Crossfire - 2 Begeerd door jou(77)
‘Ze houdt niet van me,’ mompelde hij. ‘Ze kent me niet eens.’
‘Volgens mij zie je dat verkeerd. En zo niet, dan zou ze van je houden als ze je wel kende. Laat haar jou dan leren kennen.’
‘Zo is het genoeg. Laten we het weer over die marshmallows met chocolade hebben.’
Ik bleef hem koppig aanstaren, maar het had geen zin. Als hij vond dat we genoeg hadden gepraat over een onderwerp, hoefde ik niet te proberen erop door te gaan. Ik zou er dus met een omweg heen moeten gaan.
‘Dus je wilt het hebben over chocolade, kanjer?’ Ik likte mijn onderlip af. ‘Al die smeltende chocoladeboel op je vingers?’
Gideon kneep zijn ogen een beetje dicht.
Ik liet mijn gestrekte vingers over zijn schouders en omlaag langs zijn borst glijden. ‘Je zou me ervan kunnen overtuigen om die chocolade helemaal over me heen te smeren. Je zou me er ook van kunnen overtuigen om er wat van op jou te smeren.’
Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Probeer je me weer om te kopen met seks?’
‘Heb ik dat gezegd?’ Ik knipperde onschuldig met mijn ogen. ‘Volgens mij heb ik dat niet gezegd.’
‘Je hebt het laten doorschemeren. Laten we dan maar even duidelijk zijn.’ Zijn stem was gevaarlijk laag en zijn ogen waren donker terwijl zijn hand onder de zoom van mijn topje gleed en hij mijn blote borst vastpakte. ‘Ik zal Ireland uitnodigen voor het etentje met jouw vader omdat het jou gelukkig maakt en dat mij weer gelukkig maakt.’
‘Dankjewel,’ zei ik buiten adem, omdat hij ritmisch aan mijn tepel was begonnen te trekken, waardoor ik zachtjes begon te jammeren van verrukking.
‘Ik doe verdomme wat ik wil met gesmolten chocolade en jouw lichaam, omdat ik dat lekker vind en jij dat weer lekker vindt. Ik zeg wanneer, en ik zeg hoe. Herhaal dat.’
‘Jij zegt...’ Ik snakte naar adem terwijl zijn mond zich door het geribde katoen heen om mijn andere tepel sloot. ‘O god.’
Hij beet me zachtjes. ‘Ga eens door.’
Mijn hele lichaam spande zich aan, zo snel reageerde het op die gezaghebbende toon. ‘Jij zegt wanneer, en jij zegt hoe.’
‘Er zijn dingen waar je mee kunt onderhandelen, engel, maar over je lichaam en seks valt niet te onderhandelen.’
Met mijn handen hield ik zijn haar vast, een instinctieve respons op zijn onafhoudende, heerlijke melken van mijn gevoelige tepel. Ik had het opgegeven om te begrijpen waarom ik wilde dat hij de controle overnam. Ik wilde het gewoon. ‘Waar kan ik dan verder nog mee onderhandelen? Jij hebt alles al.’
‘Jouw tijd en aandacht zijn de twee dingen die je nog kunt inzetten. Daar doe ik alles voor.’
Er ging een rilling door me heen. ‘Ik ben vochtig voor jou,’ fluisterde ik. Gideon stapte weg van de balustrade en droeg me naar binnen. ‘Omdat ik dat wil.’
12
Gideon en ik kwamen op zondag vlak voor middernacht terug in Manhattan. We hadden de nacht ervoor apart geslapen, maar het grootste deel van de dag hadden we samen in het grote bed doorgebracht. Kussend en strelend. Lachend en fluisterend.
We hadden een onuitgesproken afspraak dat we de rest van de tijd dat we weg waren niet meer over pijnlijke dingen praatten. We zetten de radio en de televisie niet aan, omdat het niet goed aanvoelde om onze tijd met iemand anders te delen. We liepen nog een keer over het strand. We bedreven langdurig, langzaam en loom de liefde op het balkon van de tweede verdieping. We speelden kaartspelletjes waarbij hij elke hand won. We laadden ons weer op, en herinnerden onszelf eraan dat wat we bij elkaar hadden gevonden het waard was om voor te vechten.
Het was de beste dag van mijn leven.
Toen we in de stad terugkwamen, gingen we terug naar mijn appartement. Gideon maakte de deur voor ons open met de sleutel die ik hem gegeven had, en we liepen zo stil mogelijk de donkere woning binnen om Cary niet wakker te maken. Gideon kuste me op zijn ontroerende manier welterusten en vertrok naar de logeerkamer, en ik kroop zonder hem in mijn eenzame bed. Ik miste hem. Ik vroeg me af hoe lang we apart zouden moeten slapen. Maanden? Jaren?
Ik haatte het om eraan te denken, sloot mijn ogen en begon weg te drijven.
Het licht ging aan.
‘Eva. Sta op.’ Gideon liep de kamer binnen, ging recht naar mijn kast en begon in mijn kleren te graven.
Ik knipperde met mijn ogen en zag dat hij zich had omgekleed in een lange broek en een overhemd. ‘Wat is er aan de hand?’
‘Er is iets met Cary,’ zei hij grimmig. ‘Hij ligt in het ziekenhuis.’
Er stond een taxi te wachten bij de stoep toen we mijn gebouw uit kwamen. Gideon duwde me naar binnen en gleed toen naast me.
De taxi leek heel langzaam op te trekken. Alles leek langzaam te gaan.
Ik trok aan Gideons mouw. ‘Wat is er gebeurd?’