Tess Gerritsen(33)
‘Dr. Isles doet mee aan een nachtelijke kanotocht op het meer.’
‘Dan bel ik haar mobieltje wel.’
‘Mobieltjes doen het hier niet. Daarom maakt ze gebruik van de gewone telefoon.’
‘Zou u haar dan willen vragen me zo spoedig mogelijk terug te bellen? Dank u wel.’ Jane hing op en bleef naar de telefoon zitten staren. De zorgen om haar ouders waren tijdelijk vergeten. In plaats daarvan dacht ze aan Teddy Clock. Het ongelukkigste kind op de hele wereld, had Moore gezegd. Nu was gebleken dat er nog twee van die kinderen waren. Drie ongelukkige kinderen. Misschien waren er nog meer, in andere steden, pleegkinderen waar op gejaagd werd.
‘Ik moet even weg,’ zei ze.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg Gabriel.
‘Ik moet Teddy Clock iets vragen.’
‘Zijn er problemen?’
Ze pakte haar autosleutels en liep naar de deur. ‘Ik hoop het niet.’
Het was al donker toen ze aankwam bij het adres van de pleegouders bij wie Teddy voorlopig was ondergebracht. Het twee verdiepingen hoge huis was in koloniale stijl gebouwd en vrij oud, maar goed onderhouden. Het stond een stukje van de weg af en werd gedeeltelijk aan het oog onttrokken door weelderige bomen. Jane parkeerde op de oprit en stapte uit. De warme zomeravond rook naar gemaaid gras. Het was een stille straat, waar slechts af en toe een auto voorbijreed, en vanwege de vele bomen kon ze het huis van de buren am per zien.
Ze liep de trap op naar de brede portiek en belde aan.
Nancy Inigo deed open, haar handen drogend aan een keukenhanddoek. Er zaten poederachtige vegen op haar gezicht en er waren plukjes grijze haren uit haar vlecht ontsnapt. Ze keek Jane vriendelijk aan. Jane rook een geur van kaneel en vanille en hoorde meisjes lachen.
‘Dat hebt u snel gedaan,’ zei Nancy.
‘Ik hoop niet dat ik u met mijn telefoontje aan het schrikken heb gemaakt.’
‘Nee, hoor. Kom erin. De meisjes en ik zijn koekjes aan het bakken voor school. De eerste lading is net klaar.’
‘Hoe is het met Teddy?’ vroeg Jane op zachte toon toen ze binnen stond.
Nancy slaakte een zucht. ‘Hij heeft zich weer eens boven verschanst. Bij ons in de keuken zitten is niks voor hem. Zo is het eigenlijk van het begin af aan geweest. Hij komt alleen maar beneden om te eten. De rest van de tijd zit hij op zijn kamer met de deur dicht.’ Ze schudde haar hoofd. ‘We hebben de psycholoog gevraagd of we moeten proberen hem uit zijn schulp te lokken, bijvoorbeeld door zijn computertijd te beperken en hem te dwingen mee te doen aan gezinsactiviteiten, maar ze zei dat het daar nog te vroeg voor is. Het kan natuurlijk ook zijn dat Teddy zich niet aan ons wil hechten, vanwege wat er gebeurd is met zijn vorige…’ Nancy stokte. ‘Hoe dan ook, Patrick en ik laten hem voorlopig nog maar even betijen.’
‘Is Patrick thuis?’
‘Nee, hij is met Trevor naar voetbaltraining. Met vier kinderen hou je geen tijd over voor jezelf.’
‘Ik moet zeggen dat ik jullie een heel bijzonder stel vind.’
‘Och, we vinden het gewoon gezellig om kinderen in huis te hebben,’ zei Nancy glimlachend. Ze liepen naar de keuken, waar twee met bloem bestoven meisjes bezig waren vormpjes uit te steken. ‘Toen we eenmaal begonnen met pleegkinderen in huis te nemen, konden we er niet meer mee ophouden. Weet u dat we binnenkort onze vierde bruiloft hebben? Patrick mag over een paar weken alweer een pleegdochter naar het altaar begeleiden.’
‘Dan krijgen jullie uiteindelijk ook een heleboel kleinkinderen.’
Nancy grinnikte. ‘Dat is precies de bedoeling.’
Jane keek om zich heen. Op de tafel lagen boeken, schriften en stapeltjes post. De gezellige wanorde van een normaal gezin. Maar Jane wist hoe snel normaal kon veranderen. Ze had in keukens gestaan waar al het normale in één klap was weggevaagd door bloedspatten en heel even zag ze in haar verbeelding rode spetters op de kastjes van déze keuken. Ze knipperde met haar ogen. Meteen was het bloed verdwenen en zag ze alleen maar twee meisjes van acht die met plakkerige handjes stervormige koekjes uit het deeg staken.
‘Ik ga even met Teddy praten,’ zei ze.
‘Het is boven, tweede deur rechts. De enige kamer waarvan de deur dicht zit.’ Nancy schoof een bakplaat in de oven en zei over haar schouder. ‘Klop wel eerst aan. Dat vindt hij erg belangrijk. En het kan zijn dat hij niet wil praten. Gun hem de tijd.’
We hebben geen tijd, dacht Jane toen ze de trap opliep. Niet als er pleeggezinnen worden aangevallen. Ze bleef voor de deur van Teddy’s slaapkamer staan luisteren of ze een radio of tv hoorde, maar achter de deur was het doodstil.
Ze klopte aan. ‘Teddy? Ik ben het. Rechercheur Rizzoli. Jane. Mag ik binnenkomen?’