Reading Online Novel

Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk(26)



‘Als dat zo was, dan kon ik ook mijn broer helpen.’

‘Ik zou niets liever willen.’

Langzaam stond ze op en liep naar het water om zich af te spoelen. Sinds de vorige avond speelde hij al met de gedachte haar hierheen te brengen. Het idee hier weg te moeten was onverdraaglijk maar ze moesten terug, naar de tweeling.

Ook al had hij wat anders gezegd, hij was hier nooit met een andere vrouw geweest. Zelfs niet met Irena. Die hield wel van een duik in het zwembad maar ze was niet zo avontuurlijk als Gabi. Die was zo onverwacht in zijn leven opgedoken dat het hem totaal van zijn stuk had gebracht.

Tot nu toe had hij tegen Irena kunnen zeggen dat alles wat hij deed was om zijn broer door deze, nooit eerder voorgekomen situatie heen te helpen en dat was de waarheid. Dat hij Gabi hierheen had gebracht, viel niet uit te leggen. Eens te meer was hij blij dat hij met Irena had gebroken.

Zijn ex had kunnen opperen dat de tante van de tweeling al logeerde op een plek met genoeg afleiding. Daarin zou ze gelijk hebben. Er was geen excuus om deze dag met Gabi op zijn jacht door te brengen. Geen excuus voor het feit dat hij bijna de liefde met haar had bedreven.

Terwijl Gabi aan het watertrappen was, keek hij naar de donker wordende hemel. Ging deze nacht maar nooit voorbij.

‘Gabi, we moeten gaan.’ Zelfs in zijn eigen oren klonk het kortaf. ‘Denk je dat je terug kunt zwemmen?’

‘Ik was al bang dat jij het misschien niet kon en dat ik jou zou moeten redden,’ spotte ze. Daarop verdween ze als een speer, een spoor van vrolijk gelach achterlatend waaraan hij geen weerstand kon bieden.



Lenig klom ze aan boord. Nadat ze zich had afgespoeld, sloeg ze een handdoek om en liep naar de stuurhut waar Andreas met Stavros stond te praten.

Ze glimlachte. ‘Je dacht zeker dat we nooit terugkwamen en dat jij met twee huilende baby’s zat opgescheept die midden in de nacht hun flesje wilden.’

De ogen van de oude man schitterden. ‘We zouden het wel voor elkaar hebben gekregen.’

‘Zijn ze braaf geweest?’

‘Ja, als engeltjes.’

‘Daar ben ik blij om.’ Ze ging op haar tenen staan en drukte een kus op zijn wang. ‘Dank je voor het oppassen.’

Haar ademhaling ging te snel, zowel vanwege de fysieke inspanning Andreas voor te blijven – hetgeen onmogelijk was – als vanwege het feit dat ze met hem alleen was geweest.

Op een gegeven moment toen ze op het zand lagen had ze zo naar hem verlangd dat ze bijna ter plekke was gestorven. Gelukkig wist ze beter, de vergissingen van het verleden zou ze niet herhalen.

Ze twijfelde er geen moment aan dat Andreas met haar naar bed wilde. Dat had hij duidelijk laten blijken en hun verlangen naar elkaar was zo groot geweest dat ze bang was geweest zich niet langer in te kunnen houden. Die kussen op het strand waren onvermijdelijk geweest maar ze was verstandig genoeg om er niet meer in te zien dan het was. Ze had zich voorgenomen al haar energie in haar carrière te steken en daarom was ze zo snel ze kon teruggezwommen.

Ze wierp haar gastheer een steelse blik toe. ‘Straks, als ik weer tot aan mijn nek in mijn werk zit, zal ik me deze heerlijke dag nog vaak herinneren. Dank je.’

‘Voor we morgen terugvaren naar Apollonia valt er nog meer te zien,’ herinnerde hij haar.

Ze wist wat dat betekende. Haar hart bonsde. ‘Ik verheug me er al op,’ zei ze dapper. ‘Welterusten.’

Dit keer durfde ze hem niet aan te kijken en ze liep het trapje af naar haar hut. Gelukkig lagen de kinderen al te slapen. Snel nam ze nog een douche, waste haar haar, en stapte in bed.

Stavros had haar verteld dat Andreas de hut naast haar had, en hij had haar ook nog toevertrouwd dat hij altijd alleen naar deze plek toeging.

Ze besefte dat de oude man haar duidelijk had willen maken dat Andreas haar heel speciaal vond, maar zonder het bestaan van de baby’s was dat haar vast nooit overkomen.

Sinds ze een kleine week geleden op zijn kantoor was geweest, had ze hem een paar keer gezien maar ze wist nog steeds niets over zijn privéleven. Hij had alleen de meest noodzakelijke informatie verstrekt. Dat ze op deze boot was uitgenodigd, had ze alleen te danken aan zijn liefde voor zijn broer.

Het was heel normaal dat hij haar had gekust want hij wist dat de aantrekkingskracht wederzijds was. Hetzelfde was met Rand gebeurd. Ze was te gast geweest op zijn ranch en hij had van haar genoten zolang ze er was.

Tot haar vertrek naar Amerika mocht ze dat absoluut niet vergeten.

Voor ze het wist was het drie uur in de nacht. De herinnering aan het zandstrand en de smaak van zijn lippen hielden haar wakker. Van slapen zou niets meer komen, dacht ze. Uiteindelijk viel ze toch in slaap. Tot haar grote schrik hoorde ze de tweeling pas om halfacht de volgende ochtend huilen.

Kwam dat door de zeelucht of door het zachte deinen van de boot? Hoe dan ook, ze hadden de hele nacht doorgeslapen!