Reading Online Novel

Vanuit Het Graf(44)



Als haar vader die vrouwen inderdaad had vermoord, wat was er dan zo ongelooflijk afwijkend aan hem geweest dat hij anderen pijn kon doen, kennelijk zonder berouw? Ergens moest ze iets gemist hebben, maar wat het was, zou ze niet weten. Haar vader was erg stilletjes geweest. Daardoor was het moeilijk om hem echt te leren kennen, maar niet alle sterke, stille mannen werden seriemoordenaars.

Ze wist dat hij een moeilijke jeugd had gehad, dat hij was opgegroeid in een streng gezin met lichamelijke straffen die soms heel extreem waren. Behalve de vaste overtuiging dat de vader de patriarch van het huis hoorde te zijn, leek hij echter weinig uit zijn jeugd te hebben overgehouden. Hij ging vroeg naar bed, stond voor dag en dauw op, werkte hard en repareerde alles in huis met een snelheid die je maar zelden meemaakte. Aan de in Amerika algemeen heersende mentaliteit van 'morgen is er weer een dag' had hij geen boodschap. Hij was een eenvoudige man geweest. Dat had ze tenminste altijd gedacht.

'Wat is er, mama?' vroeg Brianna met een frons toen Madison niet naar de volgende bladzijde ging.

Madison deed haar ogen dicht, vol herinneringen. Haar vader had zijn emoties nooit getoond, maar wel had hij altijd een rolletje snoepjes bij zich gehad voor Brianna. Steeds als ze bij opa en oma op bezoek waren, had opa Brianna laten helpen met boontjes doppen en andere karweitjes. Of ze mocht toekijken als hij aan zijn werkbank bezig was.

Dat Madison haar vader genoeg had vertrouwd om Brianna zo dicht bij hem in de buurt te laten, vond ze nu een afschrikwekkende gedachte. Stel dat hij inderdaad was geweest wat iedereen zei?

'Mama?' vroeg Brianna. In haar stem lag een bezorgde klank.

Madison trok zich terug uit de zee der herinneringen zodat ze haar dochtertje een geforceerd glimlachje toe kon werpen. 'Ja, lieverd?'

'Wat is er?'

'Niets, ik zat gewoon na te denken.'

In Brianna's ogen flikkerde even onzekerheid op, maar Madison wist haar gemakkelijk af te leiden met de volgende foto. 'Hier had oma een barbietaart gebakken voor je tweede verjaardag, en opa had dat speelhuis voor je gemaakt voor in de achtertuin, weet je nog?'

Brianna rimpelde haar voorhoofd. 'Papa zei dat hij het speelhuis had gemaakt.'

'Nee, dat was opa.' Haar vader was speciaal gekomen om het speelhuis in elkaar te zetten omdat de man die Danny voor dat karwei had ingehuurd, niet was komen opdagen. Madison wist nog dat ze boos was geweest op Danny. Het was een zondag, een dag waarop Danny niet hoefde te werken, maar toch was hij van huis gegaan. Madison wist dat haar vader het vreemd had gevonden dat Danny zo weinig voor haar deed. Ze had verwacht dat haar vader haar erop aan zou spreken toen hij die dag vertrok. In plaats daarvan had hij even in haar schouder geknepen. Dat was voor hem het equivalent van een lang gesprek.

Toen haar vader stierf, was er nog zo veel onuitgesproken gebleven. Toch had ze altijd geweten dat hij van haar hield...

'Mama, waarom huil je?'

Madison had het niet beseft, maar ze zat inderdaad te huilen. Ze veegde haar wang droog en zocht naar woorden om het uit te leggen. Ze wist echter dat Brianna er niets van zou begrijpen. Zelf begreep ze het niet eens, althans niet helemaal.

Het feit dat iemand van wie ze hield en die ze vertrouwde, zo diepgaand de hele essentie van zijn persoonlijkheid kon vernietigen, vond ze verwarrend en pijnlijk. En dat was nog voordat ze dacht aan de slachtoffers, hun families en vrienden.

'Voor vanavond is het genoeg geweest,' zei ze. Ze deed het album dicht. 'Het is nu echt bedtijd.'

Een klop op de deur trok Brianna's aandacht. Ze hipte van de bank om open te doen, maar Madison hield haar arm vast. 'Je weet best dat het niet veilig is om de deur alleen open te doen, en al helemaal niet als het al donker is. Ik ga kijken wie het is, en jij gaat je pyjama aantrekken.'

'Ah, mama,' smeekte Brianna klagend.

'Morgen wacht de school weer op je.'

Er verscheen een boze frons op Brianna's gezicht.

'Zelfs prinsessen moeten wel eens naar bed,' merkte Madison op.

'Maar misschien is het Caleb.'

Madison trok bedenkelijk haar wenkbrauwen op naar haar dochtertje. 'Je vond hem toch niet aardig? Ik dacht dat je niet wilde dat hij bij ons kwam wonen.'

'Ik vind hem ook niet aardig,' zei Brianna snel, 'maar Elizabeth wel.'

Als Madison niet zo in de mineur was door dat verwenste fotoalbum, had ze erom kunnen lachen. 'Elizabeth is niet eens in de kamer,' zei ze.

'Ze is in de slaapkamer. Ik haal haar wel even.'

Snel, voordat haar moeder er iets van kon zeggen, toog Brianna naar haar slaapkamertje. Madison legde het fotoalbum aan de kant, proberend zichzelf ervan te overtuigen dat zij niet opgewonden was bij het vooruitzicht Caleb weer te zien.

Ze had moeten weten dat Caleb veel te knap en charismatisch was om in haar leven te passen. Op weg naar de deur prentte ze zichzelf in dat die kus niets te betekenen had gehad, maar zo voelde het niet toen ze opendeed.