Toen ik je zag(36)
Natuurlijk ben ik blij, maar ik zeg meteen: ‘We hebben een probleem. Ik ga namelijk een toneelstuk doen.’
‘Wil je niet toch een paar scripts lezen? Denk er nog eens goed over na,’ pleit Vincent.
Thuis vertel ik het Antonie. ‘Doen!’ zegt hij. ‘Als het zo goed voelt!’ Hij ziet aan me hoe graag ik dit wil en het gaat om een hoofdrol. Eigenlijk heb ik al besloten.
Nu moet ik het nog aan Lodewijk vertellen. Na er nog een nachtje over te hebben geslapen bel ik hem op. ‘Mag ik even langskomen?’
Als hij opendoet, kijkt hij me aan. ‘Je stapt er toch niet uit, hè?’
Eenmaal binnen probeer ik het hem uit te leggen. ‘Ik heb het er ontzettend moeilijk mee, ik wilde zo graag met je werken. Maar als ik deze serie laat schieten, word ik heel ongelukkig.’
Lodewijk kijkt naar me met een blik die ik niet kan plaatsen. Is hij boos? Ik ken hem natuurlijk nog maar net. Het blijft even stil. ‘Tja, Isa… ik vind het heel erg jammer.’
Ik knik, dat vind ik ook. O, wat is dit vervelend. We zitten daar maar en kijken elkaar aan, niet wetend wat verder nog te zeggen. Dan laat hij me uit. ‘Veel succes.’
Buiten voel ik me behoorlijk terneergeslagen. Heb ik het verkeerd aangepakt? Ik wil het snel verder afhandelen en bel meteen de producent om te vertellen dat ik bij Lodewijk ben geweest en dat ik eruit stap. Ook de producent is er op z’n zachtst gezegd niet blij mee. Bovendien is de foto voor het affiche een week daarvoor al gemaakt. Ik beloof alle gemaakte kosten te vergoeden. Als ik naar huis rijd, ben ik kapot en voel ik me een klein meisje, niet bestand tegen de grote, harde wereld.
In Aalsmeer is de stemming stukken beter. Van mijn keuze zal ik geen dag spijt hebben. Wel van de manier waarop ik het aangepakt heb. Als ik een tijdje later Kemna Casting aan de lijn heb, zeggen ze dat ze niet begrijpen dat ik hen niet meteen heb gebeld. Zíj hebben me immers gecast voor het toneelstuk. ‘Dan hadden wij het kunnen oplossen!’
Een paar weken later komt de postbode met een aangetekende brief. Ik blijk een enorme schadevergoeding te moeten betalen. Daar schrik ik zo van dat ik een advocaat in de arm neem. Af en toe hoor ik wat van hem, maar hij komt nooit met een concreet plan.
Na enkele maanden krijg ik een telefoontje van het advocatenkantoor: mijn advocaat is daar weg. Kortom, ik sta er alleen voor. Nu weet ik het niet meer, wat moet ik doen? Ik vind het onredelijk om zo’n belachelijk hoog bedrag te betalen, al zie ik het wel als ‘leergeld’. En dan bedenk ik ineens dat ik dit natuurlijk kan bespreken met de producenten van Rozengeur. En gelukkig, ruim een halfjaar nadat de hele zaak begon, als ik bijna klaar ben met draaien, blijkt dat ik er níét alleen voorsta. Een van de producenten vindt ook dat ik hier niet in mijn eentje voor hoef op te draaien en betaalt een deel van mijn ‘boete’. Daarmee sluit ik dat vervelende hoofdstuk af.
2001 is een druk jaar voor mij. All Stars – De serie, Rozengeur en aan het einde van het jaar vraagt Paul de Leeuw me voor de presentatie van het satirische programma De horzel. Voorheen zou ik meteen hebben afgezegd onder het motto ‘ik ben actrice, geen presentatrice, schoenmaker blijf bij je leest’ en meer van dat soort dooddoeners, maar de rem is er inderdaad af en ik zeg ja.
Bij Antonie sluipen ondertussen steeds vaker depressies binnen. Voor Antonie en mij is dat dan nog niet duidelijk. Het lijken eerder sombere buien waarin hij zich totaal lusteloos voelt en niets meer ziet zitten. Als Antonie zonder werk zit drukt hem dat. Heel lang denken we dat dat de oorzaak is: het niet goed om kunnen gaan met de onzekerheid of en wanneer er nieuw werk komt. Antonie wordt dan stil, in zichzelf gekeerd.
Ik gedij juist bij de afwisseling tussen periodes van hard werken en lekker thuis zijn, veel met Merlijn, mijn eigen dingen doen. Antonie kan daar minder goed mee omgaan. Hij voelt zich dan onthand en piekert overal over. Of hij misschien niet toch naar het buitenland wil en of ik dan meega. Voor mij is dat inmiddels een gepasseerd station. Ik heb nu zoveel werk, dat wil ik niet zomaar achterlaten.
Zodra Antonie weer aan de slag kan verdwijnt het nare gevoel. Althans ogenschijnlijk, misschien stopt hij het weg. In ieder geval stort hij zich er dan weer vol in en lijkt er niets meer aan de hand.