Biljonairs & Baby's 10(3)
‘Allemaal goede vragen,’ antwoordde ze, terwijl ze meelevend naar hem glimlachte. ‘Het spijt me dat het zo’n schok is, maar –’
Simon was niet geïnteresseerd in haar medeleven. Hij wilde antwoorden. Als hij echt een zoon had, moest hij alles weten.
‘Waarom nu?’ vroeg hij. ‘Waarom heeft je nicht het niet eerder verteld, en waarom is ze hier zelf niet?’
Haar ogen liepen vol, en hij had het vreselijke idee dat ze zou gaan huilen. Verdorie. Hij vond het afschuwelijk als vrouwen huilden. Een tel later had de vrouw haar emoties echter weer onder controle. De tranen glinsterden nog wel in haar ogen, maar ze weigerde ze te laten vallen, en Simon bewonderde haar erom.
‘Sherry is een paar weken geleden overleden,’ vertelde ze op zachte toon.
Alweer een schok op deze ochtend.
‘Dat spijt me,’ zei hij, wetend dat het tam en afgezaagd klonk, maar wat kon hij nog meer zeggen?
‘Dank je,’ antwoordde ze. ‘Het was een auto-ongeluk. Ze was op slag dood.’
‘Kijk, Ms. Barrons…’
Ze zuchtte. ‘Als ik het op mijn knieën smeek, wil je me dan alsjeblieft Tula noemen?’
‘Prima. Tula,’ gaf hij toe, bedenkend dat het wel het minste was dat hij kon doen, gezien de omstandigheden. Voor het eerst in lange tijd was hij compleet overrompeld.
Hij wist niet goed hoe hij moest reageren. Zijn eerste reactie was, natuurlijk, om dit kind te vinden en, als het zijn zoon was, hem op te eisen. Maar alles waar hij op af kon gaan, was het woord van een vreemde en een aantal veel te vage herinneringen. Waarom zou een vrouw die zwanger raakte dat in hemelsnaam voor de vader verzwijgen? Waarom was ze niet naar hem toe gekomen als dat kind echt van hem was?
Hij wreef met een hand over zijn kin. ‘Kijk, ik vind het vervelend om te zeggen, maar ik kan me bijna niets van je nicht herinneren. We waren niet zo lang samen. Ik begrijp niet waarom jij er zo zeker van bent dat dit kind van mij is.’
‘Omdat Sherry jou heeft genoemd op de geboorteakte.’
‘Ze heeft de baby mijn naam gegeven en niet eens de moeite genomen het mij te vertellen?’ Hij wist niet wat hij daarop moest zeggen.
‘Ik weet het,’ zei ze op sussende toon.
Hij wilde niet gesust worden. Of begrepen. ‘Ze had de naam van ieder ander erop kunnen schrijven,’ bracht hij naar voren.
‘Sherry loog niet.’
Simon lachte om het belachelijke van haar bewering. ‘Is dat zo?’
Tula kromp ineen. ‘Goed, prima. Ze loog tegen jou, maar ze zou nooit tegen haar zoon hebben gelogen. Ze zou niet hebben gelogen over Nathans naam.’
‘Waarom zou ik moeten geloven dat hij van mij is?’
‘Ben je met haar naar bed geweest?’
Zijn voorhoofd fronsend, gaf Simon toe: ‘Nou, ja, dat wel, maar –’
‘En je weet hoe baby’s gemaakt worden, toch?’
‘Grappig hoor.’
‘Ik probeer niet grappig te zijn,’ deelde ze hem mee. ‘Alleen eerlijk.
Kijk, je kunt een vaderschapstest doen, maar ik kan je vertellen dat Sherry jou nooit als Nathans vader had genoemd in haar testament als ze het niet zeker had geweten.’
‘Haar testament?’ In zijn hoofd begon er een alarmbel te rinkelen.
‘Heb ik je dat deel nog niet verteld?’
‘Nee.’
Ze schudde haar hoofd: ‘Sorry. Het zijn nogal drukke weken voor mij geweest, met Sherry’s ongeluk, het regelen van haar begrafenis, het sluiten van haar huis en het verhuizen van Nathan naar mijn huis.’
Simon, die doorkreeg dat dit langer ging duren dan de vijf minuten die hij haar had toegezegd, liep om zijn bureau heen en nam plaats. Hij keek naar de knappe blondine en vroeg: ‘Wat is er met het testament?’
Tula graaide in de grote zwart leren tas die over haar schouder hing. Ze haalde er een map uit en liet die op zijn bureau vallen. ‘Dit is een kopie van Sherry’s testament. Als je het inkijkt, zul je zien dat ik de tijdelijke voogdij heb, totdat ik ervan overtuigd ben dat je er klaar voor bent om zijn vader te zijn.’
Haar stem en haar woorden waren niet meer dan gezoem in zijn hoofd.
Hij las het testament vluchtig door totdat hij aankwam bij de bepalingen voor het kind dat Sherry als het zijne had aangemerkt. De voogdij van de minderjarige, Nathan Taylor, gaat over naar de vader van het kind, Simon Bradley.
Hij leunde achterover in zijn stoel en bleef de woorden herlezen totdat hij er zeker van was dat die in zijn geheugen waren gegrift. Was het waar? Was hij vader?
Toen hij zijn blik omhoog liet gaan en hij de hare ontmoette, bemerkte hij dat zij hem met haar grote, stralend blauwe ogen had zitten bestuderen. Ze wachtte totdat hij iets zou zeggen.
Hij mocht doodvallen als hij wist wat dat moest zijn.