Reading Online Novel

Tess Gerritsen(34)



Een paar seconden later klonk er een klikje en ging de deur een klein stukje open. Teddy’s bleke uilengezicht keek om het hoekje. Hij knipperde met zijn ogen en zijn bril stond scheef, alsof hij wakker was geschrokken.

Toen ze naar binnen ging, bleef hij zwijgend staan. In zijn ruime T-shirt en spijkerbroek zag hij eruit als een vogelverschrikker. Het was een leuke kamer. De muren waren zachtgeel geschilderd en de gordijnen hadden een opdruk van Afrikaanse savannetaferelen. Een boekenkast was gevuld met boeken voor alle leeftijden. Alleen posters van Sesamstraatfiguren waren nogal kinderachtig voor zo’n intelligente veertienjarige als Teddy. Jane was benieuwd hoeveel getraumatiseerde kinderen hier al onderdak hadden gevonden, hoeveel kinderen zich hadden kunnen koesteren in de veilige wereld die de Inigo’s voor hen creëerden.

De jongen had nog geen woord gezegd.

Ze ging op een stoel zitten naast Teddy’s laptop, waarop een screensaver geometrische lijnen over het scherm trok. ‘Hoe gaat het met je, Teddy?’

Hij haalde zijn schouders op.

‘Ga even zitten. Ik wil met je praten.’

Hij ging gehoorzaam op het bed zitten, met zijn schouders naar voren, alsof hij zich zo klein en nietig mogelijk wilde maken.

‘Heb je het naar je zin bij Nancy en Patrick?’

Hij knikte.

‘Heb je iets nodig? Kan ik de volgende keer iets voor je meebrengen?’

Hij schudde zijn hoofd.

‘Teddy, heb je helemaal niets te zeggen?’

‘Nee.’

Eindelijk een antwoord, ook al was het maar één woord.

‘Goed.’ Ze zuchtte. ‘Dan is het misschien beter als ik ter zake kom. Ik moet je iets vragen.’

‘Ik weet verder niets.’ Hij leek nog dieper in zichzelf te willen wegkruipen en sprak met zijn kin op zijn borst. ‘Ik heb u alles al verteld wat ik me kon herinneren.’

‘En daar waren we enorm mee geholpen, Teddy. Echt waar.’

‘Maar u hebt de dader nog niet gepakt en daarom wilt u meer van mij te weten zien te komen.’

‘Nee, dit gaat niet over die avond. Het gaat niet eens over jou. Het gaat over twee andere kinderen.’

Langzaam hief hij zijn hoofd op en keek haar aan. ‘Ben ik niet de enige?’

Zijn ogen waren zo kleurloos dat ze transparant leken, alsof ze bij hem naar binnen kon kijken. ‘Denk jij dat er nog meer kinderen zijn zoals jij?’

‘Ik weet het niet. U zei dat er nog twee kinderen waren. Wat hebben die anders met mij te maken?’

Deze jongen zei misschien niet veel, maar luisterde wel en begreep veel meer dan je vermoedde. ‘Dat weet ik niet precies, Teddy. Misschien kun jij me helpen het antwoord op die vraag te vinden.’

‘Wie zijn die andere kinderen?’

‘Het meisje heet Claire Ward. Heb je die naam ooit gehoord?’

Hij dacht erover na. Uit de keuken kwamen geluiden van een ovendeur die dichtviel en meisjes die geschrokken gilden. De geluiden van een normaal gezin. In Teddy’s kamer was het doodstil. Uiteindelijk schudde hij traag zijn hoofd. ‘Dat geloof ik niet.’

‘Weet je het niet zeker?’

‘Alles is mogelijk. Dat zei mijn vader altijd. Ik kan het niet met zekerheid zeggen.’

‘Er is ook nog een jongen. Will Yablonski. Zegt die naam je iets?’

‘Zijn hun ouders ook dood?’

Hij vroeg het heel zachtjes en haar hart ging naar hem uit. Gehoor gevend aan haar moederinstinct stond ze impulsief op, ging naast hem op het bed zitten en sloeg haar arm om zijn meelijwekkend magere schouders. Hij hield zich stram, alsof de aanraking iets was wat hij verplicht was te verdragen, maar ze liet haar arm rond zijn schouders liggen. Een poosje zaten ze zo samen op het bed, twee zwijgende metgezellen, tot elkaar gebracht door een tragedie waar ze geen van beiden een verklaring voor hadden.

‘Leeft die jongen nog?’ vroeg Teddy.

‘Ja.’

‘En het meisje?’

‘Ook. Ze bevinden zich op een veilige plek. Er zal hun niets gebeuren. En jou ook niet.’

‘Wel waar.’ Hij keek haar aan en zei toonloos: ‘Ik ga sterven.’

‘Dat moet je niet zeggen, Teddy. Jij –’

Ze zweeg abrupt toen het licht opeens uitging. Ze hoorde de jongen in het donker snel en luid ademhalen en voelde haar hart bonzen.

Nancy Inigo riep vanuit de keuken: ‘Rechercheur Rizzoli? Ik denk dat er een stop is doorgeslagen.’

Dat zal het zijn, dacht Jane. Een doorgeslagen stop. Kan gebeuren.

Toen klonk er ergens in huis het krakende geluid van brekend glas. Jane vloog overeind, klikte haar holster open en legde haar hand op haar Glock.

‘Nancy!’ riep ze.

Roffelende voetstappen op de trap. De twee meisjes vlogen Teddy’s kamer in, gevolgd door de tragere Nancy.

‘Iemand heeft een ruit ingegooid! Aan de voorkant van het huis!’ riep Nancy, die nauwelijks boven het angstige gejammer van de meisjes uit kon komen.