Tess Gerritsen(57)
‘Je klinkt niet overtuigd.’
‘Nee, maar ik heb ook geen overtuigende tegenargumenten. Voorlopig houden we het dus op Zapata.’ Moore sloot zijn tas en slofte de deur uit als een vermoeide ambtenaar.
‘Jemig,’ zei ze tegen Frost. ‘Wat is er met hém?’
‘Jij bent hier de afgelopen dagen niet geweest,’ zei Frost. ‘Jij hebt niet van Crowe’s gezelschap kunnen genieten.’
Ze tikte met haar pen op de dossiermappen die ze voor de vergadering had meegebracht en dacht aan de vele uren die ze had besteed aan onderzoek naar de Wards en de Yablonski’s. ‘Vind jij nou ook niet dat er iets inzit, Frost, in wat ik zeg? Vind jij nou ook niet dat het allemaal erg verdacht is?’
‘Ja.’
‘Dank je.’
‘Maar dat wil niet zeggen dat er inderdaad een verband bestaat tussen die incidenten. Ik heb de VICAP erop gezet. In ons land alleen al zijn er honderden gevallen van gezinnen die zijn uitgemoord. Het spijt me dat ik het moet zeggen, maar deze drie zijn helaas geen uitzondering.’
‘Maar deze drie springen eruit vanwege de aanslagen die nu worden gepleegd op de overgebleven kinderen. Het lijkt wel alsof de Dood het niet wil opgeven tot hij zijn einddoel bereikt heeft. Hoe valt dit allemaal te verklaren?’
‘Niet alle vreemde verschijnselen kunnen verklaard worden. Soms is iets gewoon zo.’
‘Dat is een antwoord van niks. Zulke dooddoeners gebruik ik voor Regina.’
‘En Regina slikt dat.’
‘Ja, maar ik niet.’
Haar mobieltje ging. Het was Crowe. Ze kreunde en trok een gezicht tegen Frost toen ze opnam. ‘Rizzoli.’
‘Zapata is gesignaleerd in een flat in Roxbury. Een van onze agenten had Maria geschaduwd en die stommeling van een Zapata kwam doodleuk naar de flat. Ik zie jullie daar. We gaan een inval doen.’
Tien minuten later stopten Jane en Frost voor een rasterhek. Crowe was er al. Hij beende heen en weer als generaal Mac-Arthur voor zijn troepen, die in dit geval bestonden uit rechercheurs Arbato en Moore en twee agenten in uniform.
Arbato wees naar het vier verdiepingen tellende flatgebouw. ‘De hoofdingang is om de hoek,’ zei hij. ‘Cahill houdt die in de gaten. De verdachte is nog niet naar buiten gekomen.’
‘Weten we zeker dat het Zapata is?’ vroeg Moore.
‘Tenzij hij een dubbelganger heeft. Maria is twee straten verderop uit de bus gestapt en naar dit adres gelopen. Een halfuur later is Zapata dat parkeerterrein overgestoken en het gebouw binnengegaan.’
‘Hebben we een lijst van de bewoners?’ vroeg Jane.
‘Ja. Er zijn vierentwintig flats, waarvan er vijf leegstaan.’
‘Zijn er Spaanse namen bij?’ vroeg Crowe. ‘Dan trekken we die eerst na.’
Een van de agenten lachte. ‘Mooi staaltje profielschetsen.’
‘Heb je daar iets op tegen?’
‘Mag ik die lijst even zien?’ vroeg Frost. Hij liep de namen na. ‘Er staat een Philbrook bij.’
‘Een authentieke Spaanse naam,’ zei de agent smalend.
Frost keek op. ‘Maria heeft een zus die getrouwd is met een Philbrook.’
‘Dat moet hem dan zijn,’ zei Crowe. ‘Welke flat?’
‘Tweehonderdtien.’
‘Dat is aan de achterkant van het gebouw,’ zei Arbato. ‘De code voor de voordeur is één twee zeven.’
‘Arbato,’ commandeerde Crowe, ‘jij en deze twee agenten houden de hoofdingang en de achterdeur in de gaten. De rest gaat met mij naar binnen.’
Wie Crowe, Moore, Frost en Jane op de ingang zag aflopen, zou meteen begrijpen dat er iets aan de hand was, maar wie zich in flat 210 bevond, aan de achterkant van het gebouw, kon niet weten dat er iets ging gebeuren. Crowe toetste 1-2-7 in op het paneel van het alarmsysteem. Het slot klikte open. Jane liep met bonkend hart achter hem aan en voelde het zweet in haar handen staan. Deze operatie kon ofwel vlekkeloos verlopen of een bloedbad worden. Misschien waren dit de laatste seconden die ze ooit bewust zou meemaken, het geluid van haar schoenen op de trap, het gewicht van haar Glock in haar handen, Frost die voor haar liep, zijn overhemd strak gespannen om zijn kogelvrije vest. Ze nam al deze details razendsnel in zich op, klik, klik, tien dingen tegelijk.
In de hal van de tweede verdieping bleven ze staan. Flat 210 was een stukje verderop in de gang. Achter Jane ging een deur open. Ze draaide zich razendsnel om en richtte haar wapen. In de open deur stond een jonge vrouw met een baby op haar arm, haar donkere ogen opengesperd van schrik.
‘Wegwezen!’ siste Jane. De vrouw haastte zich weer naar binnen en gooide de deur dicht.
Crowe liep naar flat 210 en overzag zijn troepen. ‘Ga je gang, Rizzoli,’ fluisterde hij. ‘Zorg dat we in die flat komen.’