Waarheen De Storm Ons Voert(184)
‘Wel,’ lachte zij. ‘Eigenlijk was het geen vriend - alleen maar een voormalig bemanningslid. Ik herkende hem direct als iemand van de Fleetwood, toen mijn koets voorbijreed. Arme vent, hij was smoordronken, maar hij herkende mij direct als een oude vriendin van jou. Hij was heel erg behulpzaam.’
‘Behulpzaam? Op welke manier?’
Zij gooide haar hoofd in haar nek en lachte opgewekt. ‘Eerlijk, Brandon, ik had nooit gedroomd dat, uitgerekend jij,je zo zou laten vangen - en dat ook nog door zo’n kleine, stiekeme prostitu? Ik zweer dat ik dat al eeuwen geleden geprobeerd zou hebben, als ik geweten had dat het werkte.’
‘Waar heb je het verdomme over, Louisa?’ vroeg Brandon.
‘Wel schat, Heather, jouw lieve, kleine, onschuldige Heather is een prostitu? Dickie vertelde me alles - hoe hij en George haar op straat vonden, waar zij haar waren aan de man probeerde te brengen, hoe jij gedwongen werd met haar te trouwen… alles.’
‘Klaarblijkelijk toch niet alles,’ gromde Brandon. Hij stond op en schonk zichzelf een behoorlijke borrel in.
Opgewekt ging Louisa verder: ‘Ik weet dat je niets om Heather geeft, schat. Er zijn heel wat geruchten geweest over gescheiden slaapkamers en zo. Ik had iemand nodig die mij vertellen moest, wat jij ten opzichte van haar voelde. Ik snapte alleen niet waarom jij met haar getrouwd was. Maar vanmiddag, vanmiddag toen Dickie het me vertelde, wist ik zeker dat jouw huwelijk maar een farce is. Nu kun je Heather wegsturen, terug naar Engeland. Ik zal je die kleine escapade in Londen vergeven en je terugnemen. Wij kunnen gelukkig zijn. Ik weet zeker dat wij dat kunnen. Ik zal voor je zoon zorgen, want hij is ongetwijfeld vanjou… gelukkig maar. Ik zal van hem houden en goed voor hem zijn. Iedereen zal het begrijpen, als we hun vertellen, hoe jij gedwongen werd te trouwen.’
Brandon staarde haar een ogenblik stomverbaasd aan en begon dan langzaam en zeer zorgvuldig te spreken.
‘Louisa, luister heel goed naar wat ik je nu ga zeggen, en als je mij niet gelooft, ben je een idioot. Als je denkt dat wie dan ook mij kan dwingen te trouwen of welk contract dan ook af te sluiten, dan ken je me helemaal niet. En het volgende moet je ook geloven, want je leven hangt ervan af.’ Hij sprak nu zeer nadrukkelijk. ‘Mijn vrouw was geen prostitu?en ook geen tippelaarster. Die eerste nacht was zij nog maagd. Ik nam haar en George kan dat bezweren. Het kind is van mij. Zij is mijn vrouw omdat ik dat wilde en ik ben niet van plan jouw grofheid tegen haar in haar eigen huis nog langer te verdragen. Vanaf dit moment behandel je haar met het respect, dat de meesteres van Harthaven toekomt. Jij hebt geen recht meer op mij, op mijn huis of op mijn eigendom.’
Louisa kwam uit haar stoel en schonk zich nog een glas wijn in. Zij ging voor hem staan en toen zij aan haar glas nipte, staarde zij hem indringend over de rand van het glas aan.
‘Dus jij verkiest dat kind boven mij?’ zei ze half snerend. Brandon glimlachte berustend. ‘Die keus werd allang geleden gemaakt, Louisa. Ik herhaal hem alleen maar.’
Haar ogen werden spleetjes. Zij draaide zich even om en staarde naar buiten door het raam. Met een ruk wendde zij zich plotseling weer naar hem.
‘Vreemd, dat jij, Brandon, uitgerekend jij, in één adem praat over respect en eigendom.’ Zij nipte aan de wijn en liep op en neer door het vertrek zodat de sofa tussen hen in kwam te staan. Haar vrije hand liet zij op de rug van het meubelstuk rusten en ze hief met de andere het glas op, alsof zij hem wilde toedrinken. ‘Om je de waarheid te zeggen, over dat eigendom kwam ik eigenlijk praten. Ik heb erover nagedacht en ben tot de conclusie gekomen dat mijn eigendom eigenlijk het dubbele waard is, van wat jij ervoor betaald hebt.’ Zij wachtte even, keek hem doordringend aan en wachtte op zijn reactie.
‘Wij hebben een overeenkomst gesloten, Louisa, en dat is dat - getekend, gezegeld en bekrachtigd. Jij hebt geen eigendom meer, behalve Oakley en de paar vierkante meters waarop het gebouw staat. Het is voorbij met jou.’
‘Inderdaad, voorbij,’ stootte zij uit. ‘Laten we het dan eens over respect hebben. Hoeveel respect zou er nog voor jou en je kindvrouwtje overblijven als ik eens overal rondvertel, dat jij gedwongen werd te trouwen met een gewone straathoer?’
Brandon’s stem schalde door het huis. ‘Houd je bek, heks! Ik wil niet dat je mijn vrouw afmaakt in mijn eigen huis.’ Zijn stem werd een grauwend gesnauw. ‘Wat je buiten dit huis doet, interesseert me geen fluit. Klets maar wat je wilt. Geen man of vrouw zal mij die laster, die je daar uitkraamt, in mijn gezicht durven zeggen. Jij bent een hoer, Louisa, geestelijk en lichamelijk.’
‘Nu ben ik een hoer, hè?’ gilde zij. Met een achterwaartse beweging van haar hand gooide zij hem de wijn in het gezicht en smeet het glas op de grond. ‘Hoer, inderdaad! Ik was nog maagd, toen jij me nam, toen jij me smeekte met je te trouwen en me de hele wereld enal haar schatten beloofde als ik jou mijn kostbaarste schat gaf. Daarna zeilde je weg en trouwde met de eerste de beste straatmeid, die je oppikte, en bracht haar dan hierheen als je vrouw. Jij gaf mij je woord, nam mijn maagdelijkheid en mijn land voor een schijntje.’ Zij begon te snotteren en haar stem werd klagend en jammerend. ‘Ik moet meer hebben, Brandon. Met dat andere geld moest ik mijn rekeningen betalen. Nu heb ik alleen nog maar het huis om te verkopen en dat kan ik niet. Als ik mijn kleine bijverdiensten niet had, zou ik al van ellende omgekomen zijn. Niemand geeft mij meer krediet, nadat jij mij hebt laten vallen.’