Reading Online Novel

Crossfire - 2 Begeerd door jou(75)



‘Ik geloof dat ik dood ben en in de hemel ben aangekomen,’ zei hij, en keek naar mijn borsten terwijl we langs de kustlijn liepen, ‘want ik zie de belichaming van elke natte droom en van al mijn vunzige puberfantasieën hier echt voor me staan en ze is helemaal van mij.’

Ik stootte met mijn schouder tegen die van hem. ‘Hoe kun je binnen één uur van fijnzinnig en romantisch naar bruut en grof gaan?’

‘Het is weer een van mijn vele gaven.’ Zijn blik zakte nog een keer naar de vooruitstekende puntjes van mijn tepels, die hard waren geworden door het oceaanbriesje. Hij kneep in mijn hand en zuchtte overdreven tevreden. ‘In de hemel met mijn engel. Het kan niet veel beter worden dan dit.’

Ik was het met hem eens. Het strand was prachtig. Het was sfeervol en ongetemd, op een manier die me sterk deed denken aan de man van wie ik de hand vasthield. Het geluid van de branding en het geschreeuw van de meeuwen gaven me een uniek gevoel van tevredenheid. Het water voelde heerlijk fris aan mijn blote voeten en de wind sloeg mijn haar in mijn gezicht. Het was lang geleden dat ik me zo goed had gevoeld, en ik was Gideon dankbaar dat hij ons dit weekendje weg cadeau had gedaan om van elkaar te kunnen genieten. We waren perfect samen wanneer we alleen met zijn tweeën waren.

‘Je vindt het hier heerlijk,’ merkte hij op.

‘Ik heb het altijd heerlijk gevonden in de buurt van het water. Mijn moeders tweede echtgenoot had een huis aan een meer. Ik weet nog dat ik met haar langs het water liep en eraan dacht dat ik voor mezelf ook ooit iets aan het water zou kopen.’

Hij liet mijn hand gaan en legde in plaats daarvan een arm om mijn schouders. ‘Laten we dat dan doen. Wat vind je van deze plek? Is dat wat?’

Ik keek naar hem op en vond het prachtig om de wind zo met zijn haar te zien spelen. ‘Staat het te koop dan?’

Hij keek langs het stuk strand dat voor ons lag. ‘Voor de juiste prijs is alles te koop.’

‘Vind jij het dan mooi?’

‘Het interieur is een beetje kil met al dat wit, hoewel ik de slaapkamer wel mooi vind zoals ie nu is. De rest veranderen we gewoon. Dat het meer onze stijl wordt.’

‘Onze stijl,’ herhaalde ik, en ik vroeg me af wat dat dan was. Ik was dol op zijn appartement, met zijn ouderwetse elegantie. Ik denk dat hij zich bij mij thuis wel op zijn gemak voelde, waar het meer modern dan traditioneel was. Als je die twee zou moeten combineren... ‘Nogal een stap: samen een huis kopen.’

‘Onvermijdelijke stap,’ corrigeerde hij me. ‘Je hebt zelf tegen Dr. Petersen gezegd dat dit niet mag mislukken.’

‘Ja, dat is waar.’ We liepen een eindje in stilte verder. Ik probeerde erachter te komen wat ik ervan vond dat Gideon een tastbaardere band tussen ons wilde. Ik vroeg me ook af waarom hij een gezamenlijk bezit had uitgekozen om dat te bereiken. ‘Ik neem dus aan dat jij het hier ook mooi vindt?’

‘Ik hou van het strand.’ Hij veegde het haar uit zijn gezicht. ‘Er is een foto van mijn vader en mij waarop we op het strand een zandkasteel bouwen.’

Het was een wonder dat ik niet struikelde. Gideon gaf maar zo zelden uit zichzelf informatie over zijn verleden dat als hij het dan deed, het bijna wereldschokkend was. ‘Die zou ik weleens willen zien.’

‘Mijn moeder heeft hem.’ We zetten nog een paar stappen voordat hij zei: ‘Ik zal hem voor je halen.’

‘Dan ga ik wel met je mee.’ Hij had me nog niet verteld waarom, maar hij had al een keer gezegd dat zijn ouderlijk huis voor hem een nachtmerrie was. Ik wist niet waar zijn nachtmerries vandaan kwamen, maar ik had een sterk vermoeden dat het te maken had met iets wat zich daar had afgespeeld.

Gideon zette zijn borst uit met een diepe ademhaling. ‘Ik kan een koerier sturen.’

‘Ja, dat is goed.’ Ik draaide mijn hoofd om om zijn gekneusde knokkels te kussen die op mijn schouder rustten. ‘Maar mijn aanbod blijft staan.’

‘Wat vond je van mijn moeder?’ vroeg hij plotseling.

‘Ze is erg mooi. Erg elegant. Ze leek me vriendelijk.’ Ik bestudeerde hem, en zag Elizabeth Vidals inktzwarte haar en verbluffend mooie blauwe ogen. ‘Ze lijkt ook heel veel van jou te houden. Dat zag ik in haar ogen toen ze naar je keek.’

Hij bleef recht voor zich uit kijken. ‘Ze hield niet genoeg van me.’

Ik liet mijn adem ontsnappen. Omdat ik niet wist waar zijn kwellende nachtmerries vandaan kwamen, had ik me afgevraagd of ze misschien te veel van hem had gehouden. Het was een opluchting dat dat niet het geval was. Het was al erg genoeg dat zijn vader zelfmoord had gepleegd. Als hij dan ook nog eens verraden was door zijn moeder, was hij er misschien wel nooit overheen gekomen.