Biljonairs & Baby's 02(28)
Met een zucht, leunde ze over de reling en staarde naar de zee. Het maanlicht gaf het water een zilverachtige glans. Wolken dreven langs de met sterren bezaaide hemel en de altijd aanwezige wind tilde zacht haar haar van haar schouders.
‘Dit doet me ergens aan denken.’
Nicks stem bezorgde Jenna rillingen en ze ademde diep in voordat ze haar hoofd naar hem omdraaide. Hij stond met zijn handen in de zakken van zijn pantalon in de open deur naar het balkon. Hij droeg een zwarte pantalon, een wit overhemd en een zwart colbert dat hem als gegoten zat. Zijn donkere haar was in de war geblazen door de wind; er lag een gespannen blik in zijn lichte ogen en zijn kaak stond gespannen.
Haar hart bonsde.
‘Waaraan dan?’ fluisterde ze. Het verbaasde haar dat het haar lukte een paar woorden te zeggen.
Hij stapte op het balkon en kwam langzaam naar haar toe. ‘De avond waarop we elkaar hebben ontmoet,’ zei hij, terwijl hij naast haar bij de reling kwam staan. ‘Herinner je je die?’
Hoe zou ze die kunnen vergeten? Ze had op het Pavilion Deck van Falcon’s Treasure gestaan, het schip waarop ze op dat moment werkte. Die hoek van het schip was donker en verlaten geweest, omdat de meeste passagiers er de voorkeur aan gaven hun tijd door te brengen in de drukke dansclub aan de andere kant van het dek.
Dus had Jenna de donkere plek opgeëist. Daar ging ze bijna iedere avond heen om naar de zee te kijken, terwijl ze naar de muziek vanuit de club luisterde. Nooit eerder was ze daar iemand tegengekomen, tot Nick haar op die avond vond.
‘Ja, die herinner ik me.’ Ze waagde het even zijdelings naar hem te kijken. Dat had ze niet moeten doen. Hij was te dichtbij. Zijn blik was te scherp, en ze wilde heel graag zijn mond likken. Zijn geur was te verleidelijk. Ze voelde dat ze innerlijk samentrok en klemde haar handen stevig om de koude, metalen reling.
‘Je danste, alleen in het donker,’ zei hij, alsof ze geen woord had gezegd; alsof hij haar geheugen wilde opfrissen. ‘Je merkte me niet op, dus keek ik naar je, terwijl je wiegde op de muziek. Je boog je hoofd achterover en je haar ging heen en weer over je schouders.’
‘Nick…’
‘Er lag een glimlach op je gezicht.’ Zijn stem was nu lager en zachter. ‘Alsof je in de ogen van je geliefde keek.’
Jenna slikte moeizaam en schuifelde nerveus toen warmte zich over haar lichaam verspreidde. Warmte, die veroorzaakt werd door verlangen. ‘Doe dit niet, Nick…’
‘En ik wilde die geliefde zijn, naar wie je glimlachte, de geliefde met wie je in het donker danste.’ Hij streek met een vingertop over haar arm en Jenna huiverde toen een intens verlangen door haar heen schoot.
Ze ademde diep in, maar dat hielp niet. Het duizelde haar nog steeds, haar hart bonsde en haar lichaam leek op te lichten. ‘Waarom doe je dit?’ fluisterde ze. Ze hoorde zelf dat er een wanhopige, smekende klank in haar stem lag.
‘Omdat ik nog steeds naar je verlang,’ antwoordde hij, terwijl hij nog dichter naar haar toe schoof, zijn handen op haar schouders legde en haar naar zich toe draaide tot ze met haar gezicht naar hem toe stond en hun lichamen zo dicht bij elkaar waren dat alleen een enkele oplaaiende vlam hen nog scheidde. ‘Omdat ik je in het maanlicht zag staan en wist dat ik zou exploderen als ik je niet aanraakte. Ik verlang naar je. Precies zoals ik dat toen deed. Misschien nog heviger.’
O, ze voelde precies hetzelfde. Alles in Jenna smeekte erom dichter naar hem toe te stappen en haar lichaam tegen dat van hem te drukken. Ze wilde zijn kracht en warmte voelen, maar ze bewaarde afstand. Ze was vastbesloten om te vechten, om het verlangen te beteugelen dat haar in het verleden een steeds moeilijker begaanbaar pad op had geleid.
‘Het zou een vergissing zijn,’ zei ze hoofdschuddend, terwijl ze de muziek probeerde te negeren. De trombone en saxofoon leken iets wilds in haar op te roepen. ‘Dat weet je heel goed.’
‘Nee.’ Hij schoof zijn handen omhoog, over haar schouders, langs haar hals en legde zijn handpalmen om haar gezicht. ‘Deze keer zou het anders zijn. Deze keer weten we wie we zijn. Deze keer weten we waaraan we beginnen. Het is alleen maar verlangen. Jenna.’ Zijn blik gleed over haar gezicht en haar adem stokte. Ze kreeg het benauwd. ‘We voelen het allebei. We willen dit allebei. Waarom zouden we onszelf dit dan ontzeggen?’
Ja inderdaad, waarom?
Haar verstand vocht met haar verraderlijke lichaam en Jenna wist dat haar verstand het zou verliezen. Het verlangen was gewoon te intens. De verleiding was te groot. Ze verlangde naar hem. Ze had al naar hem verlangd vanaf het eerste moment waarop ze hem meer dan een jaar geleden had gezien. Ze had hem gemist, over hem gedroomd, en zou ze hem echt afwijzen nu hij hier was en haar aanraakte? Kon ze weglopen? Kon ze naar haar eenzame bed gaan en bidden dat ze weer van hem zou dromen?