Reading Online Novel

Verlossing(83)



Hij keek hen een voor een aan en zei: ‘Ik doe morgenochtend een nieuwe poging bij onze tbc-patiënt. Misschien heeft hij gezien wie Nilsen bij de moord op Lone Slevatn hebben geholpen. Ik heb er nu goede hoop op dat hij gaat praten.’

Hij gaf een korte schets van wat er eerder die dag in het Ullevål-ziekenhuis was gebeurd en vertelde dat Kåre Olsen Ole Kirkebakken aan het praten had gekregen.

‘Dus die kerel heeft zijn vader vermoord,’ concludeerde Hans Petter.

‘Dat weten we niet. Maar dat is wel de hoofdtheorie van Kåre. Hoe het ook zij, hij en ik gaan er morgenochtend heen, als de Nationale Recherche tenminste geen spaak in het wiel steekt.’

Hij stond op ten teken dat de vergadering was afgelopen. Op hetzelfde moment piepte zijn telefoon. Hij las het bericht, schraapte zijn keel en zei luid: ‘Eén ding voordat jullie gaan: Kent Willy Nilsen heeft vier weken voorlopige hechtenis gekregen. De rechtbank is het ermee eens dat hij een waarschijnlijke dader is in de zaak van de bedreigingen en de aanval op Kristine.’

Hans Petter rechtte zijn rug, Merete glimlachte breeduit en Bastian stak zijn duim op.

‘Maar er is één kleine domper op de vreugde: Asker/Bærum heeft tijdens het verhoor geen redelijk woord uit de man gekregen.’

‘Daar geven ze ons de schuld van,’ zei Hans Petter. ‘Wij zullen er wel voor hebben gezorgd dat hij zo gesloten is als een oester. Maar ik heb een uur geleden toch iets zinnigs uit hem gekregen.’

Halvor draaide zich om. ‘En dat was?’

‘Cecilie was niet erg welwillend wat betreft het huiszoekingsbevel voor dat magazijn, dus ik heb weer een praatje met hem gemaakt, zoals je voorstelde. Hij zegt geen woord over de zaken waarvan hij wordt verdacht, maar vragen over zijn werk gaan best. Hij bevestigde zonder meer dat hij een paar keer in het magazijn bij het Colosseum was geweest – om “kantoorspullen te halen”, zoals hij zei.’

‘Heroïne valt waarschijnlijk niet onder het begrip “kantoorspullen”,’ zei Bastian.

‘Denk ik ook niet,’ zei Halvor. ‘Maar boekhouding is waarschijnlijk niet Nilsens sterkste kant, dus het zal wel niet in hem opkomen dat zulke “kantoorspullen” voor ons minstens even nuttig kunnen zijn als heroïne. Wat zegt Cecilie nu, Hans Petter?’

Bij wijze van antwoord haalde de jonge rechercheur een A4’tje tevoorschijn en legde dat voor Halvor op tafel. Die herkende meteen de handtekening van rechter Haldorsen.

‘Mooi. Dat doen Bastian en jij. Praat gerust even met Bror van Economische Delicten, dan geeft hij jullie iemand mee om de boeken eventueel door te nemen.’

Halvor bleef even zitten nadat de anderen waren weggegaan. Met de vragen over Yngve Enger bleef hij voorlopig zelf zitten. Want wat was de relatie tussen Enger, Irene Wiltze en Kent Willy Nilsen – behalve dat de een zijn vriendin was geweest en de ander een werknemer was? Wie had Enger gebeld om zich erover te beklagen dat Wiltze was verdwenen?

Halvor probeerde het met een denkexperiment: als Enger Irene Wiltze vroeger via Nilsen van heroïne had voorzien, zou het natuurlijk fataal zijn als ze dat aan de politie vertelde. Zou Nilsen Enger beschermen door Irene Wiltze om te brengen? Hing het op die manier samen?

Er hing heel veel van af naar wie Enger had gebeld nadat Halvor zijn kantoor had verlaten. Nilsen kon het niet zijn, want die zat bij de politie in hechtenis. Dus moest er een persoon X bij alles betrokken zijn, die Nilsen opdracht had gegeven zich te ontdoen van Irene Wiltze en met wie Enger een directe lijn had. Die X moest de spin zijn, degene die de praktische leiding over het heroïnesyndicaat had en die ervoor zorgde dat de juiste mensen werden vermoord.

Dus wie was X?





Het was nog droog toen Halvor het politiebureau verliet en naar zijn auto ging. Maar aan de horizon waren de wolken zo dreigend dat de meldcentrale over een paar uur waarschijnlijk de handen vol zou hebben aan blikseminslagen.

Het weer paste goed bij zijn stemming. Al sinds zijn bezoek aan Enger had hij gemerkt dat zijn zelfanalyseapparaat aansloeg zodra het de kans kreeg. Dat was nu kennelijk het geval, want hij wist niet goed wat hij moest doen. Het was vijf over halfvier en hij kon – en moest – waarschijnlijk naar huis, naar Birgitte en de kinderen.

Aan de andere kant had niemand thuis iets aan een kniesoor van een vader, dus hij kon net zo goed proberen zijn gepieker af te ronden voordat hij naar huis ging. Waar moest hij beginnen? Met het feit dat hij net een van zijn beroepsidealen had verloochend en iemand ongeoorloofd had afgeluisterd bijvoorbeeld? Dat hij geen voorbeeld meer kon zijn voor de anderen in het team, zoals hij hoorde te zijn? Dat hij een toonbeeld van politiegeweld was geworden?

Zonder een duidelijk plan waar hij heen wilde, sloeg hij vanaf de parkeerplaats rechts af. Wat het afluisteren betreft, had hij weliswaar niets anders gedaan dan wat de meeste mensen bij de dienst al vonden dat de politie moest mogen doen. Maar het was zonder toestemming van de rechter-commissaris gebeurd, en daarmee per definitie onwettig. En als íémand de wet zou moeten handhaven…