Waarheen De Storm Ons Voert(45)
‘Ik weet niet waar jij het over hebt,’ zei zij voorzichtig.
Hij glimlachte bitter. ‘Altijd de onschuld, hè liefje?’
Zijn ogen gleden naar haar boezem en hij liet zijn vingers over de zijkant van haar borsten glijden, daar waar de dunne nachtkleding deze vrij liet. Zijn duim raakte de tepel eronder aan. ‘Altijd onschuldig,’ zei hij zacht. ‘Altijd mooi, altijd koel.’
Zij liet zijn strelende handen hun gang gaan. Zij waren teder en zolang er niets anders op volgde en omdat hij haar man was, zou zij het risico niet nemen zijn woede op te wekken door hem dit te weigeren. Maar zij stond er wel op dat hij haar vraag beantwoordde. Zij wilde weten welke bijl men tegen hem gebruikt had.
‘Hoe hebben ze jou zover gekregen dat je met mij trouwde?’ vroeg zij zacht.
Zijn lippen raakten haar haren en gleden naar haar hals. Zonder het te willen huiverde Heather onder hun brandende heftigheid. Zijn hand bleef haar borst strelen en scheen van geen ophouden te weten. Zij stak haar hand uit, trok de dekens over zich heen en liet zich midden in het bed zakken.
‘Vertel je het me?’ mompelde zij en keek hem aan. Opnieuw verkeerde hij in een spottende, woedende, wrede stemming. ‘Waarom zou ik? Jij hebt toch alles al gehoord? Maar als het zo belangrijk voor jou is het van mijn lippen te horen, dan wil ik het je wel vertellen. Jouw fijne Lord was van plan mij te beschuldigen van smokkel en wapenleveranties aan de Fransen, ondanks het feit dat ik de blanke onschuld zelf ben. Dan zou ik in de gevangenis terechtkomen, mijn schip werd me afgenomen en god mag weten wat er van mijn plantage terecht zou komen. Ik moet zeggen dat je vriend het behoorlijk heeft aangepakt.’
Hij rukte zijn jas uit, slingerde die op een stoel en begon zijn das los te maken.
‘Weet je, dat ik thuis verloofd ben en op het punt sta te trouwen… of liever… stond? Wat moet ik mijn verloofde vertellen? Dat ikjou zag en niet meer wist wat ik deed?’
Hij wachtte even, trok zijn hemd van de bruine schouders en keek haar kwaad aan.
‘Weet je, liefje, ik houd er niet van als men mij dwingt. Als jij naar mij toegekomen was, toen je ontdekte dat je zwanger was, dan zou ik je geholpen hebben. Ik zou zelfs met je getrouwd zijn als jij gedaan had alsof je dat graag wilde. Maar mij jouw machtige vriend op het dak sturen, was het domste wat een klein meisje doen kon.’
Met opengesperde ogen en angst in haar hart kromp Heather onder de dekens in elkaar alsof die dekens haar konden beschermen tegen zijn woede, als hij die op haar zou richten. Hij liep door de kamer en blies de kaarsen uit. Zij hield hem scherp in de gaten. Hij was naakt tot zijn middel en scheen niet van plan te zijn het daarbij te laten. Maar nu was hij gaan zitten in een stoel bij het bed.
‘Jij weet dat je heel mooi bent, hè?’ zei hij en keek haar koel aan. ‘Jij had iedere man kunnen hebben en toch zocht je uitgerekend mij uit. Ik zou graag de waarheid weten, als je daar niets op tegen hebt. Was jij er misschien achter gekomen dat ik rijk was?’
Zij keek hem niet begrijpend aan, want zij zag het nut van deze vraag niet in. ‘Ik weet niets van jouw financiële situatie af,’ antwoordde zij zacht. ‘Jij was alleen maar de man, die… die mij mijn maagdelijkheid ontnam. Ik kon naar geen andere man gaan. Ik was bezoedeld en droeg jouw kind. Ik had nog liever een bastaard ter wereld gebracht, dan zo diep te zinken.’
‘Uw edelmoedigheid strekt u tot eer, madam,’ zei hij op spottende toon. Zijn woedende blik deed haar haast lichamelijk pijn.
‘’Waarom zou ik jou fijn je plezier laten hebben zonder ervoor te betalen?’ riep zij uit.
Hij stond ogenblikkelijk naast haar.
‘Alsjeblieft, schat,’ zei hij, niet op zijn gemak. ‘Je mag alleen maar fluisteren, anders krijgen we bezoek. Ik voel er niets voor door jouw Lord Hampton in de gevangenis geworpen te worden, omdat hij denkt dat ik je mishandel, nu ik je toch al tot mijn vrouw gemaakt heb.’
Zijn angst deed haar goed. Maar toch ging zij fluisterend verder: ‘Je zei dat jij niet van geweld hield. Nou, ik haat het, maar ik kan niets doen om je tegen te houden als jij van mij wilt genieten. Nu ben je boos, omdat jij het kind van de rekening geworden bent. Maar het kind dat ik draag, interesseert je blijkbaar niet. Klaarblijkelijk vergeet je wat het voor zo’n kind betekent als bastaard geboren te worden.’
‘Voor het kind zou goed gezorgd worden en voor jou ook.’
Zij lachte hatelijk. ‘Als jouw bastaard en jouw maîtresse? Dank je feestelijk. Nog eerder snij ik mijn strot door dan over dat voorstel na te denken.’
De trillende spier in zijn wang keerde terug en hij staarde haar zo lang aan dat zij daar zat als een vogeltje voor een slang. Dan sloeg hij zijn oogleden even neer over zijn spottende blik.