopte ik mijn hand in mijn tas en zette het geluid uit. Een blok later klonk Gideons stem door de speakers van de auto.
‘Heb je haar?’
‘Ja, meneer,’ antwoordde Angus.
De verbinding werd verbroken.
‘Waar heeft die zich vanmorgen in verslikt?’ vroeg ik, terwijl ik Angus via de achteruitkijkspiegel aankeek.
‘Hij heeft heel veel aan zijn hoofd.’
Wat het ook was, ik was het in elk geval niet. Ik kon niet geloven wat een eikel hij was. Hij was de avond ervoor ook al kortaf geweest, maar toen was hij tenminste niet grof.
Binnen een paar minuten nadat ik op mijn werk was aangekomen, kwam Mark bij mijn hokje staan. ‘Wat vreselijk voor je huisgenoot,’ zei hij terwijl hij een vers kopje koffie op mijn bureau zette. ‘Komt het wel weer goed met hem?’
‘Het zal uiteindelijk wel goed komen, hoor. Cary is een taaie: hij redt het wel.’ Ik liet mijn spullen in de onderste la van mijn bureau vallen en pakte de dampende kop koffie dankbaar aan. ‘Dankjewel. En ook bedankt voor gisteren.’
Zijn donkere ogen waren warm van bezorgdheid. ‘Het verbaast me dat je hier vandaag bent.’
‘Ik moet gewoon werken.’ Het lukte me om een glimlach te produceren, ook al voelde alles verwrongen en pijnlijk vanbinnen. Mijn hele wereld lag overhoop wanneer het niet lekker liep tussen Gideon en mij. ‘Vertel me eens wat ik allemaal heb gemist.’
De ochtend vloog voorbij. Ik had een hele checklist van follow-ups die de week ervoor waren blijven liggen en Mark had om halftwaalf een deadline om terug te komen op een offertevoorstel voor een fabrikant van promotiemateriaal. Tegen de tijd dat we dat offertevoorstel hadden verstuurd, was ik weer terug in het ritme en was ik bereid om Gideons humeur van die ochtend maar gewoon te vergeten. Ik vroeg me af of hij misschien weer een nachtmerrie had gehad en niet goed had geslapen. Ik besloot hem te bellen tijdens de lunch, voor het geval dat.
En toen keek ik in mijn mailbox.
De Google-alert die ik voor Gideons naam had ingesteld, wachtte op me. Ik opende de e-mail, in de hoop dat ik een idee zou krijgen van waar hij nu zoveel werk aan had. De woorden voormalige verloofde sprongen op me af uit een aantal van de koppen. De knoop die ik eerder die dag in mijn maag had gehad was weer terug, nu nog veel strakker dan eerst.
Ik klikte op de eerste link, en die leidde me naar een roddelblog waarop foto’s stonden van Gideon en Corinne die bij Tableau One dineerden. Ze zaten dicht bij elkaar bij het raam aan de voorkant. Haar hand rustte intiem op zijn onderarm. Hij droeg het pak dat hij de dag ervoor naar het ziekenhuis had gedragen, maar ik controleerde de datum toch maar, in de hoop dat het oude foto’s waren. Dat waren het niet.
Het zweet stond in mijn handpalmen. Ik martelde mezelf door door te klikken naar alle links, en alle foto’s die ik aantrof te bestuderen. Hij glimlachte op een paar ervan en zag er opmerkelijk tevreden uit voor een man wiens vriendin in het ziekenhuis was bij haar beste vriend die halfdood geslagen was. Ik had het gevoel dat ik moest overgeven. Of gillen. Of naar boven naar Gideons kantoor stormen om hem te vragen waar hij in godsnaam mee bezig was.
Hij had me gisteravond afgepoeierd toen ik hem gebeld had, om uit eten te gaan met zijn ex.
Ik sprong op toen mijn bureautelefoon overging. Ik pakte hem op en zei mechanisch: ‘Met het bureau van Mark Garrity, u spreekt met Eva Tramell.’
‘Eva.’ Het was Megumi, van de receptie. Ze klonk als altijd vrolijk.
‘Er vraagt beneden iemand naar je: Brett Kline.’
Ik bleef even zwijgend zitten en liet het tot mijn koortsachtige brein doordringen. Ik stuurde de alert-digest door naar Gideons mailbox, zodat hij wist dat ik het wist. En daarna zei ik: ‘Ik kom er zo aan.’
Ik zag Brett in de hal staan op het moment dat ik door de beveiligingspoortjes liep. Hij droeg een zwarte spijkerbroek en een T-shirt van The Killers. Zijn ogen gingen schuil achter een zonnebril, maar het stekeltjeshaar met de gebleekte uiteinden was echt een blikvanger, net als zijn lichaam. Brett was lang en gespierd, gespierder dan Gideon, die wel sterk was, maar dan zonder de enorme omvang.