Reading Online Novel

Tegenlicht(60)



Kijk naar mijn moeder, een kleine verschijning op de sprei van een buizenframe bed. Ze pakt een sigaret uit een pakje en steekt hem op. Inhaleert diep.

‘Nooit gaan roken, Veertje,’ zegt ze, haar ogen op de sigaret gericht. ‘Roken is slecht voor je.’

Ze neemt weer een trek.

‘Zal ik wat te drinken halen?’ hoor ik zuster Ingrid vragen.

Ik was haar helemaal vergeten.

‘Hou je nog steeds zo van warme chocolademelk?’ vraagt mijn moeder.

Ik wil zeggen: ik hield van de chocolademelk die jij voor me maakte als ik uit school kwam, maar alleen maar omdat jij hem voor me maakte. Eigenlijk geef ik niet veel om chocolademelk.

Zuster Ingrid is al weg.

Nu we beiden zijn gaan zitten, een paar meter kaal linoleum tussen ons in, is de sfeer veranderd. Het voelt een beetje vreemd, onwennig ineens. De vrouw op het bed is mijn moeder, er is niemand die mij beter kent en van wie ik meer hou. Toch voelt het nu anders. Het lijkt wel of de tijd nieuwe laagjes om mijn moeder heen heeft gelegd, laagjes die eerst afgepeld moeten worden om terug bij haarzelf te kunnen komen.

Ik heb ook zulke laagjes gekregen, vermoed ik, want ik zie dat mama me peinzend bekijkt.

‘Wat ben je gegroeid. Ongelooflijk. Je wordt al een vrouw.’

Ik knik.

‘Niet verlegen zijn.’

Ik schud mijn hoofd.

‘Nou. Hier woon ik dan. Dit is mijn kamer.’ Ze staat op, de sigaret in haar hand, en ze draait een rondje. De rok van haar jurk waait op en even lijkt ze op het kindermeisje in The Sound of Music. Ze lacht erbij, draait rond in een wervelwind van sigarettenrook. Toch kijkt ze niet echt gelukkig. Ze stopt en wijst naar haar bed. ‘Ik hoef niet te poetsen of mijn bed op te maken, dat doen ze hier voor je. En ik teken heel veel. Kijk maar.’ Ze loopt naar haar bureau en zoekt tussen de stapels met schetsen. Een lok glijdt achter haar oor vandaan en zwiept heen en weer langs haar wang. ‘Ik had hier een tekening die ik van jou heb gemaakt. Hier ergens lag-ie.’

Ik sta op van de stoel en ga bij haar staan. Mama heeft erg mooie tekeningen gemaakt. Bomen met veel wortels en nog veel meer takken, en ook heel veel vissen met felle kleuren. Tekenen deed ze thuis ook weleens, herinner ik me nu. Maar niet vaak. Misschien omdat papa er een hekel aan had. Als mama tekende dan vergat ze soms te koken, kan ik me herinneren. Ze hadden er weleens ruzie over.

Ik hoor het geklepper van zuster Ingrids leren klompen. ‘Jullie chocomel!’ Ze zet de bekers neer op het bureaublad. Richt zich tot mij. ‘En, Vera? Vind je niet dat je moeder prachtig kan tekenen?’

Ik knik.

‘Ik ben er eentje kwijt,’ zegt mama. Haar gezicht is betrokken. ‘Die van Vera op het strand met de hond. Hij lag hier ergens.’

Zuster Ingrid trekt een la open. ‘Hier misschien?’

‘Ja!’ Ze neemt hem aan en legt hem voorzichtig boven op de andere tekeningen.

Hij lijkt heel goed. Ik zie mezelf, jaren geleden, ik zat nog op de lagere school. Naast me staat een hond. Een enorm groot, wit beest, het formaat van een kleine pony, met een roze neus en roze oogleden. De hond en ik staan in het zand naast elkaar. Mijn blote voeten tonen smal en bleek naast haar reusachtige klauwen. Achter ons is de vloedlijn.

‘Weet je dat nog?’ vraagt mama. ‘Kun je je die dag nog herinneren?’

Natuurlijk weet ik het nog. Die dag, en de weken erna. Het was misschien wel de mooiste periode uit mijn hele jeugd.

‘Je vader was er niet blij mee,’ zegt mama.

‘Nee, die niet,’ zeg ik.





33





We zaten nog buiten, aan de lange eettafel onder het afdak van de veranda, loom en lichtjes aangeschoten van de wijn. Op tafel brandden kaarsen in hun glazen stolp. De flakkerende vlammen verlichtten de wijnglazen, half leeggegeten borden en schalen met stokbrood dat inmiddels taai was geworden. In de barbecue smeulden de kolen nog na, gloeiende puntjes in de as.

‘De kinderen hadden allang in bed moeten liggen,’ zei Robert.

‘Laat ze, het is kerst, morgen slapen we toch uit.’

Ik keek naar Chiel en Noa. In de kelder was een compleet ingerichte game room, maar mijn neefje en nichtje speelden rond de eettafel in de woonkamer met poppetjes uit Animal Kingdom.

Uit het moeras kwamen nachtgeluiden. Zo nu en dan reed er een auto voorbij op het belendende stuk weg aan de andere kant van de muur. Dichterbij lag het zwembad, groen verlicht. Het zachte gebrom van de filterpomp werkte hypnotiserend.

‘Het is zo snel voorbijgegaan,’ mijmerde Rosalie. ‘Morgen is alweer onze laatste dag in Kissimmee. Dinsdag voor twaalf uur moeten we het huis uit.’

Lucien zette zijn glas neer. ‘Gaan we morgen winkelen?’

‘In principe wel.’

‘Willen jullie daarna nog iets anders gaan doen?’ vroeg Hans.