Wraak & verlangen(5)
De receptioniste bestudeerde haar alsof ze wilde vaststellen of het een grap was; Katie probeerde terug te kijken met een blik alsof ze toevallig vond dat nat haar en oude, slecht zittende kleren heel modieus waren. ‘Ik kan uw naam noteren,’ zei de vrouw uiteindelijk, ‘maar ik moet u waarschuwen dat Mr. Christakis het erg druk heeft en afspraken meestal ver van tevoren gemaakt moeten worden. Wilt u niet liever iemand anders spreken?’
‘Nee, alleen Zandros. Zorgt u alstublieft dat mijn naam wordt doorgegeven. Hij kent me.’ En zonder de ongelovige receptioniste nog een blik waardig te keuren, draaide ze zich om en nam plaats in een van de zithoekjes in de foyer. Tersluiks maakte ze haar paardenstaart los en kamde haar haren, vurig hopend dat de regen haar krullen niet helemaal had verkroest. Alsof het iets uitmaakte… Hij zou haar toch niet willen zien.
Ze vroeg zich af of hij haar brieven wel had ontvangen. Ze had zijn naam immers fout gespeld. Wíst hij wel dat ze kinderen van hem had?
‘Miss Fletcher?’
De stem van de receptioniste deed haar opspringen. ‘Ja?’
‘Telefoon voor u.’ De vrouw reikte haar een draadloos toestel aan.
‘Katie?’
Het was onmiskenbaar zijn stem. ‘Zandros?’ reageerde ze stomverbaasd.
‘Ik zit te wachten op een satellietverbinding, dus ik heb maar een paar minuten. Je hebt geen goede dag uitgekozen.’
‘Ja, de acquisitie…’ Ze liep naar een hoek van de foyer, haar uiterste best doend zich niet te laten meeslepen door haar emoties bij het horen van zijn stem. ‘Daarom ben ik hier juist, want ik wist dat je zou komen. Ik moet je zien.’
‘Waarom?’ vroeg hij zakelijk. ‘Heb je hulp nodig?’
‘Ja, maar ik kan het niet over de telefoon of in het openbaar bespreken,’ zei ze gespannen. ‘Eh… heb je ooit een brief van me gehad?’
‘Nee.’
‘O.’ Dat was duidelijk. En waarschijnlijk betekende het dat hij niets van de zwangerschap wist.
‘Kun je niet gewoon kort uitleggen waar het over gaat?’ drong hij aan.
‘Nee. Ik móét je zien.’
‘Ik weet niet of dat gaat. Vertel nu maar, ik hou niet van geheimzinnig gedoe.’
Opeens werd ze boos. ‘Goed, je wilt me dus niet zien,’ concludeerde ze. ‘Maar zeg dan later niet dat ik je de kans niet heb gegeven!’ Ze verbrak de verbinding en bracht de telefoon terug naar de receptioniste.
Nog voor ze zich had omgedraaid, ging hij alweer over. De receptioniste riep haar nog na, maar ze weigerde met een abrupt hoofdgebaar en marcheerde de bank uit zonder acht te slaan op de mensen die haar met schijnbaar professionele interesse stonden te bekijken.
Wat was ze toch impulsief en naïef geweest, foeterde ze op zichzelf. Zandros wilde gewoon niets meer met haar te maken hebben, en voor de jongens zou ongetwijfeld hetzelfde gelden. Als ze ooit hulp wilde verwachten, zou ze naar een advocaat moeten stappen en hem op die manier tot een vaderschapstest dwingen. Helaas zou dat echter een tijd duren, langer dan ze kon wachten. Zo zat er dus niets anders op dan naar een krant te stappen met haar verhaal…
Zandros zou woedend zijn, wist ze. Hij was eraan gewend dat niemand hem ooit een strobreed in de weg legde. Ze herinnerde zich een ruzie, waarbij hij niet alleen met woede maar vooral ook met verbijstering had gereageerd toen zij hem zomaar de waarheid durfde zeggen.
Het duurde bijna een uur voor ze weer bij Leannes flat was, maar helaas was er niemand thuis. Ze was zeker boodschappen doen… Doelloos liep ze terug naar de bushalte, toen er opeens een limousine naast haar stopte.
Er sprong een brede man in een maatkostuum uit. ‘Mr. Christakis biedt u een lift aan,’ kondigde hij aan.
Verstijfd staarde ze naar de verduisterde raampjes, waarna ze diep ademhaalde en op hoop van zegen instapte.
Hoofdstuk 2
Zandros knikte koeltjes toen ze instapte. In zijn zwarte maatpak met een gestreept shirt en zijden stropdas zag hij er precies zo uit als de beschrijvingen die ze op internet had gelezen deden vermoeden. Hij was intimiderend en sexy tegelijk, en die laatste gedachte deed haar onmiddellijk blozen.
‘Als je mijn aandacht wilde trekken, dan is dat gelukt,’ merkte Zandros op ijskoude toon op. Kritisch bekeek hij haar. Ze had een spits kattengezicht met bijpassende ogen boven schuine jukbeenderen en een gulle mond. Een ongewoon uiterlijk, exotisch zelfs, maar niet mooi. Haar rode haar stak fel af tegen haar bleke snoetje, en ze was veel te tenger en mager naar zijn smaak. Vergeleken met de vrouwen waarmee hij zijn bed had gedeeld, was ze nauwelijks mooi te noemen. Hij kon zich eigenlijk niet meer voorstellen dat ze ooit een ontembare lust bij hem had opgeroepen.
Ze sloeg haar ogen op. Lichtgroen, de diepe heldere kleur van vers mos.