Reading Online Novel

Troost en Geluk(87)



'Er zit een lamsschouder in de oven,' zei Barney, 'en Hannah gaat ook yorkshirepudding maken.' Hij gebaarde met zijn hoofd naar een kom op de tafel. 'Ik blijf hier, dan krijg ik ook wat.' De jongen keek Vincent verbaasd aan toen die hem gebood: 'Blijf waar je bent,' waarna hij naar de kamer liep en de deur achter zich dichtdeed. Barney bleef er een tijdje beduusd naar staren. Natuurlijk bleef hij waar hij was. Hannah had hem dat ook al opgedragen. Hij richtte zijn aandacht weer op de voorbereiding van het maal en zei tegen zichzelf dat hun Vin behoorlijk eigenaardig deed.

Constance kon zich niet herinneren dat ze Vincent nog had gezien sinds hij haar in zijn armen had genomen om haar geschreeuw te stoppen en nu ze hem weer zag begon ze over haar hele lichaam te trillen. Hij stond aan het uiteinde van de bank naar haar te kijken en ze probeerde zijn blik te ontwijken. Hij kwam naast haar staan en vroeg: 'Hoe gaat het?' Ze antwoordde: 'Niet zo best.' Hij antwoordde: 'Maak je geen zorgen over je gezicht, dat trekt wel weer bij... na een tijdje.'

'Ik maak me geen zorgen over mijn gezicht.' Ze keek hem nu recht aan.

'Maar je bent ongerust?'

Ze knipperde met haar ogen en hij herhaalde: 'Ben je niet ongerust?'

'Ja. Ja, ik ben ongerust.'

'Over wanneer ze hem zullen vinden?'

'Zoiets, ja.' Ze keek neer op haar handen.

'Omdat hij misschien gewurgd is of doodgeslagen?'

Ze keek zo abrupt op dat er een pijnlijke steek door haar ruggengraat schoot en ze even huiverde.

'Je zag het al allemaal gebeuren, gisternacht, hè? Je gezicht sprak boekdelen. Jij dacht wat zij nu ook denken,' zei hij met een hoofdgebaar naar achteren, 'dat het allemaal voor niets was, toch?'

'Ik... weet niet wat ik dacht. Ik herinner me niet veel meer van die avond.'

'Maar dat toch wel, toch?' Hij sprak zacht, maar indringend. 'Weet je nog hoe je doodsbang naar me keek?'

Ze keek hem nu diep in zijn ogen. 'Als... ik angstig keek, dan was ik bang óm jou, niet vóór jou.'

Even bleef hij stil en toen zei hij, nog altijd zachtjes: 'Wil me in alle eerlijkheid iets zeggen?'

'Als ik dat kan.'

Hij zweeg even en vroeg toen: 'Denk je dat ik hem heb vermoord?'

Ze aarzelde net iets te lang en hij onderbrak haar nog voordat ze iets kon zeggen. 'Oké. Oké. Doe maar geen moeite. Maar als ze hem vinden, heb ik jou iets te zeggen.' Waarop hij zich omdraaide en wegliep.

Bij de achterdeur liep hij net Hannah tegen het lijf. Ze greep zijn arm vast en zei: 'Ay, Vin. Vin toch.' Maar hij trok zijn arm los en ging naar beneden, naar zijn werkplaats.





10


Die zondag kamde een groep vrijwilligers de hele omgeving van het huis uit. Als ze uit het raam keek kon Constance ze af en toe zien. Ze leken op een kudde schapen die door het besneeuwde landschap zwierf. Het was al de derde dag dat er werd gezocht. Wat er ook met Jim gebeurd mocht zijn, het was bijna zeker dat hij dood was als hij gevonden werd. Ze kon er geen medelijden en geen verdriet om voelen. Ze dacht dat ze nooit enige spijt zou voelen, vanwege de manier waarop hij was weggegaan. Dat laatste afscheid had alle medelijden en alle medeleven in haar uitgevlakt.

Volgens de weersverwachtingen was er een vroege periode van dooi op komst. Ze hoopte dat het zo snel mogelijk zou zijn. Anderzijds bad ze dat de vorst zou aanhouden, want ondanks wat Vincent had gezegd, bleef er iets van twijfel knagen.

In de late namiddag waren de bewegende stipjes verdwenen uit het landschap. Hannah kwam uit de keuken met een dienblad beladen met theespullen zei: 'Dit is wat we nodig hebben. Ik vind niets ter wereld en elk moment van de dag of de nacht zo troostrijk als een koppie thee. En er is geen uur dat er niet iemand getroost moet worden.'

Ze trok een stoel bij de tafel waarop ze het blad had neergezet en begon thee in te schenken. Intussen bleef ze maar praten tegen Constance die nog op de bank zat. 'Ik denk dat het mijn Ierse kant is waardoor ik zo van thee hou. Ongeveer zo veel als van whisky en veel meer dan van wat anders. Ik weet nog dat er vroeger in ons dorp een oude priester was van wie ik elke keer als ik op vrijdag niet had gevast, een hele week geen thee mocht drinken, als penitentie. Godbetert! Wat een lastpak was dat. Hij maakte niet eens verschil tussen rund- en varkensvlees. Het varken was zogezegd op vrijdag de grootste verleiding voor me. De rest van de week maakte het niet uit, weet u. Het kon me niet schelen of ik bacon, ham of kaantjes at, maar juist op vrijdag moest ik absoluut varken hebben. Ik ben nu eenmaal eigenzinnig,' ze keek Constance lachend aan, 'ja, de pastoors hebben altijd een harde dobber aan me gehad. Ik weet nog dat die oude pater Lafferty eens zei dat alle kinderen onschuldig ter wereld komen, behalve ik. Hij was een schatje, pater Lafferty. En over onschuld gesproken. Heb ik u al dat leuke grapje verteld over dat jonge Ierse meisje dat tegen haar moeder klaagt over buikpijn. Die moeder zegt: "Je hebt vast een lintworm, ga maar naar de dokter," en dus gaat dat meisje naar de dokter. "Mijn moeder denkt dat ik een lintworm heb, dokter," zegt ze en die goede man onderzoekt haar en zegt "Ga maar naar huis, Bridget, en vertel haar dat ze bijna gelijk heeft. Je hebt geen worm, maar een wurm en die komt er over vijf maanden vanzelf uit.'" Hannah gooide haar hoofd in haar nek en bulderde van het lachen. Vervolgens draaide ze zich om te zien hoe Constance op haar grap reageerde. Constance' ogen blonken, maar een glimlach kon er nog niet van af.