Wat de doden weten(18)
‘Als ik thuis moet blijven met Heather, hoor ik dan niet betaald te worden als oppas?’ vroeg Sunny.
‘Je hoort elkaar geen geld te vragen als je iets voor je eigen familie doet,’ zei hun vader. ‘Daarom baseren we je zakgeld niet op de klusjes die je doet. Je krijgt geld omdat je moeder en ik ons realiseren dat je zelf ook geld moet kunnen uitgeven, zelfs ook al zijn we niet altijd even blij met de dingen die je ervan koopt. Een gezin is een eenheid, die wordt samengebonden door een algemeen belang. Dus nee: je krijgt geen geld om voor je zus te zorgen. Maar ik zal wel een buskaartje voor je betalen als jullie naar het winkelcentrum willen.’
‘Nou, geweldig hoor.’ mompelde Sunny, die haar pannenkoek in elkaar hakte, maar er niet echt van at.
‘Wat zei je?’ vroeg haar vader op gevaarlijke toon.
‘Niks. Ik neem Heather wel mee naar het winkelcentrum.’
Heather was uitgelaten. Een buskaartje. Dat betekende vijfendertig cent extra om uit te geven als ze wilde. Niet dat ze veel kon kopen voor vijfendertig cent, maar het was weer vijfendertig cent eigen geld dat ze niet uit hoefde te geven en dat ze dus kon opsparen. Heather was heel goed in sparen. Oppotten noemde haar vader het op kritische toon, maar dat maakte Heather niets uit. Ze had negenendertig dollar in een metalen kistje, dichtgebonden door middel van een ingewikkeld systeem met elastieken, zodat ze het zou merken als iemand had geprobeerd het te openen. Maar ze zou vandaag niet al haar geld meenemen naar het winkelcentrum, want dan kon ze ook niet in de verleiding komen het uit te geven. Nee, ze zou prijzen vergelijken en de uitverkoop bestuderen, zodat ze terug kon komen met haar verjaardagsgeld als ze eenmaal een goede afweging had gemaakt van wat ze wilde hebben. Ze wilde geen geld verspillen aan een impulsaankoop, zoals Sunny vaak deed. Afgelopen herfst had Sunny een slecht gebreide trui gekocht, crèmewit met een rood randje langs de split. Tijdens de eerste de beste wasbeurt had het rode randje afgegeven en een dubbel streep veroorzaakt op de achterkant van de trui. Maar het was het soort uitverkoop waarbij je niets mocht terugbrengen en het had Sunny elf dollar gekost als haar moeder niet naar de winkel was gegaan en de verkoper had uitgefoeterd. Sunny had zich zo gegeneerd dat ze haar niet had willen bedanken.
Hun vader zette de borden in het afdruiprek en liep fluitend de keuken uit. Hij was heel leuk geweest vanochtend, veel leuker dan normaal: hij had pannekoeken met Bisquick gemaakt en er zelfs stukjes chocola door gedaan – echte stukjes chocola, niet de carobben die hun vader normaalgesproken in zijn baksel verwerkte. En hij had Heather toegestaan de radiozender te kiezen, en hoewel Sunny haar had uitgelachen om haar keus, Heather wist dat het dezelfde zender was waar Sunny 's avonds laat in haar kamer naar luisterde. Heather wist van alles over Sunny en over wat er allemaal gebeurde in haar kamer. Ze zag het als haar taak om haar oudere zus te bespieden – nog een reden waarom ze dol was op haar uur alleen op doordeweekse dagen. Zo had ze gisteren het busschema in Sunny's la gevonden, waarop de bustijden van zaterdag voor lijn 15 nauwkeurig waren gemarkeerd.
Op dat moment was Heather eigenlijk op zoek geweest naar het dagboek van haar zus, een miniatuurboekje van Marokkaans leer met een echt slot erop. Maar iedereen kon erachter komen hoe je het open kon wriemelen zonder sleutel. Ze had Sunny's dagboek nog maar een keer eerder gevonden, meer dan een half jaar geleden, en het was dodelijk saai geweest. Toen ze had dagboek van haar zus had gelezen had ze bijna medelijden met haar gehad. Heathers leven was veel interessanter. Misschien werkte het wel zo dat mensen met interessante levens geen tijd hadden om erover in hun dagboek te schrijven. Maar toen had Sunny haar erin geluisd. Ze had Heather in een gesprek betrokken over een van de voorvallen die ze had opgeschreven, zodat ze er daarna op kon wijzen dat Heather er niets vanaf had kunnen weten als ze niet in Sunny's dagboek had geneusd. Heather had er uitgebreid voor op haar kop gehad, hoewel ze niet helemaal begreep waarom. Als een gezin alles met elkaar hoorde te delen, waarom mocht Sunny dan haar gedachten voor zichzelf houden?
‘Heather kijkt gewoon zo tegen haar grote zus op,’ had hun moeder Sunny verteld. ‘Ze wil graag op je lijken, alles doen wat jij ook doet. Zo worden kleine zusjes groot.’
Echt niet, wilde Heather zeggen. Sunny was wel de allerlaatste op wie ze probeerde te lijken. Sunny zat al bijna in de bovenbouw, maar ze had nog steeds geen vriendje. Heather wel, min of meer. Jamie Altman zat altijd naast haar tijdens schoolreisjes en koos altijd haar als ze jongen-meisje moesten lopen. Hij had haar ook een doosje Whitmans gegeven op Valentijnsdag. Het was de kleinste maat, met maar vier chocolaatjes, allemaal zonder nootjes, maar Heather was het enige meisje uit de brugklas dat chocolaatjes van een jongen had gekregen die niet haar eigen vader was, dus iedereen had het erover gehad. Heather had Sunny niet nodig om ook maar ergens de kunst bij af te kijken.