Reading Online Novel

Biljonairs & Baby's 10(2)



Hij verstijfde, en alle hoffelijkheid verdween, samen met zijn geamuseerde tolerantie. ‘Uw vijf minuten zijn voorbij, Ms. Barrons.’

Hij pakte haar elleboog stevig vast en liep met haar naar de deur.

Knap of niet, welk spelletje ze ook speelde, het zou haar niet lukken.

Hij had geen kind, en dat wist hij verdorie zeker.

‘Hé!’ Eindelijk zette ze de hakken van haar laarzen in het luxueuze tapijt. ‘Wacht eens even! Jeetje, reageert u altijd zo overdreven?’

‘Ik ben geen vader,’ bracht hij gespannen uit. ‘En geloof me, als ik ooit met u had geslapen, zou ik me dat wel herinneren.’

‘Ik heb niet gezegd dat ik de moeder van het kind ben.’

Hij luisterde echter niet.

‘Ik zou wel wat rustiger naar die verklaring hebben toegewerkt, weet u,’ babbelde ze. ‘ U bent degene die het recht voor zijn raap wilde.’

‘Ik snap het. U deed het voor mijn bestwil.’

‘Nee, ik deed het voor je zoons bestwil, stommerd.’

Hij wankelde even, ondanks dat hij wist dat ze moest liegen. Een zoon?

Onmogelijk.

Ze bevrijdde zich uit zijn greep en stapte net buiten zijn bereik. Hij was genoeg van slag om haar los te laten. Hij wist niet wat ze wilde, maar de uitdrukking in haar ogen was zacht en toch vastberaden toen hun blikken elkaar ontmoetten.

‘Ik begrijp dat dit een hele schok is. Dat zou het voor iedereen zijn.’

Simon schudde zijn hoofd en kneep zijn ogen halfdicht. Genoeg. Hij had geen zoon en hij zou niet in haar doortrapte plannetje trappen dat ze had bedacht om hem geld afhandig te maken. Het was het beste om dat gelijk duidelijk te maken.

‘Ik heb u nooit eerder gezien, Ms. Barrons, dus het lijkt me duidelijk dat we geen kind samen kunnen hebben. De volgende keer dat u iemand probeert te laten betalen voor een kind dat niet bestaat, moet u iemand uitkiezen met wie u wel hebt geslapen.’

Verward keek ze naar hem op, en even later begon ze te lachen. ‘Nee, nee. Dat heb ik je gezegd, ik ben zijn tante. Maar jij bent zeker zijn vader. Nathan heeft jouw ogen en zelfs die koppige kin. Wat niet veel goeds voorspelt, denk ik. Maar koppigheid kan ook een goede eigenschap zijn, vind je niet?’

Nathan.

De denkbeeldige baby had een naam.

Maar dat veranderde niets aan deze situatie.

‘Dit is waanzin,’ vertelde hij haar. ‘Je bent duidelijk op iets uit, dus zeg het maar, dan hebben we dat gehad.’

In zichzelf mompelend liep ze naar zijn bureau terug, en Simon was gedwongen haar te volgen. ‘Ik had een heel verhaal voorbereid, weet je. Je jaagde me op en nu is alles in de war.’

‘Ik denk dat jij het enige bent dat in de war is,’ vertelde hij haar, ondertussen naar zijn telefoon reikend om de bewaking te bellen om haar naar buiten te laten begeleiden.

‘Ik ben niet in de war,’ antwoordde ze. Ze zag zijn gezichtsuitdrukking en voegde eraan toe: ‘En ik ben ook niet gek. Kom op, geef me vijf minuutjes, oké?’

Hij hing op, maar wist niet goed waarom. Misschien kwam het door de schittering in haar blauwe ogen, of door het verleidelijke kuiltje in haar wang. Als er echter ook maar de kleinste kans was dat ze de waarheid sprak, was hij het aan zichzelf verplicht om daarachter te komen.

‘Goed,’ gaf hij toe. ‘Vijf minuten.’

‘Oké.’ Ze haalde diep adem en zei: ‘Daar gaan we. Herinner jij je dat je met ene Sherry Taylor bent uit geweest, zo’n anderhalf jaar geleden?’

Het begon Simon vaag te dagen toen hij zijn geheugen doorzocht. ‘Ja,’ reageerde hij voorzichtig.

‘Nou, ik ben Sherry’s nicht, Tula Barrons. Eigenlijk Tallulah, naar mijn oma, maar dat is zo’n afschuwelijke naam dat ik als Tula…’

Hij luisterde nu nauwelijks naar haar. In plaats daarvan waren zijn gedachten bij een vrouw met wie hij een kortstondige relatie had gehad.

Was het mogelijk?

Ze haalde weer diep adem om rustig te worden en zei: ‘Ik weet dat het moeilijk te bevatten is, maar toen jullie samen waren, raakte Sherry zwanger. Ze is zes maanden geleden van jouw zoon bevallen, in Long Beach.’

‘Ze is wát?’

‘Ik weet het, ik weet het. Ze had het je moeten vertellen.’ Ze hief haar handen in de lucht als om aan te geven dat het niet haar schuld was. ‘Ik heb zelfs geprobeerd om haar ervan te overtuigen dat ze het je moest zeggen, maar ze zei dat ze geen inbreuk op je leven wilde maken, dus…’

Inbreuk maken op zijn leven.

Dat was wel erg zwak uitgedrukt. Goh, hij kon zich nauwelijks herinneren hoe de vrouw eruitzag.

Terwijl hij gewoon zonder omkijken was doorgegaan met zijn leven, was zij zwánger geweest? Van zíjn kind? En ze had niet eens de moeite genomen hem op de hoogte te brengen?

‘Wat? Waarom? Hoe?’