Biljonairs & Baby's 10(5)
Tula schudde haar hoofd en lette weer op. ‘Ja, waarom?’
‘Niets. Maar misschien moet ik naar je toe komen en je even helpen.’
Ze wist precies wat Anna dacht en moest tegen wil en dank lachen. ‘Je komt niet naar mij toe om mijn huis schoon te maken. Hij is de kroonprins niet.’
Anna lachte ook. ‘Prima. Maar waarschuw hem wel dat hij uitkijkt waar hij zijn voeten neerzet.’
Een stap achteruitzettend keek Tula haar kleine woonkamer in.
Speelgoed lag over de vloer verspreid, haar laptop stond op de salontafel, met haar nieuwste manuscript ernaast. Ze was bezig met de wijzigingen voor haar redactrice en als ze aan het werk was, verdwenen andere dingen – zoals opruimen – naar de achtergrond.
Schouderophalend gaf ze voor zichzelf toe dat haar huis weliswaar schoon, maar ook rommelig was. Vooral nu Nathan hier ook woonde.
Ze had nooit geweten dat een baby zoveel spullen met zich meebracht.
‘Waarom belde ik je ook weer?’ vroeg Tula.
‘Omdat ik je beste vriendin ben en je weet dat je me nodig hebt.’
‘O ja, dat was het.’ Lachend streek ze wat weerbarstige haartjes op Nathans hoofd glad. ‘Het was vreemd, Anna. Simon was prikkelbaar, grof en afwijzend, en toch…’
‘Toch wát?’ drong Anna aan.
Er was over en weer interesse, bedacht ze, maar dat zei ze niet. Het was niet wat ze had verwacht of wilde, maar ze had het ook niet kunnen negeren. Het pak-met-stropdas-type was het type waar ze echt niet in was geïnteresseerd. En in hemelsnaam, het laatste wat ze kon gebruiken, was dat ze zich aangetrokken voelde tot Nathans vader. De situatie was al gecompliceerd genoeg. Toch kon ze de golf van vuur, die ze door haar hele lichaam had gevoeld toen hun handen elkaar raakten, niet ontkennen. Wat niet inhield dat ze daar iets mee moest doen, hield ze zichzelf vastberaden voor.
‘Hallo?’ zei Anna. ‘Maak je zin eens af! Wat komt er na “en toch”?’
‘Niets,’ antwoordde Tula plotseling vastbesloten. Ze kon nu echt niet toegeven aan de aantrekkingskracht van de man waar ze niets gemeenschappelijks mee had, behalve het kind waar zij beiden verantwoordelijk voor waren. ‘Helemaal niets.’
‘En je verwacht van mij dat ik daar genoegen mee neem?’
‘Ja, als mijn vriendin, vraag ik dat van je.’
Anna zuchtte theatraal. ‘Oké. Dat doe ik. Voor nú.’
‘Dank je.’ Hoewel ze wist dat Anna er op terug zou komen, was ze nu dankbaar voor het uitstel.
‘Zo, en wat ga je vanavond doen?’
‘Simon komt hierheen en dan praten we over Nathan. Ik zorg dat hij de baby kan leren kennen en ondertussen kan ik naar ze kijken. Ik kan Simon wel aan,’ voegde ze er aan toe, maar ze wist niet of ze zichzelf of Anna probeerde te overtuigen. ‘Ik ben met mannen zoals hem opgegroeid, weet je nog?’
‘Tula, niet iedere man die een pak draagt is net zoals je vader.’
‘Niet allemaal,’ gaf ze toe. ‘Maar de meesten wel.’
En zij kon het weten. Haar hele familie was zo ongeveer met een pak aan geboren. Ze hadden een saai en bekrompen leven dat draaide om geld verdienen en houden. Tula was er bijna van overtuigd dat ze niet eens wisten dat er een andere wereld buiten die van hen bestond.
Ze wist bijvoorbeeld wat Simon Bradley van haar kleine, rommelige strandhuisje zou vinden, omdat ze precies wist wat haar vader ervan zou hebben gevonden, vooropgesteld dat hij het zich had verwaardigd om langs te komen. Hij zou het te oud en te klein hebben gevonden. De helderblauwe muren met de gele randen van de woonkamer zouden hem met afgrijzen hebben vervuld. Net zoals de muurschildering van een circus die in de badkamer was aangebracht. Maar het was vooral de schande dat ze hier woonde.
Ze had de onmiskenbare indruk dat Simon precies hetzelfde zou zijn.
‘Kijk, het maakt niet uit wat Nathans vader van mij of mijn huis denkt.
Het enige wat ons bindt, is het kind. Dus ik ga me niet uitsloven en mijn leven op de een of andere manier veranderen om een man, die ik niet eens ken, te overtuigen dat ik ben wie ik niet ben.’
Er viel een stilte, toen lachte Anna zachtjes. ‘Wat zegt het over mij dat ik die zin helemaal begreep?’
‘Dat we al te lang bevriend zijn?’
‘Waarschijnlijk,’ was Anna het met haar eens. ‘Daarom weet ik ook dat je kip met rozemarijn gaat klaarmaken.’
Tula glimlachte. Anna kende haar te goed. Kip met rozemarijn was haar klassieker als ze bezoek kreeg. En tenzij Simon vegetariër was, zou alles goed gaan. O jee, wat als hij écht vegetariër was? Nee, dacht ze. Mannen zoals hij lunchten met klanten bij een steakrestaurant.
‘Daar heb je me. En als we eenmaal aan het eten zijn, ga ik het met hem over een schema hebben zodat hij Nathan beter kan leren kennen.’