Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk(96)
Dit keer knikte hij ja.
Haastig zocht ze naar een ander woord. ‘Ben je bang voor de pesca luna?’ De maanvis van de vorige avond had haar de stuipen op het lijf gejaagd, maar waarschijnlijk had ze het verkeerde woord gebruikt.
‘Nee.’ Hij beet op zijn lip. ‘Squali.’
Opnieuw sloeg ze haar woordenboek open. Toen ze gelezen had wat het woord betekende, hief ze haar hoofd. Hij was bang voor haaien! Dat kon ze zich maar al te goed voorstellen. Ze wist dat er een tijdje geleden in de Middellandse Zee een grote witte haai was gesignaleerd, iets wat zelden voorkwam. Kennelijk had Dino iets over de dieren gehoord waardoor hij een hevige angst voor ze had opgevat.
Later, toen ze hem naar bed had gebracht, begon ze erover met Vincenzo, die met zijn hoofd in haar schoot op de bank lag. Hij had muziek opgezet die ze volgens hem mooi vond. ‘Ik geloof dat ik begrijp waarom hij als de dood is om te zwemmen. Als hij dat namelijk eenmaal onder de knie heeft, neem je hem natuurlijk mee in zijn boot. En dan is hij bang dat hij overboord slaat, in het water belandt en aangevallen wordt door een haai!’
Hij kwam half overeind. ‘Mijn nieuwe mededirecteur is briljant. Zo ver heb ik nooit doorgedacht.’ Hij kuste haar op haar mond. ‘Ik heb het idee dat papa hem heeft verteld hoe hij als tiener eens bijna tegen een haai op gezwommen was. Met dat verhaal heeft hij Dino natuurlijk verschrikkelijk bang gemaakt.’
Ze knikte. ‘Ik heb een idee. Als Dino aanstaande vrijdag een weekend bij ons komt, vragen we hem of hij zin heeft om samen met ons naar het zwembad te gaan. Daar zijn in elke geval geen haaien. We zouden hem zwemles kunnen geven. Misschien kan hij op die manier langzaam zijn angst overwinnen.’
Vincenzo’s ogen begonnen te schitteren. ‘Doen we! Ik heb nog een ander idee trouwens. Zullen we dansen?’
Daar had ze wel zin in. Het zou nog negen dagen duren voordat de test gedaan zou worden. Dansen was een manier om even dicht bij elkaar te kunnen zijn. Dus daar tekende ze voor.
Maar zodra ze was opgestaan en hij haar in zijn armen had getrokken, begon hij haar hartstochtelijk te kussen. Opeens hield hij haar een eindje van zich af. ‘Je kunt beter naar bed gaan,’ verzuchtte hij. ‘Alleen. Ik slaap wel op de bank.’
Gehoorzaam liep ze naar de slaapkamer. Gelukkig zou ze hem de dag erop de hele dag weer op kantoor zien. Dat was het enige wat hun gedwongen onthouding nog enigszins draaglijk maakte.
Op vrijdag brachten Vincenzo’s drie neven verslag aan haar uit. Ze was nog met hen in gesprek toen het tijd was om Dino op te halen. Daarom vroeg ze Vincenzo of hij zonder haar naar Milaan wilde gaan. Wanneer de helikopter op het dak geland zou zijn, zouden ze met zijn drieën naar huis rijden.
Kort na Vincenzo’s vertrek was de vergadering afgelopen. Ze zat net aantekeningen te maken van wat er besproken was toen Bruno vanuit de receptie belde. ‘Ben je bezig, Irena, of heb je even? Er staat hier een meneer die je wil spreken.’
Ze knipperde met haar ogen. Is het iemand van buiten het bedrijf? dacht ze verbaasd. Maar wie? ‘Hoe heet hij?’
‘Hij heeft zijn naam niet genoemd, maar hij zegt wel dat het dringend is. De veiligheidsmensen hebben hem al gecheckt.’
Ze had een vaag vermoeden wie het was. Ergens had ze hem nog verwacht ook. Niemand ter wereld was discreter dan de man met wie ze aanvankelijk van plan was geweest te trouwen. Andreas. Hij leek wel iemand uit een vorig leven, bedacht ze. Wat was er veel veranderd sinds ze hem voor het laatst had gezien! ‘Zeg maar tegen hem dat hij naar binnen kan gaan, Bruno.’
Ze stond op en wachtte. ‘Leon!’ riep ze verrast uit toen Andreas’ tweelingbroer kwam binnenwandelen.
Gealarmeerd keek hij haar aan. ‘Voordat ik iets zeg, wil ik eerst graag dat je gaat zitten.’
Ze had geen verdere aansporing nodig.
De man die haar zwager had kunnen zijn, liep naar haar toe met het glas water dat hij op haar bureau had zien staan en snel had meegenomen. ‘Wat zie je opeens bleek. Hier. Drink maar op. Als het over dertig seconden niet beter met je gaat, rijd ik je naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis.’
‘Het gaat prima.’ Ze dronk het glas leeg en keek hem aan. Hij had dezelfde uitdrukking op zijn gezicht als toen Deline een maand lang niets met hem te maken wilde hebben. ‘Weet Andreas het van de baby?’ Ze móést het hem vragen.
‘Nee. Hij was ziek toen ik hem ophaalde van het vliegveld. We hebben er een arts bij geroepen. Volgens hem heeft Andreas tijdens zijn huwelijksreis een gemeen virus opgelopen. Op dit ogenblik ligt hij in het ziekenhuis.’
‘Is hij ziek?’
‘Ik ben bang van wel. Hij heeft koorts en hij kan geen voedsel binnenhouden.’ Ze hoorde aan Leons stem dat hij het er moeilijk mee had. ‘Niet te geloven,’ zei ze langzaam. ‘Arme Gabi. Hoe is zij eronder?’