Reading Online Novel

Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk(95)



Met een uiterlijk als dat van haar kan ze het hele verkeer van Rome platleggen, dacht Vincenzo ondeugend bij zichzelf. Galant schoof hij de stoel naast de zijne voor haar naar achteren, en wachtte totdat ze was gaan zitten. Toen sprak hij zijn familie staande toe: ‘Goedemorgen, familieleden. Ik ben blij dat jullie tijdens de jaren waarin ik afwezig ben geweest, trouw zijn gebleven aan papa. En voordat ik verderga: als een van jullie of jullie allemaal op dit moment willen afhaken omdat jullie mij niet dezelfde trouw kunnen betonen, begrijp ik dat volkomen.’

Zoals hij Irena al voorspeld had, bleef iedereen roerloos zitten.

‘Jullie hebben vast al een paar veranderingen opgemerkt. Mag ik jullie om te beginnen voorstellen aan mijn lieve vrouw, Irena Liapis uit Athene? Ik heb haar gevraagd of ze mededirecteur wilde worden van dit bedrijf en ze heeft ja gezegd. Samen zullen we voortaan de zaak leiden.’

De aankondiging kwam aan als een mokerslag. Terwijl de rest van de familie het nieuws verwerkte, gaf hij Bruno een knikje, waarop de assistent paperassen begon rond te delen.

‘Bruno Torelli heeft met me samengewerkt bij Antonello’s. Ik heb hem benoemd tot mijn persoonlijke assistent. Hij zal van onschatbare waarde blijken te zijn. Als jullie de tijd willen nemen om pagina één door te lezen, zullen jullie zien welke werkzaamheden mijn echtgenote vroeger verricht heeft. Ze is een vrouw met veel verborgen talenten. Ze is bezig om in sneltreinvaart Italiaans te leren, wat haar bijzonder goed af gaat, en ze spreekt onberispelijk Engels. Vanwege haar familiebanden spreekt ze eveneens Servo-Kroatisch en Sloveens. Dat zijn de gebieden waar we een groot deel van onze zaken doen. Ik heb haar aan het hoofd gesteld van de afdeling buitenland. Het werk zal haar passen als een handschoen.’

Bij het horen van zacht gekuch keek hij naar zijn stiefbroer, die tot dusver niet bij machte was geweest hem aan te kijken. ‘Jarenlang heeft papa persoonlijk de katoenindustrie onder zijn hoede genomen, maar nu hij is teruggetreden, geef ik Fabbio carte blanche.’

Verbijsterd keek zijn stiefbroer naar hem op.

‘Je hebt er de kwalificaties voor en je hebt veel ervaring. Ik verzoek je om in gebouw B een werkkamer voor jezelf in te richten, samen met Gino en Luca.’

Nu moest hij nog twee aankondigingen doen. ‘Oom Tullio? Nu papa weg is, neemt u de taak van controleur over gebouw C over. En oom Carlo? Ik draag u de verantwoordelijkheid voor Tullio’s vroegere werk over. U verhuist naar gebouw D.’ Tullio vond het heerlijk om zich gewichtig te voelen en Carlo stond zeer afkeurend tegenover de manier waarop Tullio zijn werk deed. Deze veranderingen zouden dus bij beide mannen in goede aarde vallen.

‘En verder zoeken jullie zelf je personeel uit en brengen jullie de noodzakelijke materiële veranderingen aan.’ Ze hebben ruimte nodig, dacht hij. Dat was iets wat zijn vader nooit had begrepen. ‘Aanstaande vrijdag verwacht ik de rapporten van Mario, Cesaro en Valentino op mijn bureau. Ik heb hun opgedragen de situatie in de gebieden waarover ik het zojuist heb gehad, in kaart te brengen. En nu geef ik graag het woord aan mijn vrouw.’

Terwijl Irena in perfect klinkend Italiaans een klein toespraakje hield, veranderde de sfeer in het vertrek. Ze kwam over als een nuchter type, maar was op een uiterst vrouwelijke manier toch charmant. Zijn familie was niet blij met haar, maar ze waren niet meer zo opstandig als daarnet.

Tot zijn tevredenheid zag hij dat iedereen haar na afloop van de vergadering een hand gaf. De gedachte om met zijn vrouw samen te werken, beviel hem uitermate. Zolang hij haar bij zich in de buurt had, zou hij in haar gedachten zijn. Totdat de baby kwam.

De afgelopen nacht had hij gedroomd dat de test zou uitwijzen dat Andreas de vader was. Toen ze de baby aan Simonides moesten afstaan, was Irena flauwgevallen. Hij was niet in staat geweest haar te troosten. Badend in het zweet was hij wakker geworden. Met heel zijn hart hoopte hij dat hij de vader van de baby zou zijn.



Met haar zakwoordenboek in haar hand keek ze Dino boven de keukentafel aan. Vincenzo was in de woonkamer met Bruno aan het bellen. ‘Dino? Maakt je vader je gelukkig?’

‘Si.’

‘Wil je hem gelukkig maken?’

‘Hij ís gelukkig.’

Ze glimlachte. ‘Dat weet ik. Hij is dol op zijn boot. En hij zou graag willen dat jij er ook dol op was.’ Ze had hard gewerkt op haar Italiaans, vooral op de persoonlijke voornaamwoorden en de plaats die ze in de zin innamen.

Hij sloeg zijn ogen neer. ‘Ik vind het een leuke boot.’

‘Zullen we met hem gaan varen?’

Dino schudde zijn hoofd.

‘Waarom niet?’

‘Ik kan niet zwemmen.’

‘Waarom niet?’

Hij zei een woord dat ze niet begreep. Toen ze het opzocht, bleek het ‘angst’ te betekenen. ‘Heb je pauro?’