Wraak & verlangen(11)
Wezenloos keek hij haar aan. ‘Ik ben toch hier. Dat betekent toch ook iets.’
‘Ja, dat je wou dat je ergens anders was!’ Hij had verdorie niet eens gevraagd hoe ze heetten!
‘Goed, hoe kan ik helpen?’ vroeg hij knarsetandend.
‘Pak Toby op.’
Zandros liep naar het ledikant, rechtte zijn schouders, stak zijn armen uit en pakte het kindje beet alsof het een gloeiend stuk hout in een brandend huis was. Toby…. De baby bekeek hem een beetje geschrokken. Onhandig hield hij hem wat dichter tegen zich aan. Wat was hij licht! Hij keek nogmaals, en opeens zag hij een brede lach doorbreken op het gezichtje. Plotseling leek de baby sprekend op zijn grootvader Pelias, en was hij hem eindelijk wat minder vreemd.
Katie, die inmiddels Connor had gesust, besefte opeens ze dat het rustig was in de kamer. Verbaasd keek ze op. Ze was nog verbaasder toen ze Zandros breeduit zag lachen naar hun oudste zoontje. Haar hart sloeg een paar slagen over, toen een vloedgolf van zoete, pijnlijke herinneringen haar overspoelde aan de korte tijd dat hij ook naar háár zo had geglimlacht. Het had haar hele binnenste op zijn kop gezet, haar vervuld met zuivere levensvreugde. Nooit had ze zich voorbereid bij de vreselijke pijn nadat hij haar aan de kant had gezet. Gelukkig was ze nu niet meer zo naïef om te denken dat ze meer van hem kon verwachten dan hulp met de huur.
‘Hoe heet Toby’s broertje?’ vroeg Zandros.
‘Connor.’
‘We moeten de diverse aspecten van de situatie bespreken,’ zei hij, in de hem vertrouwde terminologie van het zakendoen.
‘Ik vraag niet veel. Ik zou alleen graag een fatsoenlijke woonruimte willen hebben,’ mompelde Katie. Voorzichtig zette ze Connor weer in het ledikant en nam Toby van hem aan.
Zandros rechtte zijn brede schouders en bekeek haar aandachtig. Was ze echt zo naïef? Of dacht ze dat hij er wel in zou trappen als ze zich onschuldig voordeed? Ze moest toch ten minste doorhebben dat zijn kinderen goud waard waren? ‘Ik zorg ervoor dat je zo snel mogelijk een andere woning krijgt,’ reageerde hij. ‘Morgen dus.’
Verbluft keek ze op. ‘Morgen? Meen je dat?’
‘Ik zou je het liefst nu meenemen naar huis…’ Zijn ogen gloeiden met een donker vuur dat haar hart deed overslaan. ‘Maar ik denk dat de baby’s daar onrustig van zouden worden.’
Opgelucht lachte ze. Dat móest wel een grap zijn, al was het dan een smakeloze. ‘Gelukkig hoef ik niet bij je in huis te wonen. Een flatje is meer dan genoeg.’ Ze maakte een hulpeloos handgebaar. ‘Hemeltjelief, waarom is het zo gênant om over geld te praten?’
Zandros, wiens hele carrière erop gebaseerd was over geld te praten, was niet onder de indruk. ‘Uiteraard ben ik niet van plan je de kinderen in je eentje te laten opvoeden.’
Nerveus friemelde Katie aan de ceintuur van haar kamerjas. Hij wilde dus een soort vaderrol op zich nemen? Een weekend per maand, tussen zakenreizen en wilde weekends met fotomodellen door?
‘Ik ben echt geen rotvent, hoor,’ zei hij zacht.
Daar zei ze niets op, maar ze keek hem aan met een opgetrokken wenkbrauw. Hij moest eens weten wat ze de laatste achttien maanden zoal had gedacht. Hij had haar ontmaagd, zwanger gemaakt, en toen plompverloren gedumpt met niets anders dan een telefoonnummer waar ze niets aan had. Bovendien had ze inmiddels via internet begrepen dat hij een fervent rokkenjager was met een voorkeur voor supermodellen. Daarbij vergeleken was ze niets, en die waarheid zou ze niet uit het oog verliezen.
Hij fronste zijn wenkbrauwen, niet gewend aan dergelijk vrouwelijk misprijzen. ‘Katie… ik ben een man van eer,’ probeerde hij nogmaals.
Ze bestudeerde hem. In zijn ogen dansten gouden vonken. Ze kon niet zien of ze op woede of hartstocht duidden, maar ze herinnerde zich al te goed dat die twee heel dicht bij elkaar konden liggen bij hem. Achter de ijzige buitenkant lag een gloeiende kern die gemakkelijk ontvlamde.
Onwillekeurig hield ze de adem in. Ze voelde iets trillen in haar buik en merkte dat haar borsten opeens wat strakker voelden. Haar bloed klopte warm in haar aderen. Ze hield haar hoofd wat opzij, haar groene ogen werden glazig. ‘Zandros…’ fluisterde ze, plotsklaps gegrepen door iets heets en zoets dat veel sterker was dan zijzelf.
Onbewust had ook Zandros, zo alert op zijn prooi als een rechtgeaard roofdier, de verandering in de sfeer geproefd. Hij staarde met zeer oneerbare bedoelingen naar haar zachte roze lippen. Als hij haar nu eens kuste, kon ze niets meer zeggen over hoe hij haar had laten vallen… Hij was zo opgewonden, dat het pijn deed. Hij kon zich niet herinneren wanneer hij voor het laatst zó naar een vrouw had verlangd. Of misschien toch wel… namelijk anderhalf jaar voordien.