Zonovergoten Romance & Italiaans Geluk(102)
‘Ja, mia amore. Ti amo. Ik hou van je. Die avond dat we met elkaar naar bed zijn geweest, hebben we een gezin gesticht. Ons gezin. O, liefste…’
Opnieuw drukte hij zijn lippen op die van haar.
Ze wilde niet dat hij ophield. Voordat ze besefte wat er gebeurde, lagen ze ineengestrengeld op het grote bed in de slaapkamer terwijl ze elkaar hun liefde bekenden. Sinds de avond waarop hun baby was verwekt, had hij haar niet meer meegenomen naar zijn kamer, maar van nu af aan zou ze er slapen, nam ze zich voor. In zijn armen.
‘Ik weet dat we het een beetje rustig aan moeten doen,’ fluisterde hij ademloos. ‘De dokter had het over drie dagen. We moeten er nog twee door zien te komen voordat het veilig is. Hoe ga ik dat redden? Je zult me moeten helpen.’ Hij gaf haar een lange, vurige kus. ‘Agape mou.’
Ze verstijfde. ‘Je hebt in het Grieks tegen me gezegd dat je van me houdt.’
‘Je bent de eerste vrouw tegen wie ik dat zeg. Ik wilde het je die eerste avond al zeggen, in je eigen taal. Vind je het trouwens geen tijd worden dat ik die leer? We willen onze zoon of dochter toch tweetalig opvoeden?’
‘O ja!’ Ze drukte een spoor van vlinderlichte kusjes op zijn gezicht. ‘Ik zal jou en Dino samen lesgeven. We zullen een heerlijk leven krijgen!’ Er prikten tranen in haar ogen. Tranen van geluk. ‘Ik hou van je, Vincenzo. Ik hou van onze baby. Ik hou van Dino. Geen enkele vrouw ter wereld is zo gelukkig als ik op dit moment.’
‘En geen enkele man ter wereld,’ prevelde hij met zijn lippen tegen de hare. ‘Ik heb het gevoel alsof het vandaag de eerste dag is van de rest van ons leven.’ Hij keek haar diep in de ogen. ‘Het spijt me dat ik zo afstandelijk tegen je gedaan heb, maar ik was bang dat er iets met de baby zou gebeuren. Ik moest er niet aan denken dat ik jou of het kind zou kwijtraken… Ik zou het niet kunnen verwerken. Ik was ook bang dat de baby van Andreas zou zijn en dat je doodongelukkig zou worden van het gedoe over een omgangsregeling.’ Hij kuste haar en hun kus groeide uit tot iets intens wat hen allebei naar adem deed snakken.
‘Het loopt uit de hand. Daarom kunnen we hier niet langer op bed blijven liggen. Ik ben bang dat ik mezelf niet meer kan beheersen.’
‘Nou, dan sta ik maar op, want ik wil ook geen risico nemen. Zullen we in de eetkamer gaan genieten van dat verrukkelijke ontbijt dat je hebt klaargemaakt om deze heerlijke dag te vieren?’
‘En terwijl we dat doen…’ zachtjes beet hij in haar oorlelletje ‘…bel jij de enige persoon die we van ons nieuws op de hoogte moeten brengen. De rest van de dag gaan we lekker luieren. We hoeven alleen nog maar een naam te bedenken voor de baby.’
‘Dat klinkt heerlijk.’ Vlug drukte ze een zoen op zijn wang.
‘Had ik je al verteld dat mijn vader erop staat dat we bij hem en Silviana in het palazzo intrekken? Ik heb destijds ja gezegd om hem gunstig te stemmen, maar ik ben niet van plan om het echt te doen.’
Ze ging verzitten zodat ze hem kon aankijken. ‘Waarom niet?’
Met zijn vinger trok hij de omtrek van haar lippen na. ‘Je weet heel goed waarom niet, bellisima. We zouden ons toch een beetje onvrij voelen, en dat wil ik niet.’
‘Maar voor een poosje zou het toch geen kwaad kunnen? We houden je flat aan en we pendelen gewoon op en neer. Je vader heeft misschien niet lang meer te leven. Geloof je niet dat hij het je gevraagd heeft omdat hij bang was dat je nooit uit eigen beweging gekomen zou zijn?’ Ze kuste hem op de mond. ‘Volgens mij probeert hij op deze manier iets goed te maken van de jaren waarin jullie vervreemd van elkaar zijn geweest. En Dino vindt het daar leuk. Zou je het echt niet over je hart kunnen verkrijgen? Ik weet dat je van je vader houdt.’
Zijn handen woelden door haar haar. ‘Wat heb ik ooit gedaan dat ik jou heb verdiend?’
‘Sinds de dag dat je me mee uit picknicken nam, heb ik me hetzelfde afgevraagd. Het maakt me niet uit waar we wonen, als ik maar bij je kan zijn.’
‘Irena…’ Dicht drukte hij haar tegen zich aan. Eindelijk liet hij haar met tegenzin los. Hij stond op en hielp haar overeind. Arm in arm liepen ze de slaapkamer uit.
In de keuken reikte hij haar de telefoon aan.
Bevend van opwinding belde ze haar vriendin. Het was zaterdagochtend. Deline kon in Athene of op Milos zijn. Neem alsjeblieft op, bad ze inwendig. Pas toen de telefoon zes keer was overgegaan, hoorde ze Delines stem.
‘Irena?’
Ze drukte de speakerknop in zodat Vincenzo kon meeluisteren. ‘Ja! Waar ben je?’
‘Op de boot, met Leon en de tweeling.’
‘Mooi zo. Ik heb fantastisch nieuws, dat jullie volgens mij allebei wel graag willen horen.’ Haar blik hield die van haar echtgenoot vast. ‘Vincenzo is de vader van mijn kind!’